Decentralisatie is niet te stoppen reuzenrad
Het reuzenrad van de sociale decentralisaties is niet meer te stoppen, aldus de sprekers van de Van der Wielenlezing. Ook als PVV of SP aan de macht zouden komen, gaat de ‘grootste democratische machtsverschuiving’ in de Nederlandse historie gewoon door. Terugdraaien is geen optie meer. Voor een succes zijn optimisme en ‘wild denken’ nodig.
Burgemeesters, zorgbestuurders, Statenleden, wethouders, zorgondernemers, een enkel Kamerlid. Ruim honderd geïnteresseerden meldden zich vrijdagmiddag in Beetsterzwaag voor de jaarlijkse Van Der Wielenlezing, ditmaal over decentralisaties. Na afloop stapten louter opgewekte gezichten uit het Lycklamahûs. Precies wat sprekers Han Noten en Jos van der Lans met hun gehoor voor ogen hadden. Want zonder optimisme over de geboden kans op verandering schieten gemeenten en Rijk terug in de geldverslindende bureaucratische starheid waar we met zijn allen nu juist zo graag vanaf willen, waarschuwen de twee. Een flinke dosis lef om ‘out of the boxexperimenten’ de ruimte te geven is nodig voor een omwenteling ten goede. Het vraagt om loslaten van controle en vertrouwen op de professionaliteit van de praktijkuitvoerders (lees: de wijkteams). Dat betekent ook: verschillen accepteren. Anders is ‘maatwerk’ slechts een holle frase. Het nieuwe systeem zal zichzelf corrigeren als degenen over wie het gaat werkelijk een stem krijgen en kunnen meebeslissen over hun lot.
Spaans benauwd
“Niet best, maar beter dan een jaar geleden.” Zo luidt het standaard antwoord van Han Noten op de vraag hoe Nederland ervoor staat bij de ingezette decentralisaties. De oud-senator van de PvdA zit sinds 2013 de driekoppige commissie voor, die in opdracht van Binnenlandse Zaken de overheveling van het sociale domein van Rijk naar gemeenten volgt. “Een onmogelijke opgave, met bijna vierhonderd gemeenten”, zo geeft Noten grif toe. Dat hij er toch aan begon, komt door zijn geloof in de goede zaak. “Ik ben een ‘believer’, in de kern is de denkrichting juist: het versterken van de eigen keuze en het vergroten van de autonomie van het individu. Maar eerlijk gezegd krijg ik het af en toe ook Spaans benauwd: komt dit wel goed?” Noten spreekt van een waanzinnige bezuinigingsoperatie en de meest fundamentele sociale omwenteling ooit. Zo zijn de kosten van de jeugdzorg in tien jaar tijd verdubbeld en daar moet nu 25 procent af. Hij heeft zijn bedenkingen. “Maar liever een commissievoorzitter die twijfelt dan eentje die zegt: dit varkentje gaan we even wassen. Inmiddels weten we wat we niet weten.”
Minder controle
Hoe complex de operatie in elkaar steekt, bleek wel in het kleine Dalfsen waarvan Noten burgemeester is. “We zijn begonnen met het uitnodigen van alle zorgondernemers in onze gemeente. Dat bleken er 182 te zijn.” Alleen al het lezen van de beleidsnota’s van zijn eigen gemeente vreet tijd, laat staan dat zijn commissie de plannen van alle gemeenten kan overzien. “We hebben bij aanvang dan ook gezegd: het gaat ons niet om nota’s, maar om wat werkt in de praktijk.” Noten trekt voorlopig de conclusie dat de belofte van de drie decentralisaties niet ligt in de bezuiniging, maar in de verschuiving van de verantwoordelijkheid naar de professionele zorgverleners. Hoe meer controle, hoe minder professionele autonomie en des te minder kans van slagen. Dat is de wetmatigheid, houdt hij zijn gehoor van gemeentebestuurders voor. “Controleer dus minder.” Dat is eng voor wethouders en raadsleden, beseft Noten. Maar hij wijst op de correctieve kracht van democratische platforms, zoals die van de sociale media. De onlinepagina over de 3 D’s in Dalfsen heeft inmiddels meer dan 30.000 hits, terwijl het inwonertal daar ver onder zit. Ook de landelijke cijfers over de beleving van cliënten stemmen hoopvol; de tevredenheid over de Wmo liet eerst een enorme daling zien, inmiddels vertoont de graadmeter een stijgende lijn.
Volgens Noten heeft de verzorgingstaat de afgelopen decennia ook een vorm van cliëntelisme voortgebracht waar met een beetje boerenverstand de nodige vraagtekens bij te zetten zijn. Zo ziet hijzelf niet het verschil tussen een scootmobiel voor een bejaarde en een driewieler voor een peuter. Waarom zou het ene dan wel moeten worden vergoed en het andere niet? “De transitie is op weg van een gezondheidsvraag die mensen afhankelijk maakt naar een meer nuchtere kijk op wat mensen nodig hebben voor een fijn leven.”
Meedenkstand
Cultuurpsycholoog en publicist Jos van der Lans vormt met Pieter Hilhorst (oud- televisieombudsman, ex-wethouder van Amsterdam) een coöperatie van actieonderzoekers die de verbouwing van de verzorgingsstaat nauwlettend volgt en gevraagd en ongevraagd aanbevelingen doet. In een historisch overzicht laat Van der Lans zien dat Nederland al vanaf begin jaren zeventig, het moment van voltooiing van de verzorgingsstaat, worstelt met de centralisatie en de betaalbaarheid ervan. Het woord ‘decentralisatie’ duikt dan al op in krantencommentaren, waarbij fijntjes wordt opgemerkt dat ambtelijke organisaties eenmaal verworven macht nog nooit hebben afgestaan. Dat het ruim veertig jaar na dato er nu toch van lijkt te komen is ongekend, maar ook onvermijdelijk. “Dit is ook een democratische beweging die al veel langer aan de gang is en waarbij mensen weer het heft in eigen hand nemen. Een onomkeerbaar proces, zelfs met SP of PVV in de regering.”
Volgens Van der Lans staan gemeenten en Rijk echter nog onvoldoende in ‘de meedenkstand’. Zo mogen de gemeenten de ravage opruimen die het Justitieel Incassobureau van het Rijk aanricht bij gezinnen met schulden. Maar ook bij de gemeenten zelf staan de eigen bureaucratische regels adequaat ingrijpen van wijkteams vaak in de weg. Huishoudens die een dakloze opvangen opvangen, worden gekort op hun uitkering. Van der Lans pleit ervoor even afstand te doen van snel specialistische hokjesdenken. “Durf wild te denken. We moeten van verticaal besturen (top-down) naar horizontaal handelen (bottom-up); de doorbraak komt van de generalisten in de wijkteams. Leg de basisverantwoordelijkheid bij handelende professionals.” Nu de eerste rook van de decentralisaties optrekt en gemeenten geld over blijken te houden, moeten ze de poot stijf houden, aldus Van der Lans. “Claim het geld om te innoveren. En kijk bij elkaar af.”
Overgenomen van: SA24