Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.
Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.
Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl
|
|
|
weblog - april 2009
apr 27
|
TSS-column: Waar was Jos van der Lans?
Jos van der Lans was bij het jubileumcongres van de Fontys
Hogescholen Sociale Studies in Eindhoven. En ergerde zich aan een
paneldiscussie die alle kanten uitslingert en niet gaat over waar het over
zou moeten gaan.
Het was een mooi onderwerp, waarmee de Fontys Hogeschool
Sociale Studies haar 70-jarige bestaan vierde op dinsdag 21 april. Het
lustrumcongres had als thema meegekregen: Identiteit van de sociaal
werker, verleden en toekomst. Dat is een actueel onderwerp want de
identiteit van sociaal werkers komt de laatste tijd weer volop in
discussie. En dat kan geen kwaad, want welzijnsprofessionals hebben te lang
als kop van jut gefungeerd. Een nieuw elan, een nieuwe zelfbewuste
identiteit, ja, dat kan het sociaal werk wel gebruiken.
Toegeven, het oogt een beetje lullig om als zeventigjarige over je
identiteit te moeten spreken. De vraag wat je dan die zeventig jaar hebt
gedaan ligt dan voor de hand. En die vraag kan niet alleen aan de Fontys
Hogescholen worden gesteld, maar is ook te adresseren aan de sociaal werk
opleiding van de Hogeschool van Amsterdam, die later dit jaar de leeftijd
bereikt van 110 jaar. In 1899 startte in de hoofdstad de eerste
beroepsopleiding voor maatschappelijk werkers: de Opleidingsinrichting voor
Sociale Arbeid. Het zou zo maar kunnen dat ook de Amsterdammers bij hun
lustrumviering bij zichzelf gaan stilstaan.
Mislukt
Ik was in Eindhoven om mijn steentje bij te dragen aan deze
identiteitsspeurtocht. En om de nieuwe, geheel herziene, en verbeterde
versie van de CANON SOCIAAL WERK ten doop te houden. (Zie weblog, 21
april.) Die canon levert namelijk voldoende stof tot overpeinzing om de
vraag te beantwoorden hoe het kan dat na ruim een eeuw professioneel werken
en opleiden er kennelijk toch sprake is van een identiteitscrisis van
sociaal werkers. Laat ik een paar overwegingen aanreiken, misschien dat ze daar later dit
jaar in Amsterdam hun voordeel mee kunnen doen. De geschiedenis maakt
duidelijk dat – anders dan medisch specialisten bijvoorbeeld – sociaal werk
geen vastomlijnd beroepsveld is. Zoals een arts in de loop der eeuwen over
steeds meer kennis en steeds beter onderzoeks- en operatietechnieken
beschikt, zo ontbeert het sociaal werk zo’n geschiedenis. De afgelopen
jaren is – weten=meten, evidence based practise – een poging gedaan
om voor het sociaal werk ook zo’n geschiedenis te schrijven. Het feit dat
de identiteitsvraag desondanks toch weer opspeelt wijst erop dat die poging
als mislukt moet worden beschouwd. Zo’n geschiedenis zit er domweg niet in,
hoort kennelijk niet bij de aard van het vak. Dat is op zichzelf al een
belangrijke vaststelling.
Betekent dat de sociaal werker zich dan maar bij zijn vage lot moet
neerleggen? Dat hij/zij gemakkelijk aangeschoten wild kan blijven voor
iedereen die maar wat wil roepen? Nou, als de geschiedenis iets duidelijk
maakt, is het wel dat dat nergens voor nodig is. Want er mag dan weliswaar
geen kennishandboek sociaal werk zijn, met standaarddiagnoses en
standaardrecepten, tegelijkertijd maakt de geschiedenis aantoonbaar
duidelijk dat de kwaliteit van onze verzorgingsstaat niet zonder de
dagelijkse inspanningen van sociaal werkers kan, dat de kwaliteit van
buurten en wijken voor een groot deel getekend wordt door wat sociaal
werkers er uitspoken, dat de kwaliteit van nogal wat levens van mensen
gestuurd wordt door de inzet van sociale professionals.
Eigenlijk heeft een arts het dus makkelijker. Hij heeft wel zo’n handboek
met een enorme batterij kennis waar hij uit kan putten. Een sociaal werker
heeft dat in veel mindere mate. Hij is afhankelijk van de context, van
omstandigheden, van anderen, van geld, en moet in die onvoorspelbare
onvoorzienigheid professionele besluiten nemen. Moeten we streng zijn of
vriendelijk? Handhaven of hulpverlenen? Toespreken of meebuigen? Dwingen of
dringen? Kwaad worden of glimlachen? Zo bezien stijgt het sociaal werk met
stip op de ranglijst van moeilijke beroepen, want ga daar maar eens aan
staan.
Levenservaring
De vraag die vanuit dit perspectief voor beroepsopleidingen relevant is:
leveren wij mensen af die dit ingewikkelde werk naar behoren kunnen
verrichten? (Mijn antwoord is: nee!) En wat hebben ze daarvoor nodig, niet
alleen aan methodische en theoretische kennis, maar ook aan zelfvertrouwen,
aan beroepstrots? En zijn de professionele organisaties waar de
beroepsopleidingen mensen aan afleveren eigenlijk wel in staat om deze
professionals optimaal verder tot ontwikkeling te laten komen? Als het zo’n
ingewikkeld vak is, mag je ervan uitgaan dat levenservaring een belangrijke
rol speelt? Hoe waarderen we dat dan? Speelt dat eigenlijke en goede rol in
de praktijk?
Dat zijn de vragen waar de identiteitsdiscussie op de beroepsopleidingen
over zou moeten gaan. Maar dan moeten ze dat niet, zoals in Eindhoven, aan
een paneldiscussie overlaten, met wat willekeurig bij elkaar geraapte
vertegenwoordigers uit het veld, die onder leiding van een slecht
voorbereide voorzitter vluchten naar een metataal waar geen levend mens
meer in voorkomt, geen kritische noot gekraakt wordt en waarbij het gesprek
alle kanten opslingert en niemand er eigenlijk nog een touw aan vast kan
knopen. Dat soort weinig inspirerende discussies horen nu juist bij de oude
welzijnsprofessionaliteit, die we achter ons moeten laten. Laten we hopen
dat ze bij de lustrumviering in Amsterdam een stap verder komen. Per slot
van rekening zijn de Amsterdammers maar liefst veertig jaar ouder dan de
nog tamelijk jonge Eindhovenaren. Deze column verschijnt in
het mei-nummer van www.socialevraagstukken.nl/.
|
apr 23
|
De mythe van de mondige patient
Interessante uitspraak vandaag in de Volkskrant van Frans
Meijman, hoogleraar publiekscommunicatie, die zo in mijn boek
Ontregelen zou passen. Met Stephen Snelders heeft hij het boek
geschreven De mondige patiënt – historische kijk op een mythe en als
de Volkskrant-redacteur hem vraagt of de patient nu mondiger is
geworden, antwoordt Meijman:
’Er zijn aanwijzingen dat de invloed van de patient in de
spreekkamer afneemt. Dat komt onder meer door de protocollen. Als iemand
een bepaalde klacht heeft, volgt de arts het protocol dat daarbij hoort.
Hij kijk in zijn computer en vinkt dingen af. Dat móét hij ook. Hij wordt
er op afgerekend als hij het niet doet. Die protocollen zijn gebaseerd op
de wetenschap en in de loop der tijd helemaal uitgekristalliseerd. Nou dan
moet je als patient van goeden huize komen om daar tegenin te gaan. Je kunt
als arts nog zoveel communicatietraining hebben gehad de computer bepaalt
steeds meer wat er tijdens het consult gebeurt.
Interessant boek lijkt me. Voor meer info klik hier.
|
apr 21
|
CANON SOCIAAL WERK REVOLUTIONAIR VERBETERD
De Canon Sociaal Werk Nederland, versie 2.1, is vanaf vandaag
officieel in de lucht. Vanmiddag rondom de klok van half drie werd de
geheel vernieuwde versie van de Canon officieel ten doop gehouden door de
Eindhovense wethouder Don. Hij verricht deze opening tijdens het
jubileumcongres van de Fontys Hogeschool Sociale Studies te Eindhoven die
dit jaar haar zeventigste verjaardag viert.
De nieuwe versie van de Canon is de laatste maanden met behulp van een
subsidie van het ministerie van VWS en het Vlaamse departement van Welzijn
geheel op de schop genomen. Het aantal vensters is uitgebreid van 35 naar
50, de literatuurverwijzingen en links zijn enorm toegenomen, klassieke
teksten uit de geschiedenis van het sociaal werk zijn op de site
beschikbaar gekomen, er zijn verkorte routes aangelegd per werksoort, de
zoekfunctie is uitgebreid, er is een Canon met intrernationale
inspiratiebronnen in ontwikkeling genomen, en - niet onbelangrijk - de site
heeft een frisse eigentijdse vormgeving gekregen.
Met deze kwaliteitsinvestering wil de redactie zowel de informatiewaarde
als de gebruikswaarde van de Canon verbeteren. Daarbij streeft zij er naar
dat de Canon zijn weg zal vinden in het beroepsonderwijs, waar de
belangstelling voor de geschiedenis van het vak de laatste jaren zichtbaar
toeneemt. De studieopdrachten die nu bij elk venster zijn opgenomen leveren
daar het eerste materiaal voor. Om de vensters makkelijker in de context
van de tijd te kunnen plaatsen is elk venster gelinkt met het daarbij
horende tijdvak, conform de indeling in tien tijdvakken zoals die momenteel
in het lagere en voortgezet onderwijs in Nederland wordt gehanteerd.
Het fascinerende van deze uitdijende Canon Sociaal Werk dat hij een steeds
aantrekkelijker doelwit is van kritiek. Hoe vollediger de Canon suggereert
te zijn, hoe duidelijker de hiaten en omissies voor het voetlicht treden.
De redactie juicht deze kritiek van harte toe. Zo moet de Canon ook werken:
als een uitnodiging om er iets aan toe te voegen, om mee te denken en mee
te schrijven. In elke versie kondigt zich daarom in feite al weer een
volgende versie aan. De redactie droomt ervan dat de Canon op deze manier
in de toekomst een wikipedia-achtige productiestructuur krijgt. Zo kunnen
er per werksoort deelcanons ontstaan, waarvan een enkel venster in de
hoofdcanon terecht komt, maar een flink aantal in een eigen werksoortcanon
een plek vinden. De verkorte versies die in de nieuwe versie per
beroepsveld mogelijk zijn gemaakt, zouden door een dergelijke uitbreiding
nog aanmerkelijk aan kwaliteit en informatiewaarde kunnen winnen.
Kortom, ga zelf kijken (het kan nu al), dwaal door de rijke geschiedenis
van het sociaal werk in Nederland en aarzel niet om uw oordeel en
opmerkingen kenbaar te maken.
Klik op: www.canonsociaalwerk.nl
De redactie
Jos van der Lans, Maarten van der Linde, Jan Steyaert en Wim
Verzelen
Klik hier voor de sheets van mijn presentatie.
Klik voor een verslagje op de Fontys-site hier. Ook is er inmidels een berichtje verschenen op de site van Zorg + Welzijn
Versie 2.1 werd vandaag op de Fontys Hogeschool Sociale Studies in
Eindhoven gepresenteerd. Op de onderste twee foto’s leggen redacteuren Jan
Steyaert en Maarten van der Linde de Canon uit tijdens een speciale
workshop die aan de Canon werd gewijd.
|
apr 17
|
Stamgast in STAND.CAFÉ
Voor wie mee wil luisteren. Vandaag ben ik tussen 18.30 uur en 19.00 weer
aand de beurt als stamgast bij het NCRV-programma Stand.Café.
|
apr 17
|
Nieuwe versie CANON SOCIAAL WERK bijna af
Het wordt prachtig de nieuwe versie 2.1 van de CANON SOCIAAL WERK. Asls u
op deze link klikt krijgt u een heel klein beetje een indruk.
Achter de schermen wordt nu aan een geheel nieuwe strakke vormgeving
gewerkt, die a.s. dinsdag wordt gepresenteerd op het jubileumsymposium van
de Fontys Hogeschool Sociaal Werk in Eindhoven. Dus nog vier dagen geduld.
De vernieuwde site bevat nu ook echte aanbevelingen van onze
maatschappelijke aandeelhouders, waarvan u er twee hier boven al kunt
bewonderen.
|
apr 16
|
PvdA-salarissen
Vandaag stond een bezoekje aan Burgers Zoo in mijn agenda, waar de
corporatiewereld afscheid zou nemen van Willem van Leeuwen. Ik twijfelde al
of ik zou gaan, maar mijn voornaamste argument was niet zozeer Willems
gouden handdruk van één miljoen euro, maar het feit dat Burgers Zoo voor
iemand zonder rijbewijs een nogal OV-onvriendelijke locatie is. Eigenlijk
alleen met de auto te bereiken. Maar kennelijk heeft in
volkshuisvesting-directeurenland iedereen een auto. En vast wel een dure,
vermoed ik zo.
Maar ik hoefde niet te aarzelen, want het feestje ging niet door. De
voorzitter van de Raad van Commissarissen Hans Alders (PvdA) heeft het
festijn gezien de commotie over Willems miljoen afgeblazen. Dat is wel weer
jammer, want ik had Eberhard van der Laan (PvdA) wel eens van leer willen
zien trekken tegen zijn partijgenoten Alders en Calon, de beoogde nieuwe
voorzitter van Aedes, die kennelijk pas bereid is deze kar te trekken als
hij voor drie dagen 200.000 euro krijgt betaald.
Margriet Meinderstma (PvdA), mijn voormalige en zeer gewaardeerde collega
in de Eerste Kamer, vindt dat, zo blijkt uit de Volkskrant van
hedenochtend (zie hiernaast) niet eens ‘buitensporig hoog’ als je het
‘terugrekent naar een uurbedrag’.
Pardon? Toch maar even de achterkant van het sigarenkistje erbij gepakt.
Daar gaat ie: een jaar telt 52 weken, waarvan vijf weken vakantie
(topbestuurders gaan vaak langer, maar oké, we moeten niet overal om
zeuren), blijft over 47 weken, waarin meneer Calon 24 uur voor Aedes werkt,
dat zijn 1128 uur. Hij krijgt 200.000 euro, gedeeld door 1128 = € 177,30
per uur. Volgens Margriet Meindertsma (PvdA) is dat niet buitensporig hoog
te noemen. Ja, het zijn de tarieven die Margriet voor een
organisatieadvies wellicht zelf in rekening brengt, maar die voor een
gegarandeerd vast dienstverband toch tamelijk ongewoon zijn.
Laten we het bijvoorbeeld eens vergelijken met de norm van de corporaties
zelf, zoals niet lang geleden door Aedes zelf is vastgesteld, op voorstel
van de commissie-Izeboud. Die kwam uit op een maximumsalaris van 211.543
euro, maar dan wel bij een veertigurige werkweek. Even rekenen: 211.534 :
(47 x 40) = € 112,50 per uur. Zeker, geen gek salaris, maar waarom moet
meneer Calon (PvdA) 50% boven de norm van Aedes zitten?
De commissie-Izeboud gaf aan haar advies de regel mee: pas toe of leg uit.
Dit zal nog heel wat redeneerkunst vergen van voormalig PvdA-minister en
Commissaris van de Koningin Hans Alders. Want Calon was PvdA-gedeputeerde,
en die hebben nog steeds geen salaris dat boven de Balkenende norm uitkomt,
dus naar zijn vorige baan kan hij niet verwijzen.
En ach ja, die arme Balkenende. Toch ook maar even zijn uurloon berekend.
Daar gaat ie: 166.000 : (47 x 40) = € 88,30. Dat is twee keer zo weinig
als Calon. Mocht de PvdA ooit nog een verkiezing winnen, dan hebben de
sociaal-democraten wel een probleem. Te vrezen valt dat ze in eigen
gelederen niemand meer kunnen vinden die zin heeft om voor deze
onderbetaalde job uit de veren te komen.
|
apr 16
|
Naar een bestuurders-CAO publieke sector
Vroeger – ja,ja, opa vertelt – was het heel
gebruikelijk dat directeuren van publieke organisaties een beloning kregen
volgens een functieschaal. Zoals alle werknemers zaten ze dan ook gewoon in
een ‘loongebouw’, natuurlijk, wel in de hoogste regionen, maar in feite
volgden ze een CAO. En die schalen waren goed vergelijkbaar met de hogere
ambtenarenschalen, die we tegenwoordig aanduiden als schaal 15 tot en met
18. Daar vind je tegenwoordig de overheidsmanagers. Daar kan een
corporatiedirecteur, denk ik, ook goed van leven.
Toen die directeuren bestuurders werden, corporaties zijn daar mee
begonnen vanaf de aankondiging van staatssecretaris Heerma eind jaren
tachtig dat hij de ‘gouden koorden’ met de overheid ging doorsnijden, is
dat principe verlaten. Directeuren werden bestuurders en traden daardoor
als vanzelfsprekend uit dat oude loongebouw. Niet meer een functieschaal
dicteerde hun beloning, maar hun Raad van Commissarissen, die ze in veel
gevallen zelf aanzochten. Het gevolg was dat hun beloning exponentieel is
gestegen en aan elke logica is ontsnapt. Het is een vrije kwestie geworden,
die wonderwel altijd tot meer, meer, meer en nooit tot minder leidt. En
omdat de verenigingen meestal ook meteen opgedoekt zijn, is er ook geen
‘parlement’ in hun organisatie meer die paal en perk aan deze
beloningswedloop kan stellen.
Dus heb ik wel eens gesuggereerd in een gezelschap goedbetaalde
corporatiebestuurders, waar wij spraken over de formidabele groei van
topverdieners in de sector: laten we gewoon weer een loongebouw maken. Een
soort bestuurders CAO, met een heldere logica. Dan kan de sector ontsnappen
aan de geur van graaien en zelfverrijking. Dan wordt het voor iedereen weer
helder, ongeveer zoals de commissie-Izeboud dat voor de corporatiesector
heeft voorgesteld.
Dat vonden de bestuurders niks. Ze hoorden niet in een CAO thuis, omdat ze
immers een aparte positie hebben. Ze droegen een veel grotere
(eind)verantwoordelijkheid dan een gemiddelde werknemer in loondienst en zo
hielden ze allemaal voor: er was ook een veel groter afbreukrisico. Als ze
faalden stonden ze immers zo op straat. Dat rechtvaardigde, zo lieten ze me
weten, ook hun hoge lonen. Daar zat een soort verzekering in voor als ze
het veld moesten ruimen. Het was een soort indekkingspremie.
Ik moet daar vaak aan denken, als er weer eens een bestuurder aan de kant
wordt gezet en hij een paar jaarsalarissen en een in de tonnenlopende
pensioencompensatie meekrijgt. Niet in een soort CAO willen, maar als de
nood aan de man is je er wel naar gedragen. Dan ben je precies de werknemer
die je altijd niet wilde zijn, dan volg je exact de regels die de
kantonrechter in acht neemt als hij een voor een werknemer
ontslagvergoeding vaststelt. Dan incasseer je dubbel, jaren indekpremie en
op het ontslag toe een stevige ontslagvergoeding.
Van dit type selectief winkelen word ik een beetje misselijk. Daarom
moeten die bestuurders gewoon weer in een fatsoenlijk loongebouw worden
opgenomen, een publieke sector bestuurders CAO. Dat lijkt me een prima taak
voor de nieuwe Aedes-voorzitter, jammer alleen, dat hij al voor zijn
aanstelling al weer elke geloofwaardigheid op dit punt naar de knoppen
heeft geholpen.
Zou het ooit nog goed komen?
|
apr 5
|
Nieuw ontwerp garagedeur
Na jaren soebatten kreeg onze garagedeur in ons BO1-complex eindelijk een
vrolijk en passend uiterlijk. Ontwerp garagedeur: Anita Markx. Uitvoering: Anita Markx en
Henk Nab
|
apr 4
|
Totale update CANON SOCIAAL WERK bijna af
21 april is het zover. Dan presenteren we de nieuwe versie (2.0) van de
Canon Sociaal Werk. Met hulp van een aardige subsidie van het ministerie
van VWS is de redactie (Jos van der Lans, Wim Verzelenm, Maarten van der Linde en jan Steyaert, zie foto hier rechtsonder) in staat gesteld daar de
afgelopen maanden hard aan te werken. Het aantal vensters is uitgebreid van
35 naar 50. De teksten van alle vensters zijn geredigeerd en van een
vergelijkbare omvang gemaakt. Elk venster is voorzien van ‘links’ en
suggesties om verder te studeren. Er is ‘materiaal’ achter geplaatst dat in pdf-formaat meteen te
raadplegen valt. Er zijn per beroepsveld of kenmerkend werkwoord verkorte
routes door de Canon aangelegd. Met het oog op het gebruik van de Canon in
het beroepsonderwijs zijn er bij elk venster studie-opdrachten
geformuleerd. En tenslootte: ter verhoging van de amusementswaarde is er
ook nog een Grote Canon Quiz aan toegevoegd, waarin de bezoeker zijn kennis
van de geschiedenis kan toetsen, waarbij hij/zij van een koude kermis thuis
zal komen als hij/zij niet vantevoren de moeite heeeft genomen om een
aantal vensters echt te lezen.
Het werken aan de Canon de afgelopen maanden is niet in het geheim gebeurd.
Zoals dat ook bij een fysiek bouwproject mogelijk is kunnen bezoeker gewoon
een kijkje nemen bij dit werk in uitvoering. Dat is juist leuk want dan
zie je het bouwwerk steeds verder groeien. Je moet natuurlijk wel het adres
weten, want dat is anders dan het adres waar de huidige versie te
bewonderen valt. Klik op:
www.canonsociaalwerk.eu/nl/. en dan zie je ook dat het nog niet
allemaal af is.
De grote verandering moet daarbij nog komen, want de vormgeving zoals je
die hierboven ziet en ook ziet als je nu een kijkje neemt is niet de
definitieve vormgeving. Het geheel wordt vlak voor de officiële lancering
voorzien van een geheel nieuwe vormgeving. Hopen we, want dat het zal nog
een hele toer zijn om dat voor elkaar te krijgen.
En de versie die op 21 april, tijdens een congres in Eindhoven ter
gelegenheid van het 70-jarig bestaan van Fontys (voor meer informatie zie:
www.fontys.nl/socialestudies), getoond zal worden is
nog lang niet voltooid. Het is een eerste oplevering aan een bouwwerk dat
voordurend moet groeien. Onderdeel van het project is dat ook de
Vlaamse versie nog nog uitgebreid en geredigeerd gaat worden, dat gebeurt
deze zomer. En er is een internationale Canon in de maak. Daarin komen
buitenlandse denkers die een belangrijke invloed hebben gehad op het
sociaal-maatschappelijke werk in Nederland. Ook dat werk is in uitvoering
en je kunt de vorderingen bekijken:
www.canonsociaalwerk.eu/int/. Deze internationale Canon hopen we in een
eerste versie (1.0) begin juni te presenteren op een conferentie waarbij
docenten sociaal werk uit de HBO-opleidingen over het
geschiedenis-onderwijs praten. Wie daar meer over wil weten, moet even een
mailtje sturen naar: info@josvdlans.nl
|
apr 2
|
We hebben al een tas
Gruwelijk, gruwelijk. Er hangt een man aan de telefoon die vanuit zijn auto
belt namens Price, Waterhouse & Cooper. In opdracht van het ministerie van
VROM moet hij een conferentie organiseren over de achter-de-voordeur-aanpak
in het kader van de wijkaanpak. ‘Zegt u dat wat?’, vraagt hij mij als een
soort check of hij wel aan het juiste adres is. Hij heeft namelijk van
iemand anders gehoord dat hij mij moet vragen om deel te nemen aan een
panel tijdens deze VROM-conferentie. Uit alles blijkt dat hij niet de
geringste moeite heeft gedaan om zich in mijn betrokkenheid bij het
onderwerp te verdiepen. Maar dat mag niet verhinderen dat enige
bescheidenheid hem vreemd is.
Enfin, ik ben de datum dat hij mij in een forum wil zien verhinderd, maar
meldt hem dat hij dan iemand moet vragen uit Amsterdam die veel weet van de
Eropaf-aanpak, omdat die natuurlijk in zo’n VROM-programma niet mag
ontbreken. ‘De wat-aanpak?’, vraagt de man van PWC mij vanuit zijn auto.
Ik herhaal nog maar eens het woord Eropaf-aanpak, en voeg daar terloops
aan toe dat iemand die een VROM-conferentie over ‘achter-de-voordeur’
organiseert daar toch wel van gehoord zal hebben.
‘Jazeker’, zegt hij snel, ‘ik kon het even niet verstaan vanwege de ruis
in de auto.’
‘Ach’, vervolg ik, ‘het wil nog wel eens voorkomen dat mensen van grote
adviesbureaus dingen te organiseren, waar ze in het geheel geen verstand
van hebben. Maar gelukkig bent u niet zo iemand!’
‘Nee’, zegt de PWC-man wat schaapachtig in zijn ruizende auto, ‘zo iemand
ben ik niet.’
Uurtje-factuurtje
Als de om zich heen grijpende economisch-financiële crisis aan een ding een
einde moet maken is het wat mij betreft aan dit soort praktijken. Aan die
beledigende cultuur van de snelle geldverdieners, mensen van adviesbureaus
die klussen opknappen, die niet de moeite nemen zich ergens in te
verdiepen, de telefoon grijpen en doen alsof de wereld met een paar
gesprekken naar hun hand te zetten is. Types die klokken en klepels niet
uit elkaar kunnen houden en daar ook niet van plan zijn enige inspanning
voor te leveren.
Dat begint natuurlijk al bij zo’n ministerie. Daar komt de wens op tafel
om al de achter-de-voordeur-initiatieven nu maar eens te ‘evalueren’.
Misschien moeten we dan ook een conferentie organiseren, denkt de
dienstdoende directeur-generaal vervolgens. Je zou zeggen, een leuk klusje
voor de afdeling wijkaanpak, die daar al tijden mee bezig is, maar nee
hoor, zo’n gedachte is al decennia geleden uit het departement verbannen.
Zoiets besteed je uit!
En dan nog zijn er talloze instellingen, mensen en organisaties die met
verstand van zaken en gecombineerd met een beetje degelijk congresbureau
zo’n conferentie kunnen uitdenken en voorbereiden, zodat je een prima state
of the art zou kunnen krijgen. Maar helaas, die organisaties zijn te klein,
te onbekend, te jong, te dynamisch en komen bij voorbaat niet in
aanmerking. Want de opdracht gaat naar een groot en respectabel bureau (na
een heuse aanbesteding bij drie vergelijkbare grote bureaus) dat heel goed
is in uurtje-factuurtje en altijd wel wat ambitieuze junior-medewerkers
heeft die graag de telefoon grijpen om zich niet gehinderd door enige
kennis zo snel mogelijk door de klus te slaan.
Als dit soort geldverslindende reflexen uit alle lagen van ons
staatsbestel verwijderd zouden worden, schat ik de besparing al snel op
zo’n 100 miljoen euro. Ten minste. Want als we gewoon paal en perk gaan
stellen aan elke aandrang om elk probleem door ‘externen-van-naam’ te laten
onderzoeken dan kan het oplopen tot het vijfvoudige, zegge een half miljard
euro. Gewoon even een jaar geen Price Waterhouse & Cooper, geen McKinsey,
geen Berenschot, geen KPMG, geen BMC, geen Zwijnstra en Gudde, maar al het
werk naar bureaus die niet meer dan tien mensen op de loonlijst hebben en
wiens prijzen onder de 1250 euro per dag liggen. Het zou een geweldige
investering betekenen in de zo geliefde creatieve klasse en een
dikverdiende opdonder voor al die conglomeraten praatgrage snelverdieners
die hun computers laten ratelen om de kassa te laten rinkelen.
Chinese plasticfabriek
Maar dat gebeurt niet. Er is geen enkel signaal dat deze crisis gaat zorgen
voor een grote schoonmaak in de geldverslindende gemakzucht die de laatste
vijftien jaar aan een ongekende opmars is begonnen in de publieke sector.
We snoeien liever in mensen en banen dan in de volstrekt nutteloze
geldsmijterij omdat dat volgens de nieuwe managementklasse structureel
niet aantikt. Daarom gooit men liever een medeweker op straat dan te
stoppen met – om maar willekeurig wat te noemen - die volstrekt overmatige
kerstpakketten.
Hou daar toch mee op. Geef mensen gewoon een goed boek!
Als we deze crisis zouden kunnen gebruiken om alle overbodige rommel en
opsmuk uit onze dagelijkse werkpraktijken te verwijderen dan zou dat een
onverwachte meevaller zijn. Weg met al die borrels, die op willekeurig
welke dag door de week na een beetje festiviteit geschonken moeten worden.
Wie heeft dat verzonnen? Waar is dat goed voor? Ga gezellig met zijn allen
naar de kroeg als je zo nodig wat wilt drinken.
Weg met die klakkeloze studiereizen, die in menig overheidsapparaat
schering en inslag zijn geworden. Betaal het zelf en neem er vrije dagen
voor op. En weg met al die flauwekul die je bij het bezoek aan een congres
in je handen gestopt krijgt als je de deur uit gaat. Ik heb thuis een kast
met daarin alle tassen die ik na afloop van een congres waar ik
beroepshalve ben geweest heb gekregen, vaak nog gevuld met alle mogelijke
folders en gadgets. Die kast puilt uit met rugzakjes, goedkope
computertassen, plastic aktetassen en schoudertassen, allemaal stuk voor
stuk bedrukt met logo’s van de organiserende organisatie. Alles wat in
Nederland Polderland een beetje mee wil tellen stopt je na afloop van hun
jaarcongres een tas in de hand. Ze ruiken nog naar de Chinese
plasticfabriek, waar ze – vermoedelijk onder niet al te beste
arbeidsomstandigheden – vervaardigd zijn. Leuk cadeautje? Nou, gewoon een
sigaar uit eigen doos, want de blije congresganger (meestal zijn werkgever)
heeft daar gewoon zelf voor betaald.
Waar slaat dat eigenlijk op? Hoezo een tas? Al die honderdduizenden
congresbezoekers die maand in maand uit met zo’n plastic gedrocht worden
opgescheept, hebben ongetwijfeld veel gebreken en tekorten. Maar een ding
hebben ze in ieder geval wel: een tas. Dus wat moet je ermee? Aan je
kinderen kan je de rommel niet slijten, die zijn wel gek om met zo’n ding
te lopen.
Ik maak mij geen illusie. Zoals bij alle voorafgaande crisissen zal ook
deze crisis niet het mes zetten in het overtollig vet van onze
professionele en ambtelijke organisaties. Zo werkt dat helaas niet. Maar
het zou mij een lief ding waard zijn als we met die volkomen krankzinnige
tassenuitdelerij ophouden. Als we bij het verlaten van een volgend congres
de lieftallige dame (er worden nooit jongens ingehuurd voor het uitdelen
van tassen) vriendelijke toelachen en beleefd weigeren het cadeautje in
ontvangst te nemen met de mededeling: Hou hem maar, we hebben al een tas!
Dan zou er uit al de ellende toch nog iets goeds voortkomen.
Deze column verschijnt in het april-nummer van TSS – Tijdschrift voor
sociale vraagstukken. |
apr 1
|
Fantasieloos
Hoe langer het duurde, hoe makkelijker de uitkomst was te voorspellen: een
fantasieloze uitruil van stoplapjes die alle heilige huisjes in tact laat.
Op geen moment maakt dit kabinet de indruk dat ze de crisis wil aangrijpen
om doorbraken te forceren. Doodzonde. Ikzelf heb nog geen vijf minuten
nodig om – en dan nog alleen gericht op de overheid - mijn pakket
maatregelen te verzinnen.
► Onmiddellijke personeelsstop bij alle ministeries en semistaatsbedrijven.
Dat doet elk bedrijf dat in de financiële problemen komt: het kost niks,
maar bespaart meteen. Belangrijk voordeel: ministeries moeten hoofd en
bijzaken gaan onderscheiden en worden gedwongen tot efficiency - een eis
die ze al jaren het land opleggen, maar waar ze zelf niks van bakken.
► Er wordt een maximumdagtarief van 1250 euro vastgesteld voor het inhuren
van externen. Dat moet gezien worden als een investering in de creatieve
klasse van ZZP’ers die tegen lage kosten overheden kwalitatief hoogstaande
diensten aanbieden. Het betekent ook de doodsteek voor al die KPMG-achtige
bureaus die daarmee de rekening krijgen gepresenteerd voor hun
decenniadurende zelfverrijking volgens de methode uurtje-factuurtje.
► Er komt een nullijn voor alle ambtenaren die boven schaal tien zitten. De
opbrengst daarvan komt ten goede aan alle ambtenaren die daaronder zitten.
De overheid eigent zich machtsmiddelen toe om deze
beloningwaarderingssystematiek toe te passen in alle sectoren die met
publiek geld betaald worden (gezondheidszorg en onderwijs). Het kost per
saldo weinig, het nivelleringseffect is groot en het maakt professioneel
uitvoerend werk aantrekkelijker en productiever.
En dan laat ik mijn plannen over ‘staand vergaderen’ (had het kabinet ook
moeten doen) en een verplichte dag thuiswerken (voor filebestrijding en
asfaltpreventie) hier nog maar onbesproken. Al het geld dat aldus bespaard
wordt gaat – uiteraard - linea recta naar mijn investeringsprogramma Groen
Nederland, waarmee we elk jaar tenminste twee honderdvijftigduizend daken
met zonnepanelen bedekken en twee keer zoveel huizen isoleren, de bodem
gebruiken voor zuinig energiegebruik, het autopark binnen tien jaar
vervangen door elektrische auto’s, en nog veel meer. Het kan allemaal.
Maar de kans dat het gebeurt is nihil. Want in Den Haag regeren de
lobbyisten tegen de vliegtax, de fantasieloosheid en vooral de angst.
Deze column verschijnt begin april in het GroenLinks Magazine.
|
|
Kies een periode:
december 2024 november 2024 oktober 2024 september 2024 augustus 2024 juli 2024 juni 2024 mei 2024 april 2024 maart 2024 februari 2024 januari 2024 december 2023 november 2023 oktober 2023 september 2023 augustus 2023 juli 2023 juni 2023 mei 2023 april 2023 maart 2023 februari 2023 januari 2023 december 2022 november 2022 oktober 2022 september 2022 augustus 2022 juli 2022 juni 2022 mei 2022 april 2022 maart 2022 februari 2022 januari 2022 december 2021 november 2021 oktober 2021 september 2021 augustus 2021 juli 2021 juni 2021 mei 2021 april 2021 maart 2021 februari 2021 januari 2021 december 2020 november 2020 oktober 2020 september 2020 augustus 2020 juli 2020 juni 2020 mei 2020 april 2020 maart 2020 februari 2020 januari 2020 december 2019 november 2019 oktober 2019 september 2019 augustus 2019 juli 2019 juni 2019 mei 2019 april 2019 maart 2019 februari 2019 januari 2019 december 2018 november 2018 oktober 2018 september 2018 augustus 2018 juli 2018 juni 2018 mei 2018 april 2018 maart 2018 februari 2018 januari 2018 december 2017 november 2017 oktober 2017 september 2017 augustus 2017 juli 2017 juni 2017 mei 2017 april 2017 maart 2017 februari 2017 januari 2017 december 2016 november 2016 oktober 2016 september 2016 augustus 2016 juli 2016 juni 2016 mei 2016 april 2016 maart 2016 februari 2016 januari 2016 december 2015 november 2015 oktober 2015 september 2015 augustus 2015 juli 2015 juni 2015 mei 2015 april 2015 maart 2015 februari 2015 januari 2015 december 2014 november 2014 oktober 2014 september 2014 augustus 2014 juli 2014 juni 2014 mei 2014 april 2014 maart 2014 februari 2014 januari 2014 december 2013 november 2013 oktober 2013 september 2013 augustus 2013 juli 2013 juni 2013 mei 2013 april 2013 maart 2013 februari 2013 januari 2013 december 2012 november 2012 oktober 2012 september 2012 augustus 2012 juli 2012 juni 2012 mei 2012 april 2012 maart 2012 februari 2012 januari 2012 december 2011 november 2011 oktober 2011 september 2011 augustus 2011 juli 2011 juni 2011 mei 2011 april 2011 maart 2011 februari 2011 januari 2011 december 2010 november 2010 oktober 2010 september 2010 augustus 2010 juli 2010 juni 2010 mei 2010 april 2010 maart 2010 februari 2010 januari 2010 december 2009 november 2009 oktober 2009 september 2009 augustus 2009 juli 2009 juni 2009 mei 2009 april 2009 maart 2009 februari 2009 januari 2009 december 2008 november 2008 oktober 2008 september 2008 augustus 2008 juli 2008 juni 2008 mei 2008 april 2008 maart 2008 februari 2008 januari 2008 december 2007 november 2007 oktober 2007 september 2007 augustus 2007 juli 2007 juni 2007 mei 2007 april 2007 maart 2007 februari 2007 januari 2007 december 2006 november 2006 oktober 2006 september 2006 augustus 2006 juli 2006 juni 2006 mei 2006 april 2006 maart 2006 februari 2006 januari 2006 december 2005 november 2005 oktober 2005 september 2005 augustus 2005 juli 2005 juni 2005 mei 2005 april 2005 maart 2005 februari 2005 januari 2005 december 2004 november 2004 oktober 2004 september 2004 augustus 2004 |
|