JOS VAN DER LANS - WEBLOG / TWITTER

Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.

Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.

Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl

weblog - januari 2014
Recensie Sociaal doe-het-zelven in Fries Dagblad
Klik op de afbeelding hieronder voor de pdf.

 

Column FCB Magazine


Iedereen kent wel, het spelletje: ik ga op reis en ik neem mee… Ik moest eraan denken toen de redactie van het FCB Magazine mij vroeg welke vijf canonvensters ik meeneem op reis naar de toekomst van de jeugdzorg. Geen eenvoudige vraag, want in feite zijn alle 25 vensters van belang, want samen bieden ze een compleet referentiekader over de jeugdzorg. Maar goed, de reistas is beperkt van omvang; er mogen er maar vijf in.

De eerste is 1874 Maatschappij tot opvoeding van Weezen in het huisgezin. Dit venster gaat over de geschiedenis van de pleegzorg. Heel belangrijk omdat ik (als pleegvader) echt geloof dat opvang in gezinnen natuurlijker is dan welke professionele behandeling dan ook.

Het tweede venster is 1928 Medisch-Opvoedkundige Bureaus, over de opkomst en groei van de jeugd-ggz, waar momenteel zoveel over te doen is. Een groeiende tak van zorg, maar wordt er niet te veel en te snel gepsychologiseerd?

Als derde gaat mee 1945 Beroepsopleidingen, dat gaat over de gestage professionalisering van jeugdzorgmedewerkers.Goede breed opgeleide professionals is de basis van de jeugdzorg.

Het vierde venster is 1993 Families first. Dit venster gaat over de dienstbaarheid van professionals aan de (eigen) kracht van het gezin. Met de prachtige slotzin: ‘De professional heeft niet langer het alleenrecht op de beste oplossingen, maar is een professionele gids geworden bij de oplossingen die mensen zelf bedenken en organiseren.’

En tenslotte: 1994 Bureau Jeugdzorg, over het gesol met wat een heldere toegangspoort tot de jeugdzorg had moeten worden. Het is de uitdaging van de toekomst om die toegang nu wel goed, effectief en in eendrachtige samenwerking van alle betrokkenen tot stand te brengen. Als de reis die eindbestemming heeft, dan is deze de moeite van het ondernemen waard, ondanks alle beproevingen die we onderweg nog zullen ondergaan.

Verbeelding van briefwisseling met Nazmiye Oral

 

Korte film voor de slotbijeenkomst van Buurtalliantie, een platform dat 5 jaar lang als een karavaan door het land trok om andere manieren van werken en nieuwe vormen van samenwerking in buurten te stimuleren: met en vanuit bewoners.

In het eerste deel wisselen cultuurpsycholoog en journalist/publicist Jos van der Lans en actrice/schrijfster Nazmiye Oral in briefvorm met elkaar van gedachten over anders werken in het sociale domein. De complete briefwisseling wordt volgende maand gepubliceerd in het Tijdschrift voor sociale vraagstukken.
In het tweede deel gaan wetenschapper Hans Boutellier en beeldend kunstenaar Jeanne van Heeswijk in briefvorm met elkaar in gesprek.

Concept: Jos Tendijck
Vormgeving en productie: Marc Schaaps

Verdiwel-recensie Sociaal doe-het-zelven


Sociaal doe-het-zelven
Recensie door Kees Neefjes, bestuurssecretaris van Verdiwel, de landelijke organisatie van directeuren van welzijnsorganisaties.

Met hun RMO-essay Burgerkracht hebben Nico de Boer en Jos van der Lans de discussie over actief burgerschap in een stroomversnelling gebracht. De term is standaard geworden in vrijwel alle gemeentelijke beleidsstukken over het sociale domein. In Sociaal doe-het-zelven schrijven Pieter Hilhorst en Jos van der Lans het thema burgerkracht verder uit. Wat deze publicatie extra interessant maakt, is dat zij het eerste deel als commentatoren schreven, terwijl het tweede deel vanuit bestuurlijk perspectief tot stand kwam, omdat Hilhorst vorig jaar november wethouder Financiën, onderwijs en jeugdzaken in Amsterdam werd. In het eerste deel presenteren de auteurs een pleidooi voor de doe-democratie en samenredzaamheid en in het tweede deel beschrijven aan de hand van zeven motto’s hoe Hilhorst daaraan als bestuurder vorm geeft.

In het eerste deel betogen zij dat de overheid steeds bedrijfsmatiger is gaan werken, en dat deze sturingsfilosofie ‘geheel in zichzelf verstrikt geraakt’ is. Die bedrijfsmatige overheid resulteerde namelijk in fusiekoorts en het ontstaan van grootschalige organisaties en moedigde managers in de publieke sector aan om deze organisaties als een bedrijf te leiden, waar steeds minder om cliënten en professionals en steeds meer om ‘producten’ draaide. ‘De bedrijfsmatige overheid heeft sterk bijgedragen aan de onteigening van de publieke sector.’ Burgers zijn berekenend en wantrouwend geworden, professionals hebben minder plezier in hun werk en het hele publieke domein draait op georganiseerd wantrouwen. De enige uitweg uit deze situatie is het organiseren van het publieke domein ‘als een vorm van mensenwerk’ waarbij ‘cliënten geen passieve afnemers zijn van een product, maar het heft in eigen hand nemen’ en waar problemen in hun samenhang wordt aangepakt.

De auteurs signaleren dat het wemelt van krachtige sociale netwerken waarin mensen zelf de handen uit de mouwen stropen. Ook zelf zijn zij met hart en ziel ‘sociaal doe-het-zelvers’ in hun vrije tijd. Zij zijn overtuigd van de ‘wederopstanding van de civil society’ en zien – mede dankzij sociale media – nieuwe sociale netwerken en vormen van verbondenheid ontstaan.
Hilhorst en Van der Lans onderscheiden vier categorieën van sociaal doe-het-zelven en illustreren elke categorie met concrete voorbeelden. De eerste is ‘met bekenden voor elkaar’, waar sprake is van sterke banden en directe wederkerigheid. Bijvoorbeeld de broodfondsen: coöperaties van zzp’ers die zich onderling verzekeren. Andere voorbeelden zijn ouderparticipatiecrèches en vormen van collectief opdrachtgeverschap bij bouwprojecten.
Tweede categorie is ‘met bekenden voor anderen’, waar je met bekenden iets voor anderen doet, zonder daarvoor iets terug te verwachten. Een vriendengroep die zich inzet voor een school in een derdewereldland bijvoorbeeld. Andere voorbeelden zijn de Eigen Kracht-conferenties en steuncirkels voor zedendelinquenten.
Derde categorie is ‘met onbekenden voor elkaar’. Voorbeelden zijn crowdfunding en koperscollectieven voor zonnepanelen. ‘Met onbekenden voor anderen’ is de laatste categorie en daar noemen de auteurs bijzondere voorbeelden van nationale schoonmaakacties in Estland, Litouwen, Slovenië en Roemenië. In Slovenië deden maar liefst 270.000 mensen mee. Ook geven aan goede doelen valt onder deze categorie.

Het eigenaarschap moet, aldus Hilhorst en Van der lans, terug naar het publieke domein, naar de burger. In het Verenigd Koninkrijk geeft de Localism Act burgers het recht om publieke gebouwen of diensten over te nemen als ze kunnen aantonen dat ze dat zelf beter kunnen. Zo zijn er in dat land honderden trusts tot stand gekomen, die niet alleen op welzijn maar ook op wijkeconomie georiënteerd zijn.

Veel gemeenten zullen blij zijn met deze publicatie en deze gebruiken om bezuinigingen en ‘teruggeven aan de buurt’ van zwembaden, bibliotheken en buurthuizen te legitimeren. Maar dat is niet terecht want deze publicatie is veel genuanceerder. Hilhorst en Van der Lans beweren niet dat burgers alles wel zelf kunnen. Zo betogen zij dat er nieuwe professionals nodig zijn die ‘kennis delen, gelijkwaardigheid nastreven en het vermogen hebben om mensen eigenaar te laten blijven van hun eigen beslissingen’. Als voorbeeld noemen zij de generalistische professionals in sociale wijkteams.

En in het tweede deel van het boek betoogt Hilhorst nadrukkelijk dat hij zich als bestuurder niet blind staart op sociaal doe-het-zelven: ‘Sociaal doe-het-zelven mag geen excuus zijn om weg te kijken als mensen het op eigen kracht niet redden’. En: ‘Sociaal doe-het-zelven vormt ook geen alternatief voor de verzorgingsstaat, het moet vooral gezien worden als een dynamisering ervan, als het terugbrengen van de menselijke maat’.

De kritiek op de auteurs is dat zij elitair zijn en dat hun voorbeelden van sociaal doe-het-zelven in de eerste plaats hoogopgeleide burgers betreffen. Deze kritiek is deels terecht, maar doet niet af aan het feit dat de auteurs een aantal problemen scherp analyseren en met interessante oplossingen komen. Een aanrader voor alle leden van Verdiwel die goed beslagen ten ijs willen komen in gesprekken met wethouders die deze publicatie misbruiken en hun argumenten willen pareren met duidelijke opvattingen over mogelijkheden en beperkingen van het sociaal doe-het-zelven in het publieke domein.

Sociaal doe-het-zelven; de idealen en de politieke praktijk” van Pieter Hilhorst en Jos van der Lans is een uitgave van Atlas Contact.   Prijs: € 17,95.

Gezag, burgerkracht en de tegelwijsheid van Cruijf


Je gaat het pas zien als je het doorhebt
Ik moest altijd grinniken om de filosofische wijsheden van Johan Cruijff. Mij deden ze altijd denken aan de tegeltjeswijsheden van mijn oma: Oost west thuis best. Wees jezelf, er zijn al anderen genoeg. Elk voordeel heb zijn nadeel. Grappig, maar wat heb je eraan?
Maar sinds ik in 2011 samen met Nico de Boer in opdracht van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling het essay ‘Burgerkracht’ schreef, ben ik anders tegen de wijsheid van Cruyff gaan aankijken. In dat essay pleiten wij ervoor burgers echt eigenaar te maken van de publieke zaak. We moeten ophouden om als maar zaken voor burgers te regelen, maar manieren, arrangementen en instituties creëeren die optimaal inspelen op het talent, de mogelijkheden, de oplossingen die burgers zelf aandragen. Professionals moeten daarom hun dienstbaarheid en professioneel gezag herontwerpen om de kracht van amateurs (=burgers) beter te benutten. Daarvoor moeten ze uit hun steeds meer inzichzelf gekeerde systeemwereld treden en de leefwereld van mensen als professioneel speelveld gaan zien. Dat was onze boodschap.
Sindsdien begrijp ik elke dag beter wat Cruijff bedoelde met zijn achteloze toverspreuk: je gaat het pas zien als je het doorhebt. Dat lijkt een dooddoener, maar ik kom vrijwel elke dag wel een voorbeeld tegen waaruit blijkt dat nogal wat professionals het niet doorhebben en dus ook niet zien. Zij doen hun werk in naam der wet of volgens de logica en uitgangspunten van hun organisatie en vinden het volkomen vanzelfsprekend dat mensen zich daar naar schikken. Overleggen: prima, maar: wij gaan daarover.
Een voorbeeld. Woningcorporatie Rochdale gaat, zo meldt Het Parool van 25 oktober, orde op zaken stellen in de woonserviceflat Koornhorst in Amsterdam-Zuidoost. Er is een steekpartij geweest, drugshandel, er zijn een paar bewoners die voortdurend overlast veroorzaken. Kortom, de flat verloedert, de maat is vol. De corporatie grijpt in. In de gemeenschappelijke ruimte mag geen drank meer worden genuttigd, overlastgevende bewoners wordt de wacht aangezegd, in plaats van een receptie komt er een bewonersondersteuner. Prima, zou je denken.
Maar als je doordrongen bent van de wijsheid van Cruijff zie je wat anders. Dan zie je geen corporatie die bij de bewoners zelf te rade gaat, dan zie je geen corporatie die de oplossingen van mensen zelf mobiliseert, dan zie je geen corporatie die mensen zelf in de positie brengt om besluiten te nemen ove rhun eigen woonsituatie. Dan zie je een corporatie die het voor mensen regelt, en eigenlijk niet begrijpt dat het anders zou moeten.
Ander voorbeeld, ook uit Het Parool (2 november). In Amsterdam-Noord wonen twee broers Sinus (61) en Kor (63) al jaren samen op een oud binnenvaartschip. Ze hebben zes honden. Ze zijn op leeftijd, in de woonbotengemeenschap kent iedereen de twee. Hun leefsituatie is niet echt hygienisch te noemen; het stinkt, de honden geven ook wel eens overlast. Iemand belt de Dierenbescherming. Die komt kijken, de broers schrikken en uiteindelijk worden de honden met het nodige politiegeweld (twee ME-busjes) uit het schip gehaald en naar het hondenasyl overgebracht. De buurt is woedend. Als de honden een paar weken later op de site van het hondenasyl worden aangeboden, besluiten een paar buren ze terug te halen voor Sinus en Kor. Dat wordt geweigerd. De honden worden naar een geheim adres overgebracht.
Als je het doorhebt… wordt je wanhopig van dit soort voorbeelden. Waarom niet gewoon met de woonbootgemeenschap om tafel, waarom het probleem niet met meerdere mensen besproken en dus gedeeld, waarom niet oplossingen ophalen en benutten van mensen die aan die dijk zelf leven? Wat heb je aan wettelijk gezag als het tot een halve volksopstand leidt en als mensen het probleem zich ook zelf eigen kunnen maken en zouden kunnen oplossen?
Eigenlijk is het heel eenvoudig. De basisregel zou moeten zijn dat als er ergens een probleem ontstaat je de kring van mensen die aan een oplossing kunnen bijdragen groter moet maken. Maar in onze institutionele werkelijkheid gebeurt vaak precies het omgekeerde. De ziektekiemen worden geisoleerd en al dan niet mete stevig geweld tot de orde gebracht, wat doorgaans neerkomt op verplaatsing of verwijdering. Dat gebeurt elke dag.
Wat dat betreft staat de verandering die de burgerkracht-beweging najaagt nog maar in de kinderschoenen. Het besef dat je gezag niet uitoefent, maar juist moet delen is bij veel instellingen in de publieke sector nog niet echt in hun haarvaten doorgedrongen. De protocollen, de voorschriften, de regels, de wet, de gebruiken en de gewoonten zijn er nog lang niet op geijkt. Burgerkracht is daarom niet iets wat burgers tussen de oren moet worden gebracht (zoals de regering met haar oproep om te komen tot een participatiesamenleving lijkt te suggereren), maar vooral iets waar instellingen en professionals zich mee moeten leren te verstaan. Dat gaat niet vanzelf, professionals moeten namelijk opnieuw leren kijken. Je gaat het namelijk pas zien als je het doorhebt.
Deze column verscheen in de Forum-publicatie Onbevoegd gezag. Aan de slag met de gezagsruit (januari 2014).
Kijkcijfers van deze website
Mijn website heeft in 2013 twee records gebroken. Het eerste record sneuvelde in oktober. In deze maand vonden 9002 bezoekers de site. Dat was bijna 900 meer dan het record van maart 2012, toen 8149 bezoekers de site aandeden. Op naar de 10.000 dus. De verklaring voor deze bezoekerspiek is dit keer eenvoudig. In oktober verschenen twee boeken: Sociaal doe-het-zelven dat ik samen met Pieter Hilhorst op 3 oktober presenteerde in een bomvol Pakhuis de Zwijger. En: Burgerkracht in de wijk. Sociale wijkteams en de lokalisering van de verzorgingsstaat, dat is samen met Nico de Boer schreef en dat een week later van de pers rolde. Dat boek was ook via mijn site te downloaden, wat zo’n vijfhonderd mensen ook hebben gedaan, dus dat levert meteen de nodige aanloop op.

Het tweede record was het eindaantal bezoeken: 68.650. Ruim zesduizend meer dan vorige jaar, een stijging met bijna 10 procent. Vorig jaar sprong het aantal ook zo’n 15 procent omhoog ten opzichte van het vorige jaar, terwijl het aantal in de vijf jaar daarvoor redelijk leek te stabiliseren. De oorzaak is eenvoudig te benoemen: twitter. Via twitter-berichten wordt het nog steeds uitbreidend aantal volgers (nu: 4272) regelmatig naar mijn site gelokt om daar columns te lezen en publicaties op te halen. Naarmate het aantal volgers toeneemt, stijgt dus ook het aantal bezoeken aan mijn website. Zo eenvoudig is dat.
Opmerkelijk is tenslotte dat de verhouding tussen het aantal unieke bezoeken (zonder dubbeltellingen per maand) en het aantal bezoeken (waar dus elk bezoek wordt geteld) inmiddels echt een op twee is. In het begin de website vielen deze twee categorieën vrijwel samen. Elke bezoeker was eigenlijk wel een unieke bezoeker. Nu, na bijna tien jaar, zie je dat mensen regelmatig terugkeren. De site krijgt een vast publiek; er is een behoorlijk aantal mensen dat met vaste regelmaat even komt kijken. Hoe groot dat aantal precies is valt moeilijk te zeggen, maar wel staat vast dat hun aantal de duizend toch wel dit gepasseerd is. Nou ja, dat zijn al met al kijkcijfers waar je tevreden over kunt zijn. Het geeft ook wel een soort onafhankelijkheidsgevoel. Voor de dingen die ik te melden heb, ben ik niet meer afhankelijk van andere media. Ik kom met mijn eigen mogelijkheden al een heel eind.

Eind augustus 2014 bestaat mijn site tien jaar. Mooie reden om dan even terug te blikken. Ik denk dat we eigenlijk nauwelijks beseffen hoe snel en ingrijpend de wereld aan het veranderen is.
Kijk voor eerdere kijkcijfers-jaarverslagen hier.
Bloomberg daagt Amsterdammers uit!

Kies een periode: november 2024
oktober 2024
september 2024
augustus 2024
juli 2024
juni 2024
mei 2024
april 2024
maart 2024
februari 2024
januari 2024
december 2023
november 2023
oktober 2023
september 2023
augustus 2023
juli 2023
juni 2023
mei 2023
april 2023
maart 2023
februari 2023
januari 2023
december 2022
november 2022
oktober 2022
september 2022
augustus 2022
juli 2022
juni 2022
mei 2022
april 2022
maart 2022
februari 2022
januari 2022
december 2021
november 2021
oktober 2021
september 2021
augustus 2021
juli 2021
juni 2021
mei 2021
april 2021
maart 2021
februari 2021
januari 2021
december 2020
november 2020
oktober 2020
september 2020
augustus 2020
juli 2020
juni 2020
mei 2020
april 2020
maart 2020
februari 2020
januari 2020
december 2019
november 2019
oktober 2019
september 2019
augustus 2019
juli 2019
juni 2019
mei 2019
april 2019
maart 2019
februari 2019
januari 2019
december 2018
november 2018
oktober 2018
september 2018
augustus 2018
juli 2018
juni 2018
mei 2018
april 2018
maart 2018
februari 2018
januari 2018
december 2017
november 2017
oktober 2017
september 2017
augustus 2017
juli 2017
juni 2017
mei 2017
april 2017
maart 2017
februari 2017
januari 2017
december 2016
november 2016
oktober 2016
september 2016
augustus 2016
juli 2016
juni 2016
mei 2016
april 2016
maart 2016
februari 2016
januari 2016
december 2015
november 2015
oktober 2015
september 2015
augustus 2015
juli 2015
juni 2015
mei 2015
april 2015
maart 2015
februari 2015
januari 2015
december 2014
november 2014
oktober 2014
september 2014
augustus 2014
juli 2014
juni 2014
mei 2014
april 2014
maart 2014
februari 2014
januari 2014
december 2013
november 2013
oktober 2013
september 2013
augustus 2013
juli 2013
juni 2013
mei 2013
april 2013
maart 2013
februari 2013
januari 2013
december 2012
november 2012
oktober 2012
september 2012
augustus 2012
juli 2012
juni 2012
mei 2012
april 2012
maart 2012
februari 2012
januari 2012
december 2011
november 2011
oktober 2011
september 2011
augustus 2011
juli 2011
juni 2011
mei 2011
april 2011
maart 2011
februari 2011
januari 2011
december 2010
november 2010
oktober 2010
september 2010
augustus 2010
juli 2010
juni 2010
mei 2010
april 2010
maart 2010
februari 2010
januari 2010
december 2009
november 2009
oktober 2009
september 2009
augustus 2009
juli 2009
juni 2009
mei 2009
april 2009
maart 2009
februari 2009
januari 2009
december 2008
november 2008
oktober 2008
september 2008
augustus 2008
juli 2008
juni 2008
mei 2008
april 2008
maart 2008
februari 2008
januari 2008
december 2007
november 2007
oktober 2007
september 2007
augustus 2007
juli 2007
juni 2007
mei 2007
april 2007
maart 2007
februari 2007
januari 2007
december 2006
november 2006
oktober 2006
september 2006
augustus 2006
juli 2006
juni 2006
mei 2006
april 2006
maart 2006
februari 2006
januari 2006
december 2005
november 2005
oktober 2005
september 2005
augustus 2005
juli 2005
juni 2005
mei 2005
april 2005
maart 2005
februari 2005
januari 2005
december 2004
november 2004
oktober 2004
september 2004
augustus 2004