Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.
Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.
Bespreking van recente heruitgaven van Gramsci en Schmitt voor De Helling
Weer eens wat anders. Voor De Helling, politiek-cultureel kwartaalmagazine van het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks, besprak ik in een essay twee recente heruitgaven van boeken van twee belangrijke denkers uit de politieke geschiedenis van de 20e eeuw: de Italiaamse communist Anotonio Gramsci en de Duitse rechtsgeleerde Carl Schmitt. Beiden tegenwoordig populair in radicaal-rechtse kringen. Vooral de omarming van Antionio Gramsci, een overtuigde Italiaanse communist, doet wat vreemd aan. In het essay probeer ik te achterhalen waar de hedendaagse aantrekkelijkheid van deze twee denkers uit bestaat. Lees hier het verhaal op de site van De Helling of klik op de afbeelding hieronder.
okt18
Begrafenis Nico de Boer
Vandaag hebben we met veel mensen afscheid genomen van @Nico_de_Boer. Het was verdrietig, mooi en troostend tegelijkertijd. Alle mensen die de afgelopen week via Twitter mee hebben geleefd: heel veel dank. Het heeft mij en Nico’s naasten enorm geholpen. https://t.co/UIJ02qdvmw
Verdrietig, mooi en troostend afscheid van Nico de Boer
Vandaag hebben we met heel veel mensen afscheid genomen van Nico de Boer. Het was verdrietig, mooi en troostend tegelijkertijd. Hieronder de eerste alinea’s van mijn verhaal. Klik hier voor de volledige versie.
Ik schreef Nico zo’n twee weken voor zijn overlijden een kaartje met daarop de tekst dat hij wat mij betreft het ultieme bewijs had geleverd dat de Cruijffiaanse wet dat elk nadeel een voordeel heeft niet langer geldt. Aan ALS is immers in de verste verte geen voordeel te verbinden, zelfs Johan Cruijff was daar in zijn onnavolgbaarheid niet in geslaagd. Maar nu Nico dood is, weet ik eigenlijk niet meer zo zeker of dat wel klopt. Want we zijn met velen de laatste maanden dichter dan ooit bij hem gekomen. We hebben over zijn leven, over onze levens, over gedeelde ervaringen, over herinneringen, over leven en dood, over kinderen en kleinkinderen gesproken. Terwijl ALS haar sloopwerk verrichtte, werd hij ons dierbaarder dan ooit. Oké, dat gaan we niet een voordeel noemen, Johan Cruijff kan de pot op, maar wat was het warm, mooi en ontroerend.
Ik heb geprobeerd die dierbaarheid te verworden in de verschillende In Memoria die vlak na zijn dood online zijn gegaan (zie ook dit weblog van 11 oktober). Daarin leest u ook zijn professionele geschiedenis: hoe hij werd uitgeloot voor de studie geneeskunde, andragogie ging studeren, de wetenschap die in de jaren zeventig de emancipatie van de mensheid wilde bevorderen, hoe hij welzijnsjournalist werd, minder succesvol hoofdredacteur, voortvarend beleidschrijver en tenslotte hoe hij het woord burgerkracht muntte, waarmee hij furore maakte.
Ik wil aan die geschiedenis nu eigenlijk niets toevoegen. Wat ik nu wel wil doen is u meenemen in een van de vele anekdotische verhalen die Nico de afgelopen maanden uit zijn enorme geheugen wist op te dissen. Het is een veelzeggend verhaal over de kleine Nico de Boer.
Rouwadvertenties Nico de Boer vandaag in de Volkskrant
okt11
Tweet (en reacties) over overlijden Nico de Boer
Gisteren is mijn goede vriend @Nico_de_Boer overleden. In de strijd tegen ALS heeft hij op indrukwekkende wijze de eer aan zichzelf gehouden. Eeuwig jammer, want Nico had nog veel liefde te geven en over ’Burgerkracht’ was hij nog lang niet uitgesproken. https://t.co/G8HokfN3lUpic.twitter.com/jv0qoUTVLy
Bij het overlijden van mijn goede vriend en collega Nico de Boer
Gisteren is mijn goede vriend en collega-sinds-mensenheugenis Nico de Boer heen gegaan. Hij had geen zin om het door de spierziekte ALS ingezette lichamelijke verval tot de laatste snik vol te houden. Hij heeft er bewust voor gekozen de eer aan zichzelf te houden. Dat heeft hij de afgelopen weken in nauw contact met zijn dierbaren op een indrukwekkende wijze gedaan. Hoewel hij niet in de hemel geloofde (‘de dood is Het Grote Niets’) gebruikte hij voor dit afscheid de metafoor van de luchtballon, elke dag knipte hij een lijntje door totdat hij gisteren het laatste touw los maakte en het leven achter zich liet.
Doodzonde is dat wel, want Nico had nog veel te vertellen en veel liefde te geven aan vrouw, kinderen en kleinkinderen. Hij was over ‘Burgerkracht’, het woord dat hij in 2011 persoonlijk muntte als titel boven het spraakmakende essay dat ik met hem schreef in opdracht van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO), nog lang niet uitgedacht en uitgesproken. Hij wilde zijn verhaal nog historisch en theoretisch onderbouwen. Hij wilde ook graag verder met zijn critici in debat. Helaas heeft ALS, de slopende ziekte werd 2,5 jaar geleden bij hem geconstateerd, daar dus wreed een stokje voor gestoken.
Nico was een begenadigd eindredacteur/tekstschrijver/journalist. Op de lagere school hoorde hij tot het zeldzame soort kinderen die je geen groter plezier kon doen dan met een dictee. Hij kon sowieso goed leren, wilde na het gymnasium geneeskunde studeren, maar werd in 1973 uitgeloot. Hij koos er voor om als overbrugging in zijn geboortestreek West-Frieslandals een soort leerling-verpleegkundige in de zorg en zag daar mensen vertoeven die volgens hem totaal op de verkeerde plek zaten. Die hadden geen medisch probleem, maar een sociaal, of zoals het toen al snel heette, een maatschappelijk probleem.
Om die reden besloot hij andragogie te gaan studeren, de studie die officieel de vorming en ontwikkeling van volwassenen bestudeerde, maar in de praktijk van de jaren zeventig toch vooral de wetenschap was die de emancipatie van burgers wilde bevorderen. Het ging over emancipatie van patiënten (in de psychiatrie), van bewoners (in de stadsvernieuwing), van vrouwen (overal), van bijstandstrekkers, van gastarbeiders en alle andere miskende en misdeelde doelgroepen die ontdaan van de oude verzuilde omgeving om politieke en beleidsmatige aandacht vroegen. Het welzijnswerk leverde de professionaliteit om daar uiting aan te geven, andragogen de theoretische, wetenschappelijke en vooral ook ideologische onderbouwing.
Helaas viel daar in de daarop volgende no-nonsense jaren tachtig geen droog brood meer mee te verdienen. Maar Nico kon schrijven en belandde in 1984 in de redactie van het tijdschrift Marge (waar ik met hem begon samen te werken), en ontpopte zich razendsnel als een bekwaam eindredacteur en nieuwsgierige journalist. Na een kortstondige (en minder gelukkige) periode als hoofdredacteur van het Welzijnsweekblad en het Tijdschrift voor de Sociale Sector, begon hij begin jaren negentig voor zichzelf (het woord zzp’er moest nog worden uitgevonden). Hij afficheerde zich als beleidschrijver, wat wel verwondering wekte, want dat oogde wel erg saai, en saai was wel de laatste eigenschap die mensen op Nico van toepassing verklaarden.
Maar Nico kon doorvragen. Hij kon leidinggevenden van zorg- en welzijnsinstellingen dwingen om precies te zijn over wat ze nu wilden bereiken, en hij kon dat helder en overzichtelijk op papier overbrengen. Met die gave heeft hij niet alleen vele organisaties vooruit geholpen, maar ook alle hoeken en gaten van de brede sector leren kennen. Plus de geschiedenis: want in 2002 schreef hij Een tikkie tekort, de geschiedenis van de psychiatrie in Westfriesland, de geschiedenis van de instelling die hem op het spoor van de andragogie had gebracht. Het is een indringend boek dat overloopt van verhalen van professionals en met veel oog voor de weerloze positie van patiënten.
In twee stappen kwam hij tenslotte bij Burgerkracht uit. In opdracht van het ministerie van BZK schreef hij een rapport over wijkgericht werken, waarna hij overal in het land zijn verhaal mocht doen. Vervolgens schreef hij (samen met Jan Willem Duyvendak) op verzoek van de WRR een artikel over het welzijnswerk tegen de achtergrond van een veranderende verzorgingsstaat. In het hoofdstuk ‘Welzijn. Een verweesde sector’ analyseerde hij hoe welzijnswerk was voortgekomen uit burgerinitiatieven maar in de loop van de afgelopen decennia was opgezogen in de staat en daarna uitgevent was richting gemeenten en markt. In deze beschouwing beproeft hij voor het eerst het begrip ‘institutionele logica’ als analytische categorie, die de grondslag vormde voor het RMO-essay Burgerkracht uit 2011.
In dit project vonden Nico en ik elkaar (overigens waren we toen al 25 jaar schrijvende collega’s en vrienden). De samenwerking resulteerde in een drieluik. Eerst in 2011 dus Burgerkracht. De toekomst van sociaal werk in Nederland, niet veel later (in 2013) uitgewerkt in de wat minder bekende maar al wat omvattender Platform31-publicatie: Burgerkracht in de wijk. Sociale wijkteams en de lokalisering van de verzorgingsstaat en in 2014 in het boek Decentraal. De stad als sociaal laboratorium (uitgeverij Contact).
Nico de Boer wilde de geschiedenis van de brede sociale sector, waaronder het welzijnswerk, herordenen als een geschiedenis waarin een door burgers geïnitieerd project in een proces van modernisering (een mix van professionalisering, institutionalisering en bureaucratisering) een eigen leven is gaan leiden en de energie blokkeert om tot andere vormen van ondersteuning, solidariteit en saamhorigheid te komen, terwijl daar onmisbare bouwstenen in te vinden zijn om tot een levensvatbare verzorgingsstaat te komen. Wat hij zocht was een soort derde weg, niet de weg van de overheid, niet de weg van de markt, maar de weg waarin burgers gefaciliteerd door professionals weer greep krijgen op hun eigen wereld.
Misschien is dat een romantische droom, misschien was het een koppige echo van de oude emancipatie-andragogie, maar het blijft doodzonde dat Nico de Boer het denken over de verzorgingsstaat niet met zijn analytisch vermogen, zijn ervaringen, zijn verhalen, zijn scherpzinnigheid en zijn onderzoeksdrang verder kleur zal geven. Maar meer nog dan dat zal ik hem missen omdat hij gewoon een fijn en warm mens was, soms met een neiging tot ingewikkeldheid, maar vaker met een prachtig gevoel voor humor. Geen gesprek zonder grap, geen ontmoeting zonder lach. Hij had nog veel liefde te geven en veel interessants te ontdekken en te melden. Eeuwig jammer dat hij door de gruwelijke ziekte ALS voortijdig de mond gesnoerd is.
Leuk initiatief op grens Indische Buurt en Oostelijk Havengebied (A’dam)
okt9
Pers op zoek naar evaluatie van Vogelaarwijken
Wat doet een journalist als hij/zij naar aanleiding van het onverwachte (en schokkende) overlijden vcan Ella Vogelaar snel een achtergrondverhaal moet schrijven over hoe het ook al weer zat met de Vogelaarwijken Hij/zij doet wat u ook zou doen: googelen. Ja en dan kom je al snel bij het verhaal uit dat ik deze zomer schreef voor Huurpeil en dat inmiddels ook op socialevraagstukken.nl is gepubliceerd: Het gelijk van Vogelaar. Dus mocht ik vandaag uitgebreid de Volkskrant, RTL-Nieuws en Radio 1 te woord staan. Je bent al gauw 20 minuten aan praten en je weet dat het maar een paar quotes oplevert, waar ook nog eens snel onzorgvuldigheden in terecht komen. Zoals bij de verslaggever van RTL-Nieuws die de Vogelaarwijk in Eindhoven ineens in Woensel-Noord situeert in plaats van Woensel-West en het afblazen dateert in 2014 in plaats van 2012. Ach ja, zie het maar als een bescheiden poging mijnerzijds om iets bij te dragen aan het eerherstel van een ten onrechte verguisde minister.
Jos van der Lans was in 2010 een van de drie voorzitters van de evaluatie van de wijkenaanpak van Vogelaar. Hij was toen, en ook nu nog, positief over de aanpak.
"Toen wij het onderzoek deden, zo’n drie jaar na het begin van de aanpak, merkte je dat er een elan bij alle betrokkenen was in de wijken om de problemen aan te pakken. De geest was er om het aan te pakken, bij bewoners, wethouders, corporaties, maatschappelijk werk en wijkteams. Zij verbonden zich allemaal aan afspraken die in een wijk werden gemaakt. Vanuit de overheid werd duidelijk gemaakt: we geven deze wijk aandacht en respect."
Prostitutie- en drugsoverlast
Volgens Van der Lans, nu werkzaam als publicist op het gebied van sociale vraagstukken, zijn er in veel wijken waaronder die in Den Haag-Zuidwest, Rotterdam-Zuid, Amsterdam-Zuidoost, maar ook in Woensel-Noord in Eindhoven, grote stappen gemaakt.
"Zoals in de wijk Woensel in Eindhoven heeft het een enorme verbetering opgeleverd. Daar is de overlast door prostitutie en drugs heel erg teruggedrongen. Dat kan je nu nog zien als je er rondloopt."
Ruw verstoord
Voor Van der Lans blijft het ook de vraag wat het had kunnen zijn, als er niet tussentijd mee was gestopt.
"De aanpak van de vogelaarwijken was bedacht voor een periode van 10 jaar, dus tot 2017. Dat is ruw verstoord door die andere partijen die er in 2014 de stekker uit hebben getrokken. Dat is een toonbeeld van onbehoorlijk bestuur. De belofte van de regering is uiteindelijk niet nagekomen. Door het inconsequente kabinetsbeleid is het moeilijk om het te hebben over het succes van de vogelaarwijken."
Dit maakte de Volkskrant ervan:
‘Het gelijk van Vogelaar’, is dan ook de kop van een artikel dat publicist Jos van der Lans nog vorige maand schreef voor het discussieplatform Sociale Vraagstukken. Tien jaar geleden was hij een van drie voorzitters van de visitatiecommissie van de Vogelaarwijken. Deze commissie was in 2011 wél positief over wat er met de inspanningen werd bereikt. Nu de wijken zo achteruit gaan, is er volgens hem maar één conclusie mogelijk: de wijkenaanpak van Vogelaar had nooit zo snel bij het grofvuil gezet moeten worden.
‘Achterstandswijken moet je permanent aandacht geven, anders vallen ze terug. Er is te gemakkelijk gezegd dat de aanpak van Vogelaar niet werkte’, zegt Van der Lans nu. ‘Wij zagen toen dat de gemeentes, de corporaties, het welzijnswerk en de bewoners gezamenlijk een beweging op gang brachten in die wijken. Er ontstond een positief elan. Het was een combinatie van ouderwetse volksverheffing en het op gang brengen van gentrificatie, door de sloop van flats en aantrekkelijke nieuwbouw.’
Maar in plaats van door te pakken, is de aanpak afgebroken, zegt Van der Lans met enige spijt. ‘En nu zien we aan de cijfers van de corporaties dat we teruggaan naar een situatie die we wilden vermijden.’
Terugkijkend noemt Van der Lans Vogelaar ‘de laatste der Mohikanen met haar maakbaarheidsdenken’. ‘Ze wees veertig plekken aan en zei: daar gaan we wat goeds doen. Het was de laatste grote operatie van het Rijk in de wijken. Er was het geloof dat het beter kon worden, ze pompte enthousiasme in die wijken. En vervolgens was ze niet bestand tegen de enorme weerstand die ze bleek op te roepen.’
okt8
Ella Vogelaar overleden
Jeetje, Ella Vogelaar is overleden, een zelfgekozen dood. In mijn @Huurpeil-column wees ik er onlangs nog op hoezeer zij gelijk had met haar wijkenaanpak en hoe we nu snel terugvallen in de problemen die we juist wilden bestrijden. https://t.co/pOxbh7CsRWpic.twitter.com/fRw2hl3E2M
Twitter meldde mij dat ik vandaag precies 9 jaar op het platform actief ben. Daarvoor hebben ze dan een feestelijk plaatje in de aanbieding waarmee je je Twitter-community van dit heuglijke feit op de hoogte kan stellen. Typisch voorbeeld van het feit dat er op Twitter veel zinloze informatie wordt verspreid. Maar als je je daar verre van houdt, dan blijft het een uiterst informatief medium.
okt3
Movisie lanceert Podcast-serie over de sociale basis
Movisie begint vandaag met het online brengen van een serie podcasts over de sociale basis. In de eerste aflevering aan mij de eer te vertellen wat we daarbij kunnen leren van de geschiedenis.
okt2
Eropaf-lezing uit 2010 nu op YouTube
Na het verschijnen van het boek ’Eropaf! De nieuwe start van het sociaal werk’ in juni 2010 werd Jos van der Lans uitgenodigd om in stadhuizen, collegezalen en conferentieoorden in gesprek te gaan over nieuwe omgangsvormen tussen overheid, professionals en burgers. Onbedoeld groeide hij uit tot een soort ambassadeur van wat toen bekend stond als Welzijn-Nieuwe-Stijl. Veel van zijn gedachtegoed kreeg in de periode die daarop volgde een plek in de ’transformatie van het sociaal domein’ en de opzet van sociale wijkteams.
Op 1 december 2010 maakte het leerwerkbedrijf Filmschool Iriszorg in het LUX-theater in Nijmegen een registratie van zijn voordracht, waarin hij het publiek meeneemt in een reis door de geschiedenis van het sociaal werk om tenslotte uit te komen in de actualiteit van bezuinigingen en onvermijdelijke veranderingen. Het resultaat is vastgelegd in een onderhoudende dvd van 45, in de hoop dat professionals, politici, bestuurders, ambtenaren, docenten en studenten er inspiratie aan konden ontlenen. De dvd is inmiddels niet meer leverbaar en de lezing is nu voor het eerst te zien via YouTube.