Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.
Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.
Gesprek met twee Utrechtse gemeenteraadsleden over aanbesteden
Vorige week donderdag is een gesprek opgenomen dat ik voerde met twee Utrechtse gemeenteraadsleden, Has Bakker (D66) en Floor de Koning (GroenLinks), als voorbereiding op een RaadsInformatieBijeenkomst op 29 september 2020 waarin gediscussieerd werd over het inkoopbeleid van de gemeente Utrecht. Ik was uitgenodigd naar aanleiding van het essay dat ik deze zomer in opdracht van LSA-bewoners heb gepubliceerd waarin hij de gemeentelijke aanbestedingspraktijk in het sociale domein de maat neemt en pleit voor een heel andere aanpak. We moeten ophouden om in het sociale domein professionals als koopwaar te behandelen, daarvoor doen ze te belangrijk werk. Zie: https://www.lsabewoners.nl/nieuw-essay-het-dogma-aanbesteden/
Bekijk hier de opname van de RaadsInformatieBijeenkomst.
sep25
Opinie voor NUL20 => oproep voor een solidariteitsfonds
Geweldig URBAN SKATE PARK op Zeeburgereiland in Amsterdam
sep14
Stop de uitverkoop van sociale huurwoningen
Corporaties hebben in 25 jaar zo’n 150.000 woningen verkocht. Opbrengst: +/- €22 miljard. Die woningen zijn nu zo’n €41 miljard waard. Er is dus €19 miljard op basis van publiek kapitaal geprivatiseerd =10 jaar opbrengst van de verhuurdersheffing. https://t.co/f9hPwQkTgk
Vandaag nam ik afscheid van het Broodfonds Wikistad, waartoe ik in 2011 samen met Pieter Hilhorst het initiatief toe heb genomen. Een van de meest dierbare acties die ik heb ondernomen. Het Boordfonds Wikistad was indertijd het derde Broodfonds in het land en de publiciteit die Pieter en ik er mee maakten heeft belangrijk bijgedragen aan de stroomversnelling waarin de Broodfondsen terecht zijn gekomen. Inmiddels hebben zich 28.000 mensen via een Boordfonds verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Het is een geweldige opsteker als je met een groep van 50 mensen wat kunt betekenen voor mensen die door pech of wat dan ook ineens een tijd niet kunnen werken. En het is een fijn gevoel om te weten dat je als jou het noodlot treft ook geholpen zult worden. Bovendien zijn de vergaderingen altijd een soort democratisch laboratorium. Tot hoer reikt je solidariteit? Kan je iemand ook steunen als zij of hij niet zelf, maar wel zijn partner ziek is? Kunnen we andere Broodfondsen steunen als ze onvoldoende kapitaal hebben? Het is een genoegen om daar open en met een groep over te discussiéren en besluiten te nemen. Solidariteit is dan niet iets abstracts, of een systeem van regels, maar iets waar je zelf greep op hebt. Ik vind dat geweldig.
Maar ja.... ik heb de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt en ik hoef het risico op arbeidsongeschiktheid niet meer af te dekken. Ik krijg AOW en er staan flink veel wachtenden op de wachtlijst van het Boordfonds die het echt nodig hebben, dus maak ik daarvoor plaats. Wat ik wel jammer vond, was dat ik de vergaderingen zou missen, maar tot mijn verrassing hoeft dat niet, want op voorstel van mijn medeoprichter Pieter Hilhorst werd ik tot erelid benoemd. Dat is niet alleen heel eervol, maar het is ook een blijvend toegangsbewijs om ook in de toekomst aan de vergaderingen deel te nemen en er mijn zegje te doen. Daar ga ik zeker gebruik van maken, al was het alleen maar omdat er zoveel leuke en aardige mensen deel uitmaken van Broodfonds Wikistad.
Bij de officiële datum van mijn ’pensioenering’, 2 augustus 2020, stuurde mijn kompaan Pieter Hilhorst mij onderstaande beschouwing, onderdelen daarvan herhaalde hij vandaag bij mijn afscheid als lid van het Broodfonds Wikistad (zie hierboven). Reden om zijn grappige gedachtegang hier even publiek te maken.
Jos met pensioen 2 augustus 2020
Beste Jos,
Van wiskundigen wordt gezegd dat ze op hun dertigste al over hun hoogtepunt heen zijn. De flexibiliteit van het brein die nodig is om voor zeer specifieke problemen ongedachte oplossingen te verzinnen neemt volgens deze theorie vanaf je dertigste af. Van sociale wetenschappers wordt daarentegen gezegd dat ze met het klimmen der jaren beter worden. Dat komt omdat het niet gaat om het anders kijken naar een heel specifiek probleem, maar om het leggen van verbanden tussen veel verschillende fenomenen. En overzicht groeit met de jaren. Eigenlijk zou de pensioenleeftijd voor verschillende beroepen dus eigenlijk uiteen moeten lopen. Dit brengt ons bij de logische vraag: Wat is de natuurlijke pensioenleeftijd voor een maatschappijkritische journalist met een extra aandacht voor het sociaal domein?
Zo’n flexibele pensionering zou niet alleen moeten kijken naar verschillen tussen beroepsgroepen, maar ook naar verschillen in de tijdsgeest. De regering heeft een aantal jaar geleden besloten om de pensioenleeftijd te koppelen aan de stijging van de gemiddelde leeftijd. Zo krijg je aparte pensioenleeftijden als 66 jaar en 4 maanden. Het zou eigenlijk veel beter zijn om de pensioenleeftijd te koppelen aan de gemiddelde tijdshorizon van politieke beslissingen. In The Good Ancestor. How to think long term in a short-term world laat Roman Krznaric zien dat de moderne wereld ten onder dreigt te gaan aan kortzichtigheid, aan korte termijn-zichtigheid. Als tegenwicht tegen deze kortzichtigheid heb je mensen nodig die huidige ideeën, voorstellen en fenomenen kunnen relateren aan de geschiedenis. Het is dus beter om de pensioenleeftijd te koppelen aan de gemiddelde korte-termijnzichtigheid van de samenleving. Hoe kortzichtiger de wereld, hoe hoger de pensioenleeftijd zou moeten zijn. Zeker voor mensen die zich hebben gespecialiseerd in het maken van Canons voor verschillende vakgebieden.
Je begrijpt dat op basis van beide theorieën (variëteit van de pensioenleeftijd naar vakgebied en variëteit naar maatschappelijke nood) je nog absoluut niet vandaag met pensioen kan. Dat brengt me bij de vraag waarom de regering je dan zo graag met pensioen wil sturen. Ik kan daar eigenlijk maar één reden voor verzinnen. Ik denk dat die AOW-uitkering een soort van zwijggeld is. De hoop is dat als je met pensioen gaat, je eindelijk je scherpe pen zal neerleggen en de beleidsmakers ongebreideld door kunnen gaan met prioriteit geven aan hun systeemlogica boven de logica van de leefwereld. Bezien vanuit de systeemwereld is dat een goede investering in het uitschakelen van de ‘uitvinder van de decentralisaties’ zoals de heren van het IPW je graag noemen.
Het hele concept van Aow als zwijggeld is wellicht gebaseerd op een vulgair marxistisch wereldbeeld. Het idee is dat mensen de economische onderlaag de culturele bovenlaag bepaalt. Was het maar zo simpel. Of misschien is het concept gebaseerd op een neo-liberale idee dat mensen vooral reageren op financiële prikkels. Als je mensen geld geeft om niks te doen, gaan ze meer niks doen. Zoiets. Het miskent dat mensen andere redenen hebben om zich met de wereld te bemoeien dan de prijs per woord.
Ik ga er daarom vanuit dat het hele concept van de AOW als zwijggeld op jou geen vat zal krijgen en je gewoon door zal gaan met schrijven. Juist omdat de inzichten van sociale wetenschappers groeien met het klimmen der jaren. Juist omdat de kortetermijnzichtigheid van deze tijd mensen met een historisch besef nodig heeft. Je zal doorgaan met het bekritiseren van bureaucratische processen, zal doorgaan met het verbinden van ideeën voor de toekomst aan kennis van het verleden. En ik hoop dat nog een tijd lang samen met jou te mogen doen.
Pieter Hilhorst
sep11
Bijdrage aan Platform31-bundel: De sociale huur onder vuur
Platform31 vroeg een aantal mensen om een opinie te schrijven naar aanleiding van het door hen samengestelde rapport Gebouw van de volkshuisvesting: renovatie gewenst!. Dit rapport brengt de gevolgen van dertig jaar rijksbeleid in beeld. Kort samengevat: huurders zagen hun huren harder stijgen dan de inflatie, wachtlijsten voor een sociale huurwoning lipen op en steeds meer mensen hebben moeite hun huren te betalen. Niet alleen lagere inkomensgroepen worstelen met de hoge huren, ook voor steeds meer middeninkomens ligt een betaalbaar huis buiten bereik. De woningen zelf verouderen en verslechteren en de leefbaarheid in wijken met veel scociale problemen staat onder druk.
Mijn bijdrage richt zich op de leefbaarheid en de rol van woningcorporaties. Je kunt deze hier lezen.
Acht professionals over de toekomst van het sociaal wonen
Verschijningsdatum september 2020 Omvang 40 pagina’s Prijs verkrijgbaar als download
De opgave in de sociale huursector groeit. Er is een tekort aan woningen, de huren zijn sneller gestegen dan de inkomens en de leefbaarheid in wijken met veel corporatiewoningen staat onder druk. De taak van de corporaties is ingeperkt en tegelijkertijd zien we dat vanuit een bredere maatschappelijke een beroep op hen wordt gedaan. Denk hierbij aan de energietransitie en de extramuralisering. Platform31 en haar partners wilden graag weten welke ontwikkelingen exact gaande zijn en welke oorzaken in de vorm van beleid en exogene factoren hieraan ten grondslag liggen. De uitkomsten hiervan zijn te lezen in het rapport Gebouw van de volkshuisvesting; renovatie gewenst!.
Om het onderzoek een verdere verdieping te geven, vroegen we acht deskundigen uit verschillende domeinen om een opinie: ● Jan van der Schaar(voormalig hoogleraar volkshuisvesting en grondig kenner van de corporatiesector) geeft in zijn essay een reflectie op de beleidskeuzes die zijn gemaakt vanaf de jaren negentig tot nu waarin hij ingaat op de ordening (liberalisatie en decentralisaties) en sturing (instrumentarium). ● Erik Dannenberg (voorzitter Divosa), Karin Schrederhof (wethouder Delft), Mariëtte Heemskerk (bestuurder De Goede Woning) en Jos van der Lans (cultuurpsycholoog) gaan in op de positie van de corporaties in het brede domein van welzijn en zorg. ● Paulus Jansen (voormalig bestuurder Woonbond en wethouder Utrecht) en Arjen Zandstra (regisseur strategie Wooncompagnie) geven aan dat het in de volkshuisvesting ontbreekt aan een gedragen definiëring over wat een redelijke prijs-kwaliteitsverhouding van een sociale huurwoning is. ● Ton Selten(voormalig voorzitter Woonbond) gaat in op het matchen van middelen en de ondernemingslogica die zich hiertegen verzet.
Bijdrage aan slotverhaal in Volkskrant over zomerreportages in Tilburg-Noord
De Volkskrant publiceerde deze zomer meerdere reportage over Tilburg-Noord, met als achterliggende vraag hoe een relatieve achterstandswijk de gevolgen ervaart van corona. Dat bleek reuze mee te vullen. Voor de afsluitende reportage sprak ik met een van de twee verslaggevers. Ruim een uur en dit is dan wat je ervan in de krant terugziet. Klik op de afbeeling voor het hele verhaal op de Volkskrant-site.
Het citaat, waarin ik meld dat los van corona ik al veel langer vind dat er hoognodig weer in deze wijken geïnvesteerd moet worden, stond wel in de tekst die mij werd voogelegd, maar heeft de krant niet gehaald. Ach ja, zo gaat dat nu eenmaal.
sep9
Bij het overlijden van Margot Scholte (1963-2020)
Margot Scholte overleed op donderdag 3 september, nadat ze als ‘evenwichtskunstenaar’ bijna acht jaar met uitgezaaide borstkanker haar leven telkens weer opnieuw betekenis wist te geven. Dat deed ze in haar persoonlijk leven met haar partner Karel, en hun hondje Dapper (what’s in a name…), maar dat deed ze ook met en voor professionals in het sociaal domein. Margot Scholte was lector Maatschappelijk werk Hogeschool InHolland. Zij was één van de eerste warme pleitbezorgers voor een meer generalistische invulling van het sociaal werk. Onderstaande herinnering postte ik gisteren in het condoleanceregister.
Margot Scholte sprak op 21 januari 2010 haar lectorale rede uit en stelde mij die dag in de gelegenheid om een coreferaat te houden. Het was de eerste keer dat ik met Margot iets samen deed en zodra zij aan haar rede was begonnen bezorgde ze mij een indringend gevoel van overbodigheid. Ik had als coreferent eigenlijk maar heel weinig aan het glasheldere betoog van de kersverse lector Scholte toe te voegen.
Margot nam in haar rede de aanwezigen nog eens mee door de geschiedenis van het maatschappelijk werk. Langs de ontluikende professionalisering van Marie Kamphuis via het emancipatoire politieke denken van de jaren zeventig naar de ontluistering van Hans Achterhuis om daaruit te constateren dat het maatschappelijk werk zich te zeer in de spreekkamers had verschanst en haar leidende rol was kwijtgeraakt. Margot pleitte er voor dat het hoog nodig was dat het maatschappelijk werk weer uit de kast kwam en haar sturende positie in de eerste lijn opnieuw zou opeisen. Het klonk mij als muziek in de oren.
’Oude waarden in nieuwe tijden’, zo luidde de titel van Margots lectorale rede. Geheel in lijn met wat bijvoorbeeld de Canon Sociaal Werk ook probeerde te stimuleren, meende zij dat het maatschappelijk werk zich moet herpakken door een aantal oude waarden weer in het hart van de beroepsidentiteit van het maatschappelijk werk te maken. Het gaat dan om zaken als dienstbaarheid, bezieling, solidariteit, soberheid, het verbindend vermogen en onafhankelijkheid. Allemaal waarden die weer actief moeten worden uitgedragen in nieuwe energieke, moderne organisatievormen.
De maatschappelijk werker van de 21e eeuw was in de ogen van Margot niet langer een spreekkamer-specialist, maar een sociaal domein-generalist. Iemand die in het front van wijken opereert, diagnoses stelt, specialistische hulp kan inroepen, die aanwezig (present) is. Ja, zo constateerde ze, we zien hier iets van de gestalte van Johanna ter Meulen in terug. Maar ze zag het ook in de eerste experimenten met sociale wijkteams in Enschede, Leeuwarden en Eindhoven, waar maatschappelijk werkers in de leefwereld van kwetsbare wijken hun rol opeisten.
Deze initiatieven vormden de voorhoede, aldus Margot, die het maatschappelijk weer de weg moeten wijzen. Het is niet zo dat ze hun hulpverleningsstempel moeten afzweren, integendeel. Ze moeten alleen naar voren treden, er eerder bij zijn, in het front opereren.
Zo ontstond er een nieuw profiel van de maatschappelijk werker, die we nu sociaal werker zijn gaan noemen: zelfverzekerd en midden in leefwereld van de mensen waar het om gaat. Margot ontvouwde in haar lectorale rede een programma, dat eigenlijk in de jaren die daarop volgden zowel in de beroepsopleidingen als in de beroepsverenigingen gewoon is uitgevoerd. Zij was in 2010 niet alleen visionair, zij heeft er tot op het laatst in weerwil van haar slopende ziekte intensief aan meegewerkt.
Het is een groot onrecht dat het sociaal werk veel te vroeg afscheid van haar moet nemen.
sep9
Column Huurpeil: privatisering van de stad
Stop de uitverkoop!
Een kwart eeuw geleden kregen woningcorporaties groen licht voor de verkoop van sociale huurwoningen. Naar schatting zijn er sindsdien een kleine 150.000 woningen door de corporatiesector verkocht. Op een bezit van zo’n 2,3 miljoen woningen lijkt dat niet heel veel. Maar in grote steden als Amsterdam en Rotterdam daalde het aandeel corporatiewoningen wel degelijk substantieel. De Amsterdamse woningvoorraad bestaat bijvoorbeeld momenteel nog maar voor 40 procent uit corporatiebezit.
Wat zich in feite voltrok was een aanmerkelijke overheveling van publiek gefinancierd eigendom naar privaat beheerd kapitaal. Reken even mee. Laten we voorzichtig aannemen dat gedurende deze 25 jaar de gemiddelde verkoopprijs 150.000 euro was (waarschijnlijk veel meer), dan hebben de woningcorporaties ruim 22 miljard euro binnen gehaald. Dezelfde woningen zijn nu op zijn minst 275.000 euro waard, dat wil zeggen: 41 miljard euro. Er is dus 19 miljard vermogen op basis van publiek kapitaal geprivatiseerd. Zeg maar: de opbrengst van tien jaar verhuurdersheffing.
Dat zijn cijfers waar de kapitaalkrachtigen onder ons wel raad mee weten. Die ruiken winst. Dat hoeven niet eens hele grote beleggingsmaatschappijen te zijn, ook slimme jongens met geld, zoals prins Bernard jr. cs, zien hier een goed belegde boterham in. Of anders vermogende ouders, die hun studerende kinderen aan woonruimte willen helpen (in Amsterdam werd in 2016 25 procent van de corporatiewoningen aan ouders verkocht). Stel nu dat de helft van de verkochte corporatiewoningen (=75.000) op deze wijze inmiddels verhuurd wordt voor een middenhuur van 900/1000 euro per maand, dan gaat het om een jaarlijkse omzet van om en nabij de 800 miljoen, die in private handen is gekomen. Een rendement van naar schatting 10 procent. Iets minder dan de helft van de jaarlijkse opbrengst van de verhuurdersheffing.
Daar ziet de publieke zaak dus nauwelijks iets van terug. Weg is weg. Op andere terreinen is men wat dat betreft een stuk gewiekster. Als Ajax Frenkie de Jong verkoopt aan Barcelona, lopen ze in Waalwijk en Tilburg polonaise omdat zij vanwege hun opleidingsinspanningen een deel van de transfersom toegespeeld krijgen. Ook al heeft het goudhaantje nauwelijks gespeeld in het Willem II-shirt, toch krijgt de Tilburgse penningmeester een paar miljoen overgemaakt op de bankrekening.
Iedereen vindt dat logisch. Zonder opleiding geen sterspeler. Maar als er een corporatiewoning wordt verkocht, dan doet die eerste publieke investering er ineens niet meer toe. Als de nieuwe eigenaar een paar jaar later de woning verkoopt met 50 procent winst dan doet niemand hem wat, als hij de woning een beetje verbouwt en voor een hoge prijs verhuurd is hij spekkoper. Dat is eigenlijk ontzettend raar. Er is iets met publiek geld gerealiseerd en anderen strijken daar de winst van op. Stel dat je nu wel een Frenkie-de-Jong-publiek-profijt-optie in de verdere verkoop inbouwt, dan profiteert de publieke zaak blijvend van de private transactie en mogelijk zet het ook een rem op de prijsontwikkeling op de markt. Waarom gebeurt dat eigenlijk niet? Waarom denken we niet automatisch zo?
Dat zullen we toch moeten gaan doen, want de privatisering van de stad is een grote bedreiging. Steden als Londen, Parijs en Barcelona zijn hier ons voorland. De woningmarkt is de nieuwe ‘mijnsector’ aan het worden, de plek waar kapitaal veilig rendement kan maken. Met stijgende prijzen, een toenemende segregatie en uitsluiting, zo niet gettovorming van onvermogenden tot gevolg. Dat lijkt mij niet iets waar corporaties aan mee moeten werken. Daarom is het goed om de verkoopnoodzaak van woningcorporaties te bezien tegen het licht van deze privatisering van de steden. Het is een extra argument om de vermaledijde verhuurdersheffing af te schaffen.
De meeste gemeenten werken nu al bij verkoop met een verplichting tot zelfbewoning, maar daar weten slimme beleggers wel een mauw aan te passen. Daarnaast bestaan er wel degelijk transactievormen waarin het publieke belang wordt beschermd, zoals verkoop in de vorm van maatschappelijk gebonden eigendom. Helaas is de corporatiesector daar nooit echt warm voor gelopen: het levert minder op. Gewoon verkopen is een stuk eenvoudiger en rendabeler. Maar inmiddels weten we dat als je een collectief goed ongeclausuleerd privatiseert, dat je op termijn de publieke rekening krijgt gepresenteerd. Het is de hoogste tijd om na 25 jaar die les zo snel mogelijk ter harte te nemen.
Deze column verscheen in september in Huurpeil, nr. 3, 2020. Huurpeil is het kwartaalmagazine van de Woonbond.
sep6
Nieuwsbrief Vereniging Canon sociaal werk
Nieuwsbrief nr. 28 | Daarin staan we stil bij het overlijden van Maarten van der Linde (@maarten_linde), dé historicus van het sociaal werk, pionier van de Canon sociaal werk, voorzitter van de Vereniging en boven alles een ontzettende aardige man. https://t.co/BO6zs2bjji
— Redactie Woonbond magazines Huurpeil en Huurwijzer (@RedactieWB) September 4, 2020
sep1
38 mensen lieten mooie herinneringen achter in condoleance-register van Maarten van der Linde
Hartverwarmende woorden in het door ons en @HU_Utrecht ggisteren eopende condeolance-register voor Canon-pionier en ambassadeur Maarten van der Linde die tot ons grote verdriet vorige week is overleden. https://t.co/ZyupCVZ0I0pic.twitter.com/cznC8y6rmI