JOS VAN DER LANS - WEBLOG / TWITTER

Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.

Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.

Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl

weblog - april 2020
Handel in vrijblijvendheid op stukje wal vol beste stuurlui
Verantwoording bronnen en literatuur van De marktkwerking voorbij

Op pagina 76 van de uitgeschreven versie van de Participatielezing 2020, De maktwerking voorbij. Samenlevingsopbouw in de 21e eeuw verwijs ik de lezer voor de verantwoording van de aangehaalde bronnen en de gebruikte literatuur naar deze website. Ik was daar in de dagen voor de lezing ook al aan begonnen, maar had het in de voorbereiding niet helemaal af gekregen. Na de lezing ben ik direct een weekje op vakantie gegaan (naar Noord-Italië, net een paar weken voor dat het coronavirus daar aan zijn Europese opmars begon) en daarna compleet vergeten het document af te maken. Kannelijk heeft tot nu toe ook niemand dat echt gemist. Totdat ik vrijdag een mailtje kreeg van Sjoek de Vries, regio-ambassadeur Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd Zeeland (VNG) en bezig met zijn tweede master. Hij meldde heel beleefd dat hij de vertantwoording tevergeefs heeft gezocht op mijn website. Of hij niet goed had gekeken? Oei, dacht ik, is me helemaal ontschoten. Daarom vandaag maar meteen in orde gemaakt en een uitgebreide veranwoording online gebracht, te vinden in het boekenoverzicht bij De marktwerking voorbij of rechtstreeks via deze link. Excuus voor iedereen die er tevergeefs naar heeft gezocht en met dank aan Sjoek de Vries.

:
Vervolg actie #huurverlof; oproep tot inrichten solidariteitsfondsen


Als vervolg op de actie #huurverlof, die ik in de tweede week van de lockdown op verschillende sociale media voerde en waar woningcorporaties voorzichting op reageerden (dwz: met betalingsregelingen oftewel: schulden-op-termijn), publiceerde ik vrijdag op socialevraagstukken.nl een pleidooi voor solidariteitsfondsen binnen corporaties, zodat ze ook daadwerkelijk solidarteit kunen organiseren en bovendien iets limmer omgaan met het feit dat ze jaarlijks 1 à 2 procent van hun huurinkomsten moeten missen omdat huurders hun verplichtingen niet na kunnen komen, en dan zwijg ik nog maar over de incassokosten waar ze hun onvermogenden huurders opzadelen en die het alleen maar erger maken. Laten we de coronacrisis aangijpen om die spiraal structureel te doorbreken. Klik op de afbeelding hierboven of hier om de bijdrage te downloaden.

Waarom corporaties weer werk moeten maken van solidariteit!!!
Boekessay Participatielezing nu gratis verkrijgbaar
De opheffing van de sociale werkvoorziening was een schandvlek!


Ontwaken uit de neoliberale droom


Eind maart verschijnt bij uitgeverij Prometeus van de hand van de filosoof Gabriël van de Brink het boek Ruw ontwaken uit een neoliberale droom en de eigenheid van het Europese continent. Het is een monumentale studie over hoe Nederland de afgelopen decennia ten prooi is gevallen aan de oprukkende ideologie van competitie, van consumentisme, van bedrijfsmatig ordenen en redeneren, van individuele zelfredzaamheid. Van den Brink’s studie laat zien wat de droom heeft bewerkstelligd, maar vooral ook welke waarden het heeft vernietigd en hoe het ongenoegen ertegen (denk aan de gele hesjes) steeds nadrukkelijker de kop opsteekt. En hij wijst de weg naar een nieuwe orde: een wereld waarin samenwerking en coöperatie het wint van competitie en wedijver; een wereld waarin Europese waarden van solidariteit en zorgzaamheid de Angelsaksische waarde van succes en onverschilligheid zullen verdrijven.

Van den Brink is allang niet meer de enige die het neoliberale tijdperk het graf in prijst. SCP-directeur Kim Putters, die Van den Brinks boek van een voorwoord voorzag, zegt in wat diplomatieke bewoordingen al jaren hetzelfde. Herman Tjeenk Willink, decennialang vice-voorzitter van de Raad van State, sprak in zijn pamflet Groter denken, kleiner doen zelfs over betonrot die het bedrijfsmatig denken in onze rechtsorde en publieke sector heeft veroorzaakt, met een indringende oproep aan de politiek om het tij te keren voor het gebouw definitief instort. Zelfs VWS-minister De Jonge laat bij herhaling weten dat de marktwerking te ver is doorgeschoten. Zelf heb ik mijn recente Participatielezing 2020 De marktwerking voorbij – samenlevingsopbouw in de 21e eeuw gepoogd het mijne aan de begrafenisstemming bij te dragen.

De vraag is echter: hoe verder? Natuurlijk is het zinvol, zoals Van den Brink doet, om andere waarden en tradities naar voren te schuiven die we een prominente plaats moeten geven. Dat is zeker belangrijk, maar het blijft toch tamelijk abstract. Ik zou daarom vooral ook een andere weg willen bewandelen. Namelijk het aandringen op het opruimen van de bestuurlijke mislukkingen die het neoliberale tijdperk hebben bewerkstelligd. Daar valt ook een heel boek mee te vullen. Maar het eerste wat in dit nationale programma van herstelwerk moet gebeuren is het terugdraaien van het opheffen van de sociale werkvoorziening, zeg maar: de oude sociale werkplaatsen. Dat is echt een schandvlek.

Sinds 1 januari 2015 bestaat de sociale werkvoorziening in een sterfhuisconstructie, oude werknemers mogen blijven, nieuwe worden niet meer toegelaten en moeten op de normale arbeidsmarkt of in nieuwe beschutte werk hun plek zien te vinden. In dit beleid is het idee van normaliseren (je moet mensen met een beperking niet apart zetten) samengegaan met het neoliberale rendementsdenken (zo’n apart instituut is duur en gesubsidieerde arbeid verstoort de markt) met als uitkomst het wensbeeld dat een groep van honderdduizend mensen met looncompensatie, aanpassingssubsidies en jobcoaches wel een weg zou vinden naar een gewone arbeidsplaats. Beter voor de mensen, goedkoper voor de samenleving.

Niet dus. In feite haalde het besluit om de sociale werkvoorziening af te bouwen een streep door de bereidheid van de samenleving om plekken in te richten waar mensen zich juist niet hoefden aan te passen aan de jachtige wereld van arbeidsorganisaties, waar ze in hun eigen tempo zich nuttig konden maken, waar ze mensen troffen die op dezelfde manier in het leven stonden, waar ze op hun eigen manier van waarde konden zijn. Normaal werk en zelfstandigheid (met ondersteuning) stonden in het neoliberale frame voor zulke vanzelfsprekende superieure waarden dat elk bezwaar vanuit de gelederen van de sociale werkvoorziening (bestuurders, begeleiders en mensen die er werkten) als behoudzuchtig en paternalistisch werd afgedaan. Maar in de werkelijkheid stuurden we honderdduizenden mensen het bos in, voelde het gros van de werkgevers zich totaal niet geroepen om arbeidsplekken te creëren voor mensen met een beperking, was de arbeidsbemiddeling van UWV en gemeenten totaal niet toegerust om deze normalisatie daadwerkelijk te begeleiden. We lieten een grote groep geïndividualiseerde arbeidsgehandicapten simpelweg aan hun lot over. Let wel: het gaat hier om de meest kwetsbare groep burgers, die niet in staat is om met tractoren naar het Malieveld te rijden.

Als we het neoliberale tijdperk echt achter ons willen laten zullen we op zo snel mogelijk het lef moeten tonen om op onze schreden terug te keren. We moeten weer warmte en veiligheid durven te creëren voor mensen die buiten de boot vallen, in plaats van dat we ze voortdurend beoordelen op hun afstand tot de echte arbeidsmarkt en daarvoor de compensatie berekenen. We hebben weer ouderwets mededogen en solidariteit nodig, in plaats van al maar calculerende zakjapanners. Dat is de droom waaruit we ruw moeten ontwaken. De partij die deze mentaliteit in haar verkiezingsprogramma, die momenteel volop in de maak zijn, laat spreken, mag op mijn stem rekenen.


Deze bijdrage verscheen in het Tijdschrift voor sociale vraagstukken, nr. 1/2020.
Nieuw boek: CANON speciaal & passend onderwijs Almere

Het boek Canon speciaal & passend onderwijs Almere brengt de geschiedenis in beeld van de laatste vijftig jaar van het speciaal onderwijs. In vijf ‘vensters’ worden de belangrijkste landelijke gebeurtenissen in beeld gebracht, steeds geflankeerd door ‘vensters’ die de ontwikkelingen in Almere beschrijven.
Onderwijsexperiment
Die opzet laat niet alleen de wisselwerking zien tussen het nationale beleid en de lokale uitwerking in Almere, maar ook hoe weerbarstig het is om in de onderwijspraktijk het ideaal van inclusie te realiseren. Almere is daarbij interessant omdat de jonge stad midden jaren negentig tot proeftuin werd uitgeroepen om kinderen met een beperking zo veel als verantwoord was in het regulier onderwijs op te vangen. De driehonderd kinderen die toen in busjes over de brug naar speciaal onderwijsscholen in het oude land werden gebracht, zouden in het experiment Gewoon Anders een plek moeten krijgen in het reguliere onderwijs. Aanvankelijk lukte dat heel goed, maar uiteindelijk zijn de aparte scholen voor speciaal onderwijs ook in Almere tot ontwikkeling gekomen, ondanks het Haagse streven om dat te voorkomen. In 2010 is daarvoor de Stichting Almere Speciaal, afgekort als SAS, ontstaan, waaronder de scholen De Bongerd, Olivijn en Aventurijn ressorteren. Deze speciale Canon-uitgave luistert het tienjarig bestaan van de SAS op.

Prangend vraagstuk
Het boek (55 pagina’s, kleurrijk geïllustreerd) biedt een leerzaam inkijkje in de recente geschiedenis van het speciaal onderwijs in Nederland. Hoezeer het nationale beleid er ook op aanstuurde, hoe energiek er in het Almeerse experiment ook aan is gewerkt, het blijft een indringende opgave om alle kinderen die plek en aandacht te geven waarmee ze het beste geholpen zijn. Wat deze geschiedenis indringend laat zien is dat zorg voor achterblijvende leerlingen in elk klaslokaal voor iedere leerkracht een prangend vraagstuk is. Hoe geef ik een leerling de aandacht die het verdient? Wat is de plek waar hij/zij zich het beste thuis voelt? Hoe doe ik dat in een overvolle klas? Hoe kan het beleid daarbij behulpzaam zijn? Wie kan mij daarin ondersteunen? Hoe speelt de thuissituatie hierin een rol? Kan ik het aan? Wat vinden de ouders?

Op deze vragen steeds een zo goed mogelijk antwoord vinden, in het belang van het kind, in overleg met de ouders en passend bij wat een school wel of niet kan bieden, dat is waar het in het passend onderwijs om gaat. Dat is puzzelen, zoeken, met elkaar overleggen, nadenken om dat maatwerk tot stand te brengen waardoor – zoals het Almeerse motto luidt - alle kinderen in Almere succesvol op school zijn. Dat is iedere keer weer een opgave. Dat was zo in het verleden, zo blijkt uit deze Canon, maar vooral ook in de toekomst.




Bestellen
Rechtstreeks bestellen door € 15,00 over te maken op IBAN: NL25 TRIO 0254 4461 08, ten name van Vereniging Canon Sociaal Werk, Amsterdam onder vermelding van naam, adres en ‘Canon Almere’.

Per email: info@canonsociaalwerk.eu.
Bij afname meerdere exemplaren is korting mogelijk.

De opbrengst van de losse verkoop gaat naar
Stichting Alkind.


* * *
Column Huurpeil, februari 2020 - De marktwerking voorbij


Woningcorporaties en huurdersorganisaties moeten zich opnieuw uitvinden

Er is alle reden om aan te nemen dat we een post-neoliberale tijd betreden. Het bedrijfseconomisch denken en het gedachtegoed van het New Public Management zijn hun overtuigingskracht kwijt aan het raken. Het hele project, dat ergens in de jaren tachtig van de vorige eeuw uit de startblokken kwam, lijkt aan het einde van zijn Latijn. We zijn toe aan een andere manier van denken, ordenen en sturen in het publieke domein.

Dat zal overigens nog een hele toer worden. De gevolgen van het neoliberale denken zijn zo diep verankerd dat we ons er eigenlijk niet van bewust zijn. Eén van de axioma’s was bijvoorbeeld dat als je sterke publieke marktpartijen maakt in bijvoorbeeld de zorg of in de volkshuisvesting dat je daar sterke tegenkrachten tegenover moet zetten. Consumentenorganisaties bijvoorbeeld die een rem zetten op de winstmaximalisatie en ervoor zorgen dat de nieuwe publieke ondernemers niet het maatschappelijke spoor bijster zouden raken. Daarom werd er toen de Zorgverzekeringswet werd aangenomen meteen flink wat geld gereserveerd voor sterke patiënten/cliëntenorganisaties als tegenmacht van de zorgverzekeraars en zorgaanbieders. En eerder, toen de woningcorporaties in 1995 verzelfstandigden en allemaal stichtingen werden, was het logisch dat zij bij wet verplicht werden te overleggen met onafhankelijke huurdersorganisaties, waarvoor zij ook de financiële middelen ter beschikking moesten stellen.

Inmiddels zijn we een kwart eeuw verder en kunnen we moeilijk om de conclusie heen dat deze ‘tegenmachten’ niet erg succesvol zijn geweest. Eigenlijk was het een vreemde opsplitsing, want waarom zouden woningcorporaties niet zelf als een immanente waarde de belangen van huurders kunnen behartigen? Daar waren ze immers uit voortgekomen. Het zat in hun DNA. De oude verenigingen smeten bepaald niet met geld en hun ledenraden waakten erover dat er geen gekke dingen gebeurden.

In de nieuwe situatie werd dat belang ineens buiten de organisatie geplaatst bij huurdersorganisaties, alsof het een externe kwestie was. Het interne bedrijfseconomische belang was het maximaliseren van de opbrengsten; de Huurdersorganisatie was als externe waakhond een hobbel die genomen moest worden. De corporaties spraken ook niet meer over bewoners of huurders, maar over ‘klanten’. En dat doen ze eigenlijk nog steeds: je hoeft maar een willekeurige website van een corporatie aan te klikken of je wordt ondergedompeld in een klantvriendelijk menu: ik zoek een woning, ik wil een reparatie melden, et cetera. Over de geschiedenis van de corporatie, haar maatschappelijke betekenis, zijn visie over betaalbaar wonen of ongelijkheid op de woningmarkt tref je nauwelijks iets aan. Zelfs over Huurdersorganisaties is met moeite iets te vinden, want die zijn immers onafhankelijk.

Die trend heeft een pervers effect gehad. De verantwoordelijkheid voor het gemeenschappelijke, het collectieve, het onderlinge is langzaam maar zeker uit het professionele corporatiebewustzijn verdreven. De Woningwetwijziging van 2015 is met haar inperking van sociale doelstellingen en beknotting van leefbaarheidsambities wat dat betreft een afronding van een langdurig proces om van woningcorporaties vooral klantenorganisaties voor individuen met een beperkte beurs te maken, die ver weg blijven van zoiets ouderwets als gemeenschapsvorming en samenlevingsopbouw. Dat is inmiddels zelfs verboden terrein geworden.

Huurdersorganisaties hebben deze trend niet kunnen keren. Ze waren weliswaar onafhankelijk, maar in feite totaal afhankelijk van hun moederorganisatie. In alle uitwassen die de corporatiesector heeft getroffen speelden ze hoegenaamd geen rol. Over de grote kapitaalinvesteringen en beslissingen hadden ze niks te zeggen, wat resteerde was een soort instemmingscollege dat regelmatig met bestuurders aan tafel zat, maar zelden potten kon breken. Dynamisch is het nooit geweest, het gezelschap bestuurders van huurdersorganisaties vergrijst inmiddels in rap tempo. Naar schatting van 7 van de 10 actieve bestuurders is man en ouder dan 65. Van jonge aanwas is nauwelijks sprake.

Het is, kortom, een doodlopende weg, ooit ingeslagen vanuit een gedachtegoed waar we nu de wrange vruchten van plukken. De weg voorwaarts is dat corporaties afscheid nemen van het definiëren van hun huurders als klant, als consument van woondiensten. Daarvoor in de plaats moet een overtuiging komen dat er gewerkt wordt voor bewoners, die met elkaar een zo aangenaam mogelijk woonklimaat creëren en door corporaties uitgedaagd en gefaciliteerd worden om daar daadwerkelijk verantwoordelijkheid voor te nemen. Dat is een heel andere , maar onontkoombaar om zoiets als huurdersbetrokkenheid nieuw leven in te blazen. Dat vraagt een stevige heroriëntatie, maar er is geen andere weg. Nu de marktwerking voorbij is, zullen woningcorporaties en huurdersorganisaties zich opnieuw moeten uitvinden.




Deze column verscheen in maart in Huurpeil, nr. 1, 2020. Huurpeil is het kwartaalmagazine van de Woonbond.
Kies een periode: november 2024
oktober 2024
september 2024
augustus 2024
juli 2024
juni 2024
mei 2024
april 2024
maart 2024
februari 2024
januari 2024
december 2023
november 2023
oktober 2023
september 2023
augustus 2023
juli 2023
juni 2023
mei 2023
april 2023
maart 2023
februari 2023
januari 2023
december 2022
november 2022
oktober 2022
september 2022
augustus 2022
juli 2022
juni 2022
mei 2022
april 2022
maart 2022
februari 2022
januari 2022
december 2021
november 2021
oktober 2021
september 2021
augustus 2021
juli 2021
juni 2021
mei 2021
april 2021
maart 2021
februari 2021
januari 2021
december 2020
november 2020
oktober 2020
september 2020
augustus 2020
juli 2020
juni 2020
mei 2020
april 2020
maart 2020
februari 2020
januari 2020
december 2019
november 2019
oktober 2019
september 2019
augustus 2019
juli 2019
juni 2019
mei 2019
april 2019
maart 2019
februari 2019
januari 2019
december 2018
november 2018
oktober 2018
september 2018
augustus 2018
juli 2018
juni 2018
mei 2018
april 2018
maart 2018
februari 2018
januari 2018
december 2017
november 2017
oktober 2017
september 2017
augustus 2017
juli 2017
juni 2017
mei 2017
april 2017
maart 2017
februari 2017
januari 2017
december 2016
november 2016
oktober 2016
september 2016
augustus 2016
juli 2016
juni 2016
mei 2016
april 2016
maart 2016
februari 2016
januari 2016
december 2015
november 2015
oktober 2015
september 2015
augustus 2015
juli 2015
juni 2015
mei 2015
april 2015
maart 2015
februari 2015
januari 2015
december 2014
november 2014
oktober 2014
september 2014
augustus 2014
juli 2014
juni 2014
mei 2014
april 2014
maart 2014
februari 2014
januari 2014
december 2013
november 2013
oktober 2013
september 2013
augustus 2013
juli 2013
juni 2013
mei 2013
april 2013
maart 2013
februari 2013
januari 2013
december 2012
november 2012
oktober 2012
september 2012
augustus 2012
juli 2012
juni 2012
mei 2012
april 2012
maart 2012
februari 2012
januari 2012
december 2011
november 2011
oktober 2011
september 2011
augustus 2011
juli 2011
juni 2011
mei 2011
april 2011
maart 2011
februari 2011
januari 2011
december 2010
november 2010
oktober 2010
september 2010
augustus 2010
juli 2010
juni 2010
mei 2010
april 2010
maart 2010
februari 2010
januari 2010
december 2009
november 2009
oktober 2009
september 2009
augustus 2009
juli 2009
juni 2009
mei 2009
april 2009
maart 2009
februari 2009
januari 2009
december 2008
november 2008
oktober 2008
september 2008
augustus 2008
juli 2008
juni 2008
mei 2008
april 2008
maart 2008
februari 2008
januari 2008
december 2007
november 2007
oktober 2007
september 2007
augustus 2007
juli 2007
juni 2007
mei 2007
april 2007
maart 2007
februari 2007
januari 2007
december 2006
november 2006
oktober 2006
september 2006
augustus 2006
juli 2006
juni 2006
mei 2006
april 2006
maart 2006
februari 2006
januari 2006
december 2005
november 2005
oktober 2005
september 2005
augustus 2005
juli 2005
juni 2005
mei 2005
april 2005
maart 2005
februari 2005
januari 2005
december 2004
november 2004
oktober 2004
september 2004
augustus 2004