feb 1
|
Column Huurpeil nr. 1 / 2022
De nieuwe schoenen van Hugo
Een van de aardigste grappen naar aanleiding van het aantreden van Hugo de Jonge als minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ging over schoenen. Zoals bekend is De Jonge een groot liefhebber van grillig vormgegeven stijlvolle (dure) schoenen. Als welkomstgeschenk had de Koninklijke Bouwgroep Nederland, waarin zo’n 4300 bouw- en infrastructuur ondernemingen zijn verenigd, door dj en kunstenaar Ruud de Wild een paar stevige werkschoenen laten beschilderen en deze aan de nieuwe minister aangeboden met als boodschap: je werkschoenen staan klaar, Hugo, geef de woningbouw een flinke booster. Toen het plaatje rondging op de sociale media was het commentaar voorspelbaar. Ja, als hij op het nieuwe ministerie net zo’n warrige koers vaart als in zijn vorige baan dan staat ons nog een hoop ellende te wachten.
Dat is natuurlijk een beetje flauw. De woonparagraaf in het regeerakkoord biedt immers een opsomming van nagenoeg alles wat de laatste jaren is voorgesteld om de wooncrisis vlot te trekken. De verhuurdersheffing wordt afgeschaft, de nieuwbouwproductie versneld tot 100.000 woningen per jaar, met voorrang voor starters, senioren en middeninkomens, de jubelton verdwijnt, malafide verhuurders worden aangepakt en mensen woonachtig in sociale huurwoningen met een laag inkomen krijgen huurverlaging die betaald wordt door huurders in sociale woningen die te veel verdienen. Eigenlijk is er maar een onzaligheid en dat is het voornemen om grondgebonden sociale huurwoningen te gaan verkopen.
Dat laatste lijkt een verdwaalde VVD-wens in een alleszins redelijk stimuleringspakket. Was het maar zo. Want juist met dit voornemen laat dit kabinet zien geen fundamentele gedachte te hebben over een daadwerkelijke hervorming van de woningmarkt. Het bestrijdt de symptomen, zonder visie op de oorzaken. Want wat er de laatste jaren gierend uit de klauw is gelopen is dat het wonen geheel overgeleverd is aan de wetten van de economie en woningen handelswaar zijn geworden. Daardoor verdwijnt er onwaarschijnlijk veel geld in private handen, waarbij onvermogenden (starters, lagere inkomens) volledig buitenspel zijn geraakt. De woningmarkt is - dankzij de overheid - een beleggingsmarkt geworden waar het economisch gewin van de bezitters het wint van de woonrechten van de bezitlozen.
Wie die spiraal wil stoppen, moet dus niet – zelfs niet als terloopse doelstelling – woningen van corporaties als handelswaar gaan verkopen, maar de woningmarkt zo inrichten dat er ruimte ontstaat waarin niet het eigendom, maar de toegankelijkheid en betaalbaarheid van woningen centraal staat. Dat is geen wereldvreemde gedachte. Want zoals we de economie moeten verduurzamen, zo moeten we ook de woningmarkt hervormen als een terrein waar geduldig kapitaal duurzame gebruikswaarde realiseert.
Helaas is van zo’n ambitie in het regeerakkoord weinig te ontdekken, dat is het sombere nieuws. Daar staat tegenover dat het ook niet is uitgesloten. Wat betreft zou het geen kwaad kunnen als de nieuwe minister kennis neemt van een boek dat ongeveer tegelijkertijd met zijn aantreden is verschenen. Titel: Operatie wooncoöperatie. Uit de wooncrisis door gemeenschappelijk bezit. De auteurs zijn Arie Lengkeek en Peter Kuenzli, beiden gepokt en gemazeld in de Nederlandse volkshuisvesting en stedelijke ontwikkeling. Zij leggen niet alleen aan de hand van vele tabellen en statistieken loepzuiver uit hoe de woningmarkt totaal is ontwricht, zij nemen de lezer stap voor stap mee hoe je een gemeenschapeconomie kunt ontwikkelen, waarin het geld niet verdwijnt maar steeds opnieuw geherinvesteerd wordt, waar collectieve arrangementen private verrijking onmogelijk maken en waar de gebruikswaarde triomfeert over de handelswaarde.
Dat het allemaal geen idealistische praat is, laten ze zien aan de hand van indrukwekkende voorbeelden uit Zürich, Wenen en München, waar grote delen van de woningmarkt de logica van een gemeenschapseconomie zijn gaan volgen en het gulzige beleggingskapitaal hebben buitengesloten. In die steden staat niet privaat gewin voorop maar zijn publieke waarden als toegankelijkheid, betaalbaarheid en duurzaamheid leidend. Daar zijn coöperatieve eigendomsvormen niet, zoals in Nederland, een kleingehouden niche, maar door politieke steun uitgegroeid tot een substantieel deel van de lokale woningmarkt.
Stiekum denk ik dat deze ontwikkeling Hugo de Jonge aanspreekt. Volgens mij is hij een gemeenschapsmens, dat past ook heel goed bij zijn CDA-achtergrond. Hij zou dus door hier werk van te maken zomaar zijn eigen stempel op dit regeerakkoord kunnen zetten. Hij heeft een woningmarkt te winnen en eigenlijk maar heel weinig te verliezen. Ja, hooguit moet hij zijn nieuwe werkschoenen inleveren bij Koninklijk Bouwend Nederland, waarin veel profijtpikkers van de huidige woningmarkt zich verenigd weten. Maar hij kan het lijden; thuis heeft hij nog een kast vol met veel fraaiere exemplaren.
Arie Lengkeek en Peter Kuenzli, De wooncoöperatie. Uit de wooncrisis door gemeenschappelijk bezit. | Uitgeverij Valisz | paperback | 265 blz. | ISBN 978-94-93246-06-5 | € 24,50
Huurpeil, nr. 4, 2021. Huurpeil is het kwartaalmagazine van de Woonbond.
|