Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.
Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.
Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl
|
|
|
weblog - maart 2010
maa 26
|
Buurman Peter Franke overleden
Lees de speciale editie van BO1 Nieuwsbrief door op de afbeelding hieronder te klikken:
|
maa 26
|
Het lijstje van Femke
Ik was op de kamer van Femke en daar lag het. Het lijstje.
Femke was even een sigaretje roken, dus ik kon van de gelegenheid gebruik
maken om er een blik op te werpen. Ik had de neiging om het te pakken en in
mijn zak te steken, maar bij nader inzien leek me dat geen goed idee. Ik
besloot het lijstje over te schrijven.
Dat was verre van eenvoudig, want het was een bizar lijstje. Er stonden
alleen maar afkortingen op. Daarom was het mij ook meteen opgevallen. Een
lijstje met louter afkortingen, dat verbergt een geheim. Daarom was het dus
zaak bij het overschrijven heel precies te werk gaan en dat was lastig
omdat ik geen idee had hoe lang Femke over een sigaret doet. Dus ben ik als
een gek gaan pennen en kon ik mijn kladboek net dichtslaan toen ze
binnenkwam en ik haar met mijn meest onschuldige blik toelachte. Ha die
Femke?.
Eenmaal buiten zag ik dat ik het volgende had genoteerd: JV ? DW/BB, DR ?
MR, FEZ ? KV, IS ? FK/JL, WSZE ? IG/PR/TT. Ik heb alleen de hoofdletters
opgekalkt, ik meen mij te herinneren dat er ook nog een paar kleine letters
als tussenvoegsel in stonden, maar die heb ik in de haast overgeslagen.
Maar zoals het hier staat, klopt het wel zo ongeveer.
Alleen: wat betekende het in godsnaam? Ik was nu de trotse bezitter van
het lijstje van Femke, wereldnieuws dus, maar kon ik er geen touw aan
vastknopen. Dagen lag het lijstje op mijn bureau, zonder dat ik er wijs uit
werd.
Pas toen het verkiezingsprogramma werd gepubliceerd begon er iets te
dagen. GroenLinks wil het kabinet inkrimpen tot acht ministeries en de
afkortingen daarvan vergeleek ik met de afkortingen voor het liggend
streepje. Bingo. De rest was kinderspel. Vanwege de privacy van de kandidaten lijkt me het niet gepast hun namen op
deze plek openbaar te maken. Maar ik kan de GroenLinks-leden wel verklappen
dat het een steengoede lijst is. Ik kon eigenlijk maar een minpuntje
bedenken.
Ik sta er zelf niet bij.
Deze column verschijnt in het april nummer van GroenLinks
Magazine.
Al twitterend/mailend zijn GroenLinks-leden er in geslaagd het lijstje te ontcijferen. Klik hier voor de oplossing. De decodeerder lijkt ervan overtuigd dat het lijstje authentiek is. Goed zo.
|
maa 21
|
Dolende elites
U kunt het zich waarschijnlijk niet meer voorstellen, maar
Nederland was nog geen halve eeuw geleden de meest schokvrije, behoedzame
en deugdzame natie van het westelijk halfrond. In een proces van eeuwen had
zich een land gevormd dat achter de dijken strak in zuilen georganiseerd
was en geleid werd door gegoede burgers en notabelen.
Waar het moderne denken na de oorlog in andere westerse landen langzaam
maar zeker vaste voet aan de grond kreeg, werd dit in Nederland
angstvallig buiten de deur gehouden. Nederland zat cultureel op slot,
waarbij regenten autoritair de sleutels bewaarden. Het moest vooral
gezellig blijven.
Om die reden pakte de culturele revolutie van de jaren zestig extreem
heftig uit. De kurk knalde van de fles. Het was een bevrijding uit het
corset van kleinburgerlijkheid. De provo?s bestreden niet alleen de
?regentenmentaliteit?, maar ook de ?spruitjesgeur? en het ?klootjesvolk?.
Alles veranderde. Er was geen land ter wereld waar regenten zo snel hun
stropdas afdeden, hun baard lieten staan en een spijkerbroek kochten.
Elitair werd een scheldwoord, de regent trad toe tot het volk. Niet
letterlijk natuurlijk, maar bij wijze van spreken.
Nederland is daardoor de moderne tijd binnengetreden als een land zonder
gezag, een land zonder geschiedenis. Aan de hand van dolende elites liep
het land van de ene beleidsmatige mode naar de andere politiek-ideologische
trend. Eerst waren we het gidsland van Europa, zelfs van de wereld; toen
werden we kampioen privatiseren en marktwerking, en nu is de natie
gegijzeld door een buitengewoon slim opererende populist die bestuurlijk
Nederland als een grote elitaire grachtengordel afschildert. In feite is
Wilders niets meer dan een derde of vierde generatie provo.
Houdt dit ooit op? Alleen als de elites ? en laten we daar voor het gemak
even de corporatierwereld toe rekenen - zich weten te herpakken, hun
verantwoordelijk nemen, hun rug rechten en de actieve confrontaties aangaan
met burgers. Dat ze moderne regenten durven te worden. Dat ze macht durven
te delen, vertrouwen durven te schenken. Dat ze zaken echt durven los te
laten.
Dus precies datgene doen dat ze de afgelopen halve eeuw ? alle mooie
praatjes ten spijt - hebben nagelaten. Deze column verschijnt in het Aedes
Magazine, nr 6/2010
|
maa 20
|
Dansende bijen
?One of the finest dance films ever made?, aldus The New York Times en ook
de Nederlandse danspers was lovend over de laatste documentaire van
Frederick Wiseman: La Dance ? Le ballet de l?op?ra de Paris. Wiseman is als
documentairemaker vooral bekend geworden door zijn registraties van
machtsverhoudingen in instituties. In psychiatrische klinieken, scholen en
ziekenhuizen slaagde Wiseman, inmiddels tachtig jaar oud, er elke keer weer
in om sociale verhoudingen heel precies in beeld te brengen. En dan nu een
dansfilm - dat maakt nieuwsgierig.
Het resultaat is een bijna drie uur lange beproeving voor het zitvlees. In
Parijs heeft Wiseman zich met zijn camera ingegraven in het monumentale
gebouw van het beroemde Operaballet, een van de meest gerenommeerde
balletgezelschappen van de wereld. De kijker wordt het gebouw ingezogen. De
camera staat stil bij gangen, trappen, naaiateliers, stukadoors, Wiseman (foto rechts)
beklimt zelfs het dak waar hij al in het begin van de film uitvoerig een
imker in beeld brengt die op het dak van het Operagebouw bijenkorven houdt.
Minutenlang zie je de man in de weer met de korf, hij haalt de honing
eruit, zet er nieuwe platen in terwijl de bijen om hem heen dansen. Als
kijker vraag je je af, waarom Wiseman zich zo lang met een imker verstaat
in een film die over een balletgezelschap gaat, maar je vergeet de scene
als je daarna wordt meegenomen in de eindeloze
balletrepetities.
Want dat is de hoofdmoot van de film. We zien dansers oefenen, oefenen,
oefenen, eindeloos oefenen. Wiseman neemt daarvoor ruim de tijd. Een
buitenstaander zoals ik ziet niet wat de dansers fout doen, maar de
dienstdoende choreografen weten van geen ophouden. Ze praten als brugman om
hun dansers beweging voor beweging in het gareel van hun compositie te
dwingen. Soms zien we weer even een opname van een gang, of krijgen we de
kakelende artistiek directeur in beeld, maar elke keer komen we weer terug
in de zalen waar eindeloos wordt geoefend. Eerste positie, draai, stap,
omhoog komen. Nog een keer. En nog een keer, en nog een keer. De camera
dringt door tot in de spieren en bewegingen van de dansers.
Na een uurtje had ik het eigenlijk wel gezien. Misschien dat ik daarom
maar op andere dingen ging letten. Ik begon me te verbazen over de steeds
vaker in beeld opduikende artistiek leider Brigitte Lef?vre, eigenlijk de
enige persoon in de hele film die uitgebreid aan het woord komt. ?In dit
gezelschap heerst een strikte hi?rarchie,? legt ze een nieuwe choreograaf
uit. ?De dansers zijn als een raceauto, daar rijd je niet maar tien
kilometer per uur mee.? Met andere woorden: je moet het onderste uit de kan
halen met je dansers. En niet veel later registreert Wiseman het commentaar
van twee gniffelende choreografen bij een generale repetitie, waarin de
ballerina?s keurig in de juiste slagorde over het podium dribbelen: ?Je
haalt de schakelaar over en ze doen het.?
Pas halverwege de film kom ik bij de les. Ineens realiseer ik me dat deze
film helemaal niet alleen over ballet gaat, maar ? zoals alle films van
Wiseman - over een institutie. Zeker, Wiseman zal een groot
balletliefhebber zijn, maar als documentairemaker laat hij vooral zien dat
ballet op dit niveau een modern-dictatoriale instelling is, waar de dansers
letterlijk voetvolk zijn. Je ziet ze in La Dance ook alleen maar zwijgen.
Ze zwijgen bij een bijeenkomst over hun pensioenen (dat regelen wij voor
jullie), ze zwijgen bij de repetities.
Je ziet ze niet in de kleedkamer, je
ziet ze niet onderling praten, je ziet ze alleen maar als marionetten die
als je ?een schakelaar? omhaalt precies doen wat ze moeten doen.
Deze Wiseman-film is ?n een ode aan het ballet, maar tegelijkertijd een
vernietigende registratie is van hoe dit ballet geproduceerd wordt: als een
autoritair marionettentheater. En ineens begrijp ik ook waarom Wiseman met
zijn camera aan het begin van de film zo lang bij die imker op het dak van
het Operahuis heeft stilgestaan. De scene is een metafoor voor wat de film
laat zien: de bijen (dansers) zijn werkpaardjes, ze hebben niks te zeggen,
de koningin (Brigitte Lef?vre, foto rechts) is de baas en de imker (de choreograaf) gaat
er met de honing vandoor. De bijen hebben ook geen keuze; ze kunnen niet
anders.
Als dit de hoge school van de balletwereld is, word je daar niet vrolijk
van. Maar nog vreemder is natuurlijk dat hele schare dansliefhebers
ademloos naar deze dansfilm kan kijken zonder deze realiteit ook maar een
moment te zien. Liefde maakt kennelijk blind.
Deze column verschijnt in Dans Magazine, nr. 2 / maart/april
2010.
|
maa 11
|
Het Anne Frank Huis. Een biografie
Er is een jaar lang hard aan gewerkt. De opmaak is zo goed als klaar.
Het boek gaat binnenkort naar de drukpers. Om dan op 28 april officieel te
verschijnen.
Het boek is nu echter al te te bestellen via de webstite van uitgeverij Boom .
|
maa 2
|
Nieuw boek in de maak. Meelezers gevraagd
Ik ben deze maand druk bezig om een nieuw boek af te
ronden. Het is een uitwerking van de lezingen die ik de afgelopen jaren heb
gegeven over de opkomst van een nieuw type sociale professional (zie de
powerpoint-presentaties op de pagina ?lezingen?). Het boek verschijnt in
juni en, zoals dat tegenwoordig altijd gaat, de voorkant en achterkant zijn
al af. Zie hieronder:
Eropaf!
De
nieuwe start van het sociaal werk
Aan het welzijnswerk
hangt tegenwoordig de onverbiddelijke geur van overbodigheid. Het is in de
ogen van velen een praatjesmakende en nietszeggende sector. Om die reden
bungelen welzijnswerkers onderaan de professionele statusladder en moeten
zij elk begrotingsjaar voor hun baan vrezen. Op zoek naar een verklaring
voert Jos van der Lans de lezer langs de spijkerbroekenrevolutie van de
jaren zeventig naar de actuele wereld van grote instellingen, die zich
steeds verder hebben afgezonderd van de leefwereld van burgers.
Maar het tij keert. Op steeds meer plekken onttrekken professionals zich
aan de bureaucratie en gaan eropaf. Dit nieuw type sociaal werkers gelooft
niet langer in het oplossend vermogen van instituties, maar in de eerste
plaats in de kracht van mensen zelf. Zij verstaan de kunst van het
verbinden. Zij brengen sociale netwerken tot leven, zij koppelen mensen aan
elkaar, zij verbinden dromen met mogelijkheden, mensen met kansen. Zij
tekenen, aan de vooravond van een ingrijpende bezuinigingsronde, voor een
nieuwe start van het sociaal werk.
In zijn succesvolle boek Ontregelen pleitte Jos van der Lans
voor een herovering van de werkvloer door professionals om te ontsnappen
aan de vervreemdende regelzucht en proceduredwang in de publieke sector. In
Eropaf! werkt hij die gedachte uit voor het sociaal werk.
Aan wat er tussen de voorkant en de achterkant moet komen te staan wordt de
komende maand nog hard gewerkt. Er ligt nu een eerste manuscript. Dat heb
ik inmiddels verspreid onder mijn trouwe meelezers en criticasters. Maar
het lijkt mij aardig om via mijn weblog een oproep te doen voor meer
kritische meelezers. Immers, hoe meer commentaar, hoe beter het boek. Wie
voelt zich geroepen? Wie wil het manuscript lezen en van commentaar
voorzien? Meldt u zo snel mogelijk, want op 1 april (geen grap) moet ik het
definitieve manuscript inleveren bij mijn uitgeverij Augustus. Wil ik
opmerkingen kunnen verwerken, dan moet ik het commentaar ten minste een
week van te voren, maar liefst eerder, binnen krijgen. Mail naar: info@josvdlans.nl
|
maa 1
|
MINDER PRETENTIE, MEER AMBITIE
Ik ben lid van de Club Zonder Naam. Zo hebben we dit dertienkoppige
gezelschap zo?n vijftien jaar geleden gedoopt toen niemand in staat bleek
een originele naam te verzinnen voor het discussieclubje dat we ? toen
allemaal ergens tussen de 35 en 40 jaar oud - hadden opgericht om met
elkaar over actuele politieke en maatschappelijke kwesties te debatteren.
Sindsdien prijkt er een keer in de zes weken de afkorting CZN in mijn
agenda ? Club Zonder Naam.
Sociologisch gezien een interessant gezelschap, dat zeker. Want het
toenmalige clubje wetenschappelijke medewerkers, journalisten,
gemeenteambtenaren, beleidsmedewerkers en sectorhoofden bestaat inmiddels
uit meerdere hoogleraren, vele directeuren, gemeentesecretarissen en
vooraanstaande landelijke politici. Ik geloof dat ik de enige ben die al
die jaren hetzelfde is blijven doen: freelance journalist.
Op onze laatste bijeenkomst spraken wij over het jongste rapport van de
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid met als titel: Minder
pretentie, meer ambitie. Dat is een opmerkelijk goed geschreven rapport
van ruim 300 pagina?s, dat de heilige huisjes van onze ontwikkelingshulp
aardig omver kegelt. Het rapport is buitengewoon actueel omdat er over de
effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking in ons land en daarbuiten veel
te doen is. Hulp houdt Afrika arm, beweert bijvoorbeeld de Zambiaanse
econome Dambisa Moyo, die al de Ayaan Hirsi Ali van het ontwikkelingsdebat
is genoemd. In Nederland zegt de VVD het haar graag na.
Dat is een interessant debat, maar ontwikkelingssamenwerking is niet
?mijn? onderwerp. Anderen in onze Club zijn beroepsmatig dagelijks met de
wereldproblemen in de weer. Zij hadden het WRR-rapport dan ook met de
marker in de aanslag gelezen. Ik niet dus. Ik heb het niet zo op het
buitenland. Nederland is voor mij al groot genoeg. Daarom dacht ik deze
clubavond vooral een beetje achterover leunend en luisterend naar de
intelligente opmerkingen van anderen door te brengen. Zo gaat dat in onze
Club, soms is het echt jouw ?thema?, de volgende keer is het meer dat van
anderen. Maar het is altijd interessant: je steekt er elke keer weer wat
van op.
33 donoren per land
Dus luisterde ik aandachtig naar een van onze Clubleden. Nauw betrokken bij
het opstellen van het rapport vertelde hij waarom het niet mogelijk is om
zinvolle uitspraken te doen over de betekenis van ontwikkelingshulp op
basis van algemene oordelen over de ontwikkeling van hele continenten in de
loop van de afgelopen zestig jaar. Hulp, zo leert onderzoek, kan hooguit
een katalysator zijn voor ontwikkeling, en dan nog alleen onder specifieke
voorwaarden, zoals een goed bestuur, goede infrastructuur, geen
natuurrampen, etcetera. Die voorwaarden zijn meestal maar zeer ten dele
vervuld. Ontwikkelingshulp is de laatste decennia in Nederland vooral vormgeven
door iets te doen aan gezondheidszorg en onderwijs, driekwart van het
Nederlandse ontwikkelingsbudget gaat daar naartoe, en nog geen kwart aan
infrastructuur, landbouw en economische bedrijvigheid. De WRR is daar zeer
kritisch over. Het bieden van sociale zorg mag vanuit humanitair oogpunt
belangrijk zijn, maar het leidt niet automatisch tot de structurele
veranderingen die landen en volkeren ook echt zelfredzaam maken. Dat is
eigenlijk ook wat we de afgelopen kwart eeuw in Afrika hebben gezien, wat
dat betreft heeft Dambisa Moyo (zie foto) een punt. En wat in deze toestand
zeker niet helpt is dat de hulp enorm versplinterd is: een doorsnee
ontwikkelingsland heeft te maken met 33 donoren.
Toen ik over die 33 donoren per land hoorde, dacht ik ineens: dit gaat
niet alleen over Afrika-ontwikkelingshulp, dit gaat ook over Nederland. Dit
gaat ook over hoe wij hier multiprobleem gezinnen aanpakken, hoe wij met
tientallen instanties en financieringsstromen ons over de kwetsbaren aan de
onderkant van de samenleving buigen. Dit gaat ook over ontwikkelingshulp in
eigen land.
Want, zegt de WRR we doen te veel projecten, die zelden gebaseerd zijn op
een grondige analyse van wat er precies in het land aan de hand is.
Inderdaad, dacht ik, dat is onze projectencarrousel.
Ergerniswekkend is, aldus de WRR, het amateurisme waarmee we
ontwikkelingsrelaties vormgeven door alsmaar roulerend ambassadepersoneel,
dat om de drie jaar vervangen wordt. Er is sprake van functieroulatie in
plaats van de organisatie van duurzame deskundigheid. Verdomd, dat lijkt
als twee druppels water op de ?georganiseerde discontinu?teit? die je zowel
in hulpverleningsland als in de ambtelijke sturing in ons land overal
aantreft. In professioneel welzijn- en zorgland zit vrijwel nooit iemand
langer dan twee jaar op zijn plek. De roulatiesnelheid is in
achterstandland nog groter dan op de ambassades in Afrika.
Nog een parallel: Nederland heeft op dit moment een heel magere
kennisinfrastructuur op het terrein van ontwikkelingshulp, zegt de WRR, het
lerend vermogen is gering. Dat had ? met alle respect voor alles wat in de
Utrechtse contreien te vinden is ? ook zo opgeschreven kunnen worden voor
de welzijnssector in Nederland.
Wat in de ontwikkelingshulp ontbreekt, zo dendert de WRR verder, is de
ontwikkeling van een verantwoordingskader dat past bij de doelen die
gesteld worden en waarin ook het oordeel van de verschillende lokale
betrokkenen helder naar voren komt. Ongelooflijk, dat is precies waarnaar
het welzijnsbeleid in Nederland nu al jaren wanhopig aan het zoeken is.
NLaid en wijkcoaches
Ik zat inmiddels op het puntje van mijn stoel. Ineens realiseerde ik mij
dat als de overeenkomsten tussen onze hulp in Afrika en onze aanpak van
achterstandsgroepen en probleembuurten zo groot zijn, dat dan ook de door
de WRR voorgestelde oplossingen voor de aanpak van ontwikkelingshulp in
Afrika in ons eigen land ook wel eens hout zouden kunnen snijden. En warempel, ook dat viel niet tegen. De WRR zegt over
ontwikkelingssamenwerking: hou op met die honderd landen en al die
projecten en donoren, die met de beste bedoelingen langs elkaar heen
werken. Concentreer je op een beperkt aantal (tien, stelt de WRR voor)
landen, waar je sterk aanwezig kunt zijn. Zet daar een duurzame organisatie
op, NLaid geheten, met de beste deskundigen die daar zaken gaat aanpakken
waar we goed in zijn en waarin ons land wat te bieden heeft (landbouw,
opbouw rechtsstaat, bestrijding hiv/aids, versterking civil society).
Verbindt die programma?s met bedrijven, burgers en ngo?s en mobiliseer zo
vanuit een krachtige regie, samen met het betreffende ontwikkelingsland,
een perspectief voor een land om op basis van eigen inzichten en krachten
vooruitgang te boeken. Misschien vat ik het een
beetje te veel met mijn eigen bril samen (het WRR-rapport haalt er ook
allerlei dingen bij die ik voor het gemak maar even oversla). Maar ik zag
door dit verhaal ineens de Enschedese wijkcoaches voor me, die ik op 15
februari had zien schitteren in het stadion van FC Twente, waar door de
gemeente Enschede een conferentie was belegd over hun werkwijze die maar
liefst door zo?n 350 mensen uit alle hoeken van het land werd bezocht (zie
foto rechts). De wijkcoaches zijn als een soort NLaid neergestreken in de
Enschedese Vogelaarwijk Velve Lindehof. Ze hebben daar alle twintig
hulpverleningsinstanties (vgl. de 33 donoren) opzij geduwd en met ieders
instemming de touwtjes in handen genomen. Ze zijn in overleg met bewoners
dingen gaan doen waar ze goed in zijn: orde scheppen, verbindingen maken,
hulptroepen mobiliseren, mensen op hun eigen vermogens en
verantwoordelijkheid aanspreken. En, zo bleek op 15 februari, de eerste
resultaten wijzen erop dat dat werkt.
Ik had het niet eerder zo bedacht. Maar wat wij in met de beste
bedoelingen en hoge verwachtingen in achterstandswijken doen, doen we in
feite nu ook al decennia in ontwikkelingslanden. Het is hetzelfde laken een
pak. Welzijnswerkers en ontwikkelingswerkers zijn welbeschouwd uit
hetzelfde hout gesneden. We willen in Afrika en in de Afrikanerwijk met
zijn allen zo veel mogelijk onze eigen dingen doen en niemand is eigenlijk
verantwoordelijk voor de optelsom van deze inspanningen. Door die aanpak
trekt de WRR nu een dikke streep voor wat betreft de
ontwikkelingssamenwerking. Misschien moet de WRR ook zo?n rapport schrijven
over de aanpak van achterstandswijken. Met deze monumentale voorstudie is
dat zo gepiept. En met de titel is niks mis: Minder pretentie, meer ambitie
- deel II.
Deze column verschijnt in het maart-nummer van TSS ? Tijdschrift voor
sociale vraagstukken in de rubriek: ?Waar is Jos van der Lans??.
|
|
Kies een periode:
november 2024 oktober 2024 september 2024 augustus 2024 juli 2024 juni 2024 mei 2024 april 2024 maart 2024 februari 2024 januari 2024 december 2023 november 2023 oktober 2023 september 2023 augustus 2023 juli 2023 juni 2023 mei 2023 april 2023 maart 2023 februari 2023 januari 2023 december 2022 november 2022 oktober 2022 september 2022 augustus 2022 juli 2022 juni 2022 mei 2022 april 2022 maart 2022 februari 2022 januari 2022 december 2021 november 2021 oktober 2021 september 2021 augustus 2021 juli 2021 juni 2021 mei 2021 april 2021 maart 2021 februari 2021 januari 2021 december 2020 november 2020 oktober 2020 september 2020 augustus 2020 juli 2020 juni 2020 mei 2020 april 2020 maart 2020 februari 2020 januari 2020 december 2019 november 2019 oktober 2019 september 2019 augustus 2019 juli 2019 juni 2019 mei 2019 april 2019 maart 2019 februari 2019 januari 2019 december 2018 november 2018 oktober 2018 september 2018 augustus 2018 juli 2018 juni 2018 mei 2018 april 2018 maart 2018 februari 2018 januari 2018 december 2017 november 2017 oktober 2017 september 2017 augustus 2017 juli 2017 juni 2017 mei 2017 april 2017 maart 2017 februari 2017 januari 2017 december 2016 november 2016 oktober 2016 september 2016 augustus 2016 juli 2016 juni 2016 mei 2016 april 2016 maart 2016 februari 2016 januari 2016 december 2015 november 2015 oktober 2015 september 2015 augustus 2015 juli 2015 juni 2015 mei 2015 april 2015 maart 2015 februari 2015 januari 2015 december 2014 november 2014 oktober 2014 september 2014 augustus 2014 juli 2014 juni 2014 mei 2014 april 2014 maart 2014 februari 2014 januari 2014 december 2013 november 2013 oktober 2013 september 2013 augustus 2013 juli 2013 juni 2013 mei 2013 april 2013 maart 2013 februari 2013 januari 2013 december 2012 november 2012 oktober 2012 september 2012 augustus 2012 juli 2012 juni 2012 mei 2012 april 2012 maart 2012 februari 2012 januari 2012 december 2011 november 2011 oktober 2011 september 2011 augustus 2011 juli 2011 juni 2011 mei 2011 april 2011 maart 2011 februari 2011 januari 2011 december 2010 november 2010 oktober 2010 september 2010 augustus 2010 juli 2010 juni 2010 mei 2010 april 2010 maart 2010 februari 2010 januari 2010 december 2009 november 2009 oktober 2009 september 2009 augustus 2009 juli 2009 juni 2009 mei 2009 april 2009 maart 2009 februari 2009 januari 2009 december 2008 november 2008 oktober 2008 september 2008 augustus 2008 juli 2008 juni 2008 mei 2008 april 2008 maart 2008 februari 2008 januari 2008 december 2007 november 2007 oktober 2007 september 2007 augustus 2007 juli 2007 juni 2007 mei 2007 april 2007 maart 2007 februari 2007 januari 2007 december 2006 november 2006 oktober 2006 september 2006 augustus 2006 juli 2006 juni 2006 mei 2006 april 2006 maart 2006 februari 2006 januari 2006 december 2005 november 2005 oktober 2005 september 2005 augustus 2005 juli 2005 juni 2005 mei 2005 april 2005 maart 2005 februari 2005 januari 2005 december 2004 november 2004 oktober 2004 september 2004 augustus 2004 |
|