jul 1
|
Hoe links met kleine besluiten mee hielp aan de onttakeling van de volkshuisvesting
PIJNLIJK
In 1999 woedde er in Eerstekamerfractie van GroenLinks, waar ik toen lid van was, een heftige discussie. Op de agenda stond de Wet Bevordering Eigen Woningbezit, een initiatiefwet van de Tweede Kamerleden Duivesteijn (PvdA), Biesheuvel (CDA), Hofstra (VVD) en Van ’t Riet (D66). De Wet beoogde het eigenwoningbezit onder lagere inkomens te bevorderen. Adri Duivesteijn was de grote gangmaker van deze wet, die een uitwerking vormde van een plan dat hij in 1996 samen met collega-kamerlid Rick van der Ploeg had opgeschreven in de nota De koopwoning bereikbaar. Een sociale koopsector voor lagere inkomens. Daarin pleitten zij voor een alternatief voor de bestaande tegenstelling waarin bij huur alles ’collectief’ is en bij koop alles ’Individueel’, waarbij ‘de voordelen van beide systemen kunnen worden gecombineerd ten behoeve van de oprichting van een derde weg: een sociale koopsector, met een structuur die kopers kan ondersteunen’. In die structuur voorzag de Wet Bevordering Eigen Woningbezit door gunstige financiële voorwaarden te creëren waarmee huurders hun sociale huurwoning van woningcorporaties zouden kunnen overnemen.
Niet aan beginnen, meende een deel van de GroenLinks-fractie, dan is het hek van de dam. De Wet tast het fundament van de Nederlandse volkshuisvesting aan, namelijk de collectieve verantwoordelijkheid voor goede en betaalbare woningen. Dat is collectieve rijkdom, die moet je niet privatiseren door er individueel bezit van te maken. Met deze wet begeven we ons op een hellend vlak. Ja, ja, zei de meerderheid van de fractie, waar ik toebehoorde, jullie houden mensen arm. Jullie veroordelen ze tot een huurdersreservaat en sluiten voor hen de weg af tot vermogensvorming door middel van woningbezit. Ze betalen hun leven lang huur, maar worden er niets rijker van. Deze Wet biedt mensen met weinig geld perspectief om aan de status van onvermogenden te ontsnappen. Het is een emancipatiewet. Uiteindelijk werd de Wet op 16 december 1999 met ruime meerderheid aangenomen. Twee leden van de achtkoppige GroenLinks-fractie, de SP, ChristenUnie en SGP stemden tegen. Ten overvloede: ik stemde voor.
Ik moest aan dit heftige debat denken tijdens het lezen van het geweldige boek van Coby Hochstenbach: Uitgewoond. Waarom het hoog tijd is voor een nieuwe woonpolitiek. Daarin analyseert deze Amsterdamse stadsgeograaf nauwgezet wat er de afgelopen decennia in het volkshuisvestingsbeleid mis is gegaan, met de huidige wooncrisis als gevolg. In ruim dertig jaar tijd is de sociale huursector ineengeschrompeld van fiere sector tot het souterrain van de woningmarkt, is de toegang tot sociale woningen teruggedrongen door inkomensgrenzen, zijn huurders inmiddels vele malen duurder uit dan kopers, zijn er zo’n 200.000 huurwoningen verkocht, de wachtlijsten gigantisch, zijn beleggers spekkopers, vergroten rijke ouders de ongelijkheid en zijn mensen met lage inkomens (en zonder rijke ouders) structureel de pineut.
Coby Hochstenbach aarzelt niet om hiervan een hoofdschuldige aan te wijzen: de VVD, met als absolute boosdoener Stef Blok als minister van wonen. Maar hij verwijt het de liberalen niet echt: ze hebben alleen consequent de daad bij het woord gevoegd. Ze waren tegen een sterke huursector, voor meer markt, voor eigen woningbezit. Voilà, dat is dus goed gelukt. Zijn kritiek op links daarentegen is spijkerhard. Politiek links, de SP uitgezonderd, heeft zich niet echt verweerd tegen de systematische politieke marginalisering van de sociale sector. Sterker: ze is stukje voor stukje in het nieuwe discours meegegaan, waar ze hun best deden om de scherpe kantjes van het VVD-beleid af te halen. Waar links de talloze privileges van kopers had moeten aanvechten, zijn ze gaan meebewegen. De Wet Bevordering Eigen Woningbezit, die een derde weg naar een sociale koopsector wilde openen, is daar een voorbeeld van. De wet was goed bedoeld, maar werd een grote mislukking. Voor lagere inkomens was kopen toch te duur; er werd geen begin gemaakt met een sociale koopsector; woningcorporaties verkochten woningen liever niet goedkoop aan zittende huurders, maar bij voorkeur voor de volle mep aan de hoogste bieders. Niks geen emancipatiewet dus. Eerder een glijmiddel voor het hellend vlak waar de volkshuisvesting op was beland. In 2010, ongeveer gelijktijdig met het opdoeken van het Ministerie van volkshuisvesting, een lang gekoesterde VVD-wens, werd de wet ingetrokken.
Wat Coby Hochenbach in Uitgewoond duidelijk maakt is dat ik en mijn linkse geestverwanten in een hele reeks kleine besluiten in de volkshuisvesting vrij baan hebben gegeven aan private verrijking ten koste van publieke verarming. Precies wat mijn tegenstemmende fractiegenoten ons in 1999 voorhielden. We waren gewaarschuwd, maar luisterden liever naar de tijdgeest. Pijnlijk. Huurpeil, nr. 2, 2022. Huurpeil is het kwartaalmagazine van de Woonbond.
|