Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.
Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.
Zwermdenken - Wisdom of Crowds | Over de kansen en mogelijkheiden die het biedt als collectieve intelligentie beter wordt gestructureerd. Over informele netwerken waarin nu nog vooral bestaande kennis wordt verspreid, maar waarin steeds vaker nieuwe kennis wordt gecreëerd. Het gaat over hiërarchische organisaties die tot voor kort het tempo van kennisverspreiding konden bepalen (lees: vertragen), maar die het zich niet langer kunnen veroorloven om ongebruikte kennis ongebruikt te laten. Want in de easycratie zijn nauwelijks nog toetredingsdrempels en kan iedereen morgen een omroep, een politieke partij, of zelfs een bank beginnen.
apr20
Aflevering: VRIJHEID (uit VARA-drieluik)
'Het is een mythe dat, omdat keuzevrijheid iets goeds is, meer keuze ook beter is' (Barry Schwartz, psycholoog). Is het ideaal van vrijheid, gelijkheid en broederschap in de 21ste eeuw nog relevant? Dit is het eerste deel van het drieluik, waar ik in figureer.
apr20
Delen als menselijke natuur
Zo begint vanavond de laatste aflevering van het VARA-drieluik Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap, 23.00 uur Nederland 2. Kijken!!
apr18
Drieluik: VRIJHEID, GELIJKHEID en BROEDERSCHAP
‘Wist u dat samenlevingen met kleinere inkomensverschillen ook efficiëntere samenlevingen zijn? Of dat mensen ziek kunnen worden van teveel keuzemogelijkheden?’
Liberté, égalité, fraternité: het beroemde motto dat de lijfspreuk van Frankrijk vormt. De leus werd geïntroduceerd tijdens de Franse Revolutie (eind 18e eeuw) en sinds die tijd worden debatten gevoerd over de betekenis en de bruikbaarheid van de drie termen. Op 18, 19 en 20 april zendt de VARA een documentaire-drieluik uit, waarin de vraag wordt gesteld of het aloude ideaal van vrijheid, gelijkheid en broederschap in de 21e eeuw nog relevant voor ons is. Komt ons denken over de drie begrippen nog overeen met wat we er inmiddels aan wetenschappelijke kennis over hebben?
Politicoloog en presentator Pieter Hilhorst loodst de kijker in drie films van vijftig minuten langs een opmerkelijk scala aan verrassende en nieuwe wetenschappelijke inzichten, die ons denken over de samenleving veranderen. Veel van onze ideeën over de mens en de economie blijken namelijk achterhaald.
Aflevering 1: ‘Vrijheid’, woensdag 18 april om 23.00 uur (waarin onder anderen ik aan het woord kom.
Aflevering 2: ‘Gelijkheid’, donderdag 19 april om 22.50 uur
Aflevering 3: ‘Broederschap’, vrijdag 20 april om 23.15 uur
apr17
Kennisatelier "De rem op de projectencarrousel"
Te vaak dreigen succesvolle projecten te verdwijnen als hun incidentele financiering wordt beëindigd. Het gevolg? Verspilling van subsidiegeld, kennis en infrastructuur. Als reactie hierop startte het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in 2009 het experiment ‘Aanpak van de projectencarrousel’. Dit experiment vond plaats in het kader van de wijkenaanpak.
Het experiment richtte zich op projecten voor bewoners in de meest zwakke sociaal-economische situaties. Gedurende het experiment werd op 2 centrale vragen antwoorden gezocht: ‘wat is een goed project?’ en ‘welke strategieën zijn er om goede projecten te verduurzamen’? Het onderzoek naar deze vragen is afgerond en resulteert in de eindpublicatie ”De rem op de projectencarrousel, geleerde lessen in 2010 en 2011”.
Bent u ook benieuwd naar de kenmerken van een goed project? En naar hoe u het project vervolgens organisatorisch en financieel kunt verduurzamen? Tijdens dit kennisatelier, georganiseerd door Nicis Institute in samenwerking met het ministerie van BZK, staan we hier uitgebreid bij stil. Na afloop van het kennisatelier ontvangt u eveneens de eindpublicatie.
Programma
Een inspirerend programma onder leiding van dagvoorzitter Henk Jan Bierling (Nicis Institute), met bijdragen van onder meer Daniël Giltay Veth (onderzoeker aanpak van de projectencarrousel) en Jos van der Lans (visitatiecommissie wijkenaanpak). Wethouders Lenie Scholten en Nelleke Vedelaar (resp. Eindhoven en Zwolle), Fred Beekers (Resto VanHarte), Rien van Gendt (Vereniging van Fondsen in Nederland) en Jos Verhoeven (Start Foundation) nemen plaats aan een interviewtafel. Aansluitend kunt u deelnemen aan 1 van de 5 workshops (inclusief lunch).
Praktische Informatie
01 juni 2012, vanaf 09.15 uur t/m 13.30 uur, Nicis Institute, Den Haag, Deelname aan de bijeenkomst is gratis, maar niet vrijblijvend. U kunt zich tot een week voor de bijeenkomst schriftelijk of per e-mail afmelden. Daarna bedragen de annuleringskosten 150 euro.Klik hier voor meer informatie en aanmelden.
apr17
Première 29 april: Rekening van Catelijne
Zie hieronder in het weblog, het bericht van 9 april.
apr16
Registratie Lezing Wijzen in het Oosten
Trendbureau Overijssel organiseert sinds 2009 de lezingencyclus ’De Wijzen in het Oosten’. Landelijke opinieleiders buigen zich elk vanuit hun eigen persoonlijke invalshoek over de toekomst van Oost Nederland. Op 8 maart sprak ik de lezing Power to the People 2.0 uit, waarvan vandaag een korte registratie op het net te zien is.
Uit de aankondiging: ’De kloof tussen overheid en burgers wordt steeds groter. De overheid raakt steeds meer verzeild in haar eigen systeem, terwijl de burger het contact met deze overheid verloren is. Power to the people 2.0... Maar hoe? We staan aan de vooravond van een lang proces dat de verhouding tussen de overheid en burgers verandert. De burgers wil dit graag, maar weet tegelijkertijd niet precies hoe. Verantwoordelijkheden verschuiven steeds meer naar gemeentelijk niveau. Je ziet dat ook gemeenten nog zoekende zijn hoe zij deze nieuwe relatie met de burger vorm kunnen geven. Een uniek moment in de verzorgingsstaat!’
Herman Vuijsje en ik zijn begonnen aan ons project waarin we een reis door de tijd gaan maken op het Transvaalplein in de Amsterdamse Transvaalbuurt. Het plein bestaat in 2013 honderd jaar en kent een markante geschiedenis. Ontworpen door Berlage, de eerste pleisterplaats van Joden die ontsnapten uit de de armoede van de jodenbuurten in Amsterdam, de vooruitgang van het socialisme, de AJC’ers die er elke zondag verzamelde om de natuur van de Watergraafsmeer in te trekken, en dan de verschrikking van de oorlog die van het plein ineens een schuldig landschap maken, de troosteloosheid van de jaren vijftig, de treurige renovaties van de woningen tijdens de stadsvernieuwing, het steeds vollere pleintje, waarin elke vierkante meter nu voorgeprogrammeerd is tot de multiculturele samenstelling anno nu. Dat is een geschiedenis op postzegelformaat, dat zijn kleine verhalen die iets bijzonders laten zien. dat is de geschiedenis van Nederland op een plein. Iedereen die ons kan helpen, die mensen weet die op of in de buurt van het Transvaalplein gewoond hebben, die ons op weg kan helpen is van harte uitgenodigd om mee te werken. Mail ons: info@josvdlans.nl
apr10
Mijn geheim
apr10
Wijksafari in Nieuw West: zeer aanbevolen
apr10
Column KunstKraak
De machtsgreep van amateurs
Ligt het aan mij? Ik zie bijzondere dingen gebeuren. Bruisende plekken waar grappige nieuwe verbindingen ontstaan tussen cultuurprofessionals en burgers/buurtbewoners/amateurs. Nogal eens tonen de eersten zich daarbij inventieve ondernemers, creatief gebruik makend van allerlei andere vormen van financiering, krachtwijkgelden, bijdragen van corporaties of particuliere fondsen, welzijnssubsidies en slimme ‘verdienmodellen’. Mijn favoriete voorbeeld is de Noorderparkkamer in Amsterdam-Noord - een houten paviljoen, midden in een park, omringd door een oude volkswijk. Een paar jaar geleden belandde deze Noorderparkkamer op initiatief van een aantal creatieve types en kunstenaars via Marktplaats voor 1 euro midden in het park, wantrouwend gadegeslagen door buurtbewoners. Wat moet dat in ons park? Inmiddels zijn we een paar jaar verder en gaat in de zomer elke zondagmiddag de glazen schuifpui van het paviljoen open en worden op het podium verrassende culturele activiteiten getoond door mensen van allerlei slag: musici, beeldend kunstenaars, theatermakers, schrijvers, dichters et cetera.
En dan ontstaan er mooie dingen, zoals een jazzconcert bovenop het dak van een bedrijfspand, buurthondjes die in een modeshow hun mooiste outfit tonen of buren die met klapstoelen van hun plein een concertzaal maken. Het ondernemerschap krijgt een impuls, leegstaande panden krijgen een nieuwe bestemming en kunst wordt iets vanzelfsprekends. Zo zijn er een marktstraat, een modestraat, een kleurstraat, een muziekstraat en een theaterstraat ontstaan, geen initiatieven die de krant halen, maar ze voegen wel iets bijzonders aan het dagelijks leven toe. Was dat eigenlijk niet waar het in cultuur om ging? De Noorderparkkamer is in mijn optiek een fraai voorbeeld van een ontwikkeling die je op veel meer publieke domein ziet gebeuren. Kenmerk daarvan is dat op alle mogelijke terreinen de grenzen worden geslecht tussen professionals en amateurs, tussen hoogwaardige instituten en afhankelijke buitenstaanders, tussen producenten en consumenten, tussen insiders en outsiders. Buiten de klassieke cultuurpodia’s ontstaan zo nieuwe platforms – plekken waar mensen elkaar treffen, waar ze kennis delen, samenwerken, van elkaar leren, initiatief nemen en nieuwe dingen bedenken. In feite is internet in deze beweging de sturende technologie.
In feite zie je dat amateurs/burgers steeds makkelijker in staat zijn om zelf de condities tot stand te brengen om hun eigen culturele uitingen tot stand te brengen. Dat gebeurt op internet, waar je via YouTube gitaar kunt leren spelen of pianoles nemen en je uitingen met anderen delen. Sommigen bereiken er een groot publiek mee. Anderen halen er geld mee op om hun producten te financieren. Die nieuwe condities vragen om nieuwe verbinden, nieuwe platforms waar de professionals en de amateurs zich met elkaar kunnen engageren, waar ze elkaar uitdagen en van elkaar leren, waar ze hun talenten kunnen exploiteren. De Noorderparkkamer is zo’n platform. Ik ben ervan overtuigd dat er nog vele - online en offline – zullen volgen.
Deze column verschijnt in het april-nummer van KunstKraak - Vaktijdschrift voor de actieve kunstbeoefenaar.
apr9
Guerrilla gardening - Instructie voor seed bombs
apr9
Filmpremière in EYE op 29 april
apr8
België
De foto's zijn uit een boek van de Vlaamse fotograaf Herman van den Boom, getiteld: Neighbours, te bestellen via blurb.com. Voor alle adepten van de Nederlandse welstandscommissies is dit het bewijs van hun gelijk. Zonder de dwingende regels van deskundigen krijg je chaos. Dus vinden zij dat alles langs de welstandspolitie moet. Maar in de gemeenten waar nu al een aantal jaren zonder welstandscommissie vergunning wordt verleend blijkt helemaal niet dat zich Belgische taferelen voordoen. Van den Boom kan in Nederland nog geen vergelijkbare plaatjes schieten. Zelfs als we alle vrijheid krijgen blijven we keurig in het gareel. Misschien is het eerder een kwestie van karakter dan van regels. Trouwens, wat is eigenlijk leuker? De chaos van Vlaanderen of de rechtlijnige orde van Nederland?
apr8
Column TSS - over netwerken
Iedereen heeft het tegenwoordig over het inschakelen van sociale netwerken. Jos van der Lans stofde een oud artikel uit de sociologie af. En zie: hoe sterker het sociale netwerk, hoe minder je er aan hebt.
De kracht van zwakke verbindingen
Het zal niemand zijn ontgaan dat het begrip sociaal netwerk aan een opmars is begonnen in de sociale dienstverlening. Het duikt op in WMO-nota’s, kantelingsoperaties Welzijn Nieuwe Stijl, kortom, het zoemt rond. Meestal wordt het belang benadrukt in relatie met de eigen-kracht-aanpak, waarbij het niet langer professionals zijn die de sleutel in handen hebben om veranderingen te bewerkstelligen in levens van mensen, maar het sociale netwerk. Mensen zijn, zo is de redenering, zo sterk als de kracht van hun netwerk – dat is hun sociale kapitaal. De kunst van de moderne sociale professional is dat hij/zij zich dienstbaar moet maken aan het ontwikkelen van deze eigen kracht van dit netwerk. Problemen als armoede, isolement, werkloosheid, opvoedingstekorten, schulden zijn in deze redenering niet alleen het gevolg van een persoonlijk falen of tekortschietende competenties, maar voor een niet onbelangrijk deel gevolg van onvoldoende sterke netwerken. En wie mensen vooruit wil helpen (en dat is in alle vormen van sociale dienstverlening toch de bedoeling) kan daarom beter in hun netwerken investeren. Beter een nabij netwerk, zo is de gedachtegang, dan een passerende professional. Dus wordt er gekeken welke mensen zich rondom iemand ophouden en of die zich mogelijk kunnen aaneensluiten tot een gezond en krachtig netwerk. Is er nog een familielid, een goede vriend, een broer of zus, iemand die zich echt om de persoon bekommert en die wat kan betekenen?
Teveel van hetzelfde Daar lijkt geen speld tussen te krijgen, maar is het zo eenvoudig? Het kan geen kwaad om voor deze vraag de stof eens af te blazen van een inmiddels bijna dertig jaar oud, maar nog steeds kraakhelder artikel van de Amerikaanse socioloog Mark S. Granovetter. Hij publiceerde deze, inmiddels klassieke, tekst in 1973 in het American Journal of Sociology onder de titel `The Strength of Weak Ties’ (de kracht van zwakke verbindingen) en werkte dat in 1974 uit in zijn studie Getting a Job. Granovetter onderzocht de invloed van netwerken bij het vinden van een baan. Hij ontdekte dat slechts zo’n 20 procent een baan vond via formele kanalen (arbeidsbureaus, vacatures, werving- en selectiebureaus), en het meerendeel, een kleine 80 procent, via informele netwerken aan een baan was gekomen. Van die groep werd slechts 17 procent geholpen door een naaste relatie (een ‘sterke verbinding’, iemand die ze minsten één keer per week zagen). Het overgrote deel was vooral geholpen door mensen die ze juist niet zo goed kenden: 55 procent kreeg een baan via een bekende die ze slechts af en toe ontmoetten (een “zwakke verbinding’, vaker dan één keer per jaar maar minder dan een keer per maand ), en 28% door een relatie die ze zelden ontmoetten, een keer per jaar of minder vaak, zeg maar een verre kennis. Kortom, niet het sterke netwerk hielp mensen verder, maar hun zwakke verbindingen. Om misverstanden te voorkomen: natuurlijk blijft het sterke sociale netwerk van groot belang voor het persoonlijk-emotionele welbevinden, maar voor het effectief opereren in de samenleving is het nabije netwerk juist van veel minder belang. Hoe sterker de band tussen twee kennissen, zo luidt de wet van Gravonetter, hoe meer hun netwerk samenvalt en hoe minder ze eigenlijk voor elkaar kunnen betekenen. Ze delen vooral dezelfde informatie. Wijzer wordt je vooral van ‘bekenden’ die verder van je afstaan. Granovetter vatte dat destijds samen als: The strenght of weak ties.
Op basis van deze constatering is de vraag gerechtvaardigd of het wel zo verstandig om ondersteuning van mensen in kwetsbare posities te richten op het versterken van het nabije sociale netwerk. Het probleem van mensen in kwetsbare situaties is immers helemaal niet dat ze een gebrek hebben aan sterke banden, maar juist een tekort hebben aan zwakke banden. Hun netwerken zijn eigenlijk vooral veel van hetzelfde. In het verleden werden zulke ‘zwakke’ verbindingen op een bijna natuurlijke wijze georganiseerd in de grote verzuilde netwerken van kerk, parochie, vakbond, school, partij, buurt en sportvereniging. De zuil bood een koepel waaronder verschillende werelden – zij het op een regenteske en paternalistische wijze – zich konden verenigen. Dat type – vaak door elites onderhouden – verbindingen zijn uit de moderne samenleving verdwenen. Daarvoor in de plaats zijn hele nieuwe sociale technologieën gekomen die ‘zwakke verbindingen’ organiseren. LinkedIn, Facebook, Twitter en andere sociale media spelen daarin tegenwoordig een steeds crucialere rol. De gedachte dat deze open source-netwerksamenleving segregatie tegen gaat is echter zeer bedrieglijk. In feite voltrekt zich, al zeker in de stedelijke omgevingen, het tegendeel. Meer en meer sluiten groepen zich op in hun eigen circuits. Voor hoger opgeleiden is dat nauwelijks problematisch, maar voor mensen met minder kansen en mogelijkheden wel. En die mensen concentreren zich vooral in achterstandswijken. Een beroep op het eigen netwerk biedt in deze contreien weinig soelaas, wat hier ontbreekt zijn juist voldoende ‘zwakke’ verbindingen, verbindingen die verder reiken (en kijken) dat de eigen kring.
Leveranciers De relevante vraag is vervolgens: kunnen we ‘zwakke’ verbindingen stimuleren? Het antwoord is eigenlijk verrassend eenvoudig; het gebeurt al. Alleen zien we het belang ervan onvoldoende, we kijken er niet naar indachtig de wet van Granovetter, maar we zien het als sympathieke bezigheden, leuk vrijwilligerswerk of aardig bedoelde uitingen van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo houden we het onbeduidend en marginaal. Maar ondertussen groeit het aantal mensen dat zich op individuele wijze verbindt met mensen die een steun in de rug kunnen gebruiken. Het wemelt in ons land inmiddels van de coaches, mentoren, maatjes, buddy’s. Er is een enorm reservoir ontstaan van burgers die zich met veel betrokkenheid persoonlijk verbinden met mensen die in de schulden zitten (budgetcoaches, witte-boorden-werknemers, die in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen vrijwilligerswerk doen) of zich als mentoren inlaten met allochtone jongeren die door een VMBO- opleiding worden geloodst of als niet-professional ondersteuning bieden bij een gezin. We tellen in ons land alles op, maar de kracht van deze inzet laten we niet tot de statistieken toe. Naar schatting gaat het al om meer dan honderdduizend burgers die op deze manier leveranciers zijn van ‘zwakke’ verbindingen. Zij gedragen zich niet als hulpverleners, maar als betrokken kennissen en knopen daardoor werelden aan elkaar die niet meer van nature verbonden worden, en daarmee leveren zij – op een bijna terloopse manier – kunstmest voor de ontwikkeling van sociaal kapitaal. Zij doen iets waar de professionals van de instituties allang niet meer toe in staat zijn: zij wijzen de weg naar andere werkelijkheden en nieuwe mogelijkheden.
Zeker nu gemeenten zich opmaken om met de nieuwe Wet Werken naar Vermogen bijstandsgerechtigden met stevige hand richting arbeidsmarkt of maatschappelijke nuttige activiteiten te bewegen zou het in de stadhuizen geen kwaad kunnen als men daar de wijze les van Granovetter nog eens goed tot zich laat doordringen. Want de consulenten van de Diensten Werk en Inkomen kunnen natuurlijk hun strengste gezicht tonen, hun bijstandstroepen onder toezicht van bonkige beveiligingsmannen streng toespreken, tot trainingen en beroepstesten bewegen en tot actie verplichten (wat nu in meerdere grote steden momenteel al aan de hand is), de kans dat dat tot aansprekende successen zal leiden is gering. Tenzij je het op grote schaal optuigen van een nieuw soort werkverschaffing als zo’n succes wil typeren. Een treurig vooruitzicht. Granovetter zou het anders doen. Die zou het gesprek openen met het volgende verzoek: zoekt u nu eerst een werkende bekende die niet tot uw directe sociale netwerk behoort en die u wel wil helpen en maak samen een plan. Mocht u zo iemand niet vinden dan bezorgen wij u een mentor. Daarna praten we verder.
Deze column verschijnt in het april-nummer van TSS – Tijdschrift voor sociale vraagstukken.
apr8
AANBIEDING: Koning Burger voor € 5,-
De laatste exemplaren van Koning Burger gaan in de aanbieding. Het boek heeft sinds 2005 vier drukken beleefd, en er zal gezien de sterk afgenomen vraag geen vijfde volgen. Voor wie het eerste boek uit de trilogie Koning Burger, Ontregelen en Eropaf! nog niet heeft, kan nu gebruik maken van een eenmalige actie door het boek voor € 5,- euro (inclusief portokosten) te bestellen.
Meer informatie over het boek op de Koning Burger-pagina op deze site. Informatie over de aanbieding kunt u hier lezen. Het eenvoudigste is om direct € 5,- over te maken op giro 3924522, ten name van Tekstbureau Interlinie, Amsterdam, onder vermelding van Koning Burger, en naam en adres.
apr5
Column GroenLinks Magazine
Permanent ideeënreces
Peilingen zeggen mij niet zoveel. Ik vind het zelfs wel wat hebben dat GroenLinks een van de meest stabiele factoren is in de electorale flipperkast. Je kunt er vergif op innemen: we zitten altijd ergens tussen de 6 en 11 zetels. Dat is mooi, dat is GroenLinks. Waar anderen met angst en beven de wekelijkse polls tot zich nemen, hoeven wij er niet eens naar te kijken. Wij weten onze plaats. Wij moeten het ook niet hebben van populariteitspolls, wij moeten het hebben van onze ideeën, onze visie. Wij lopen voor de troepen uit. Onze voorstellen om de hypotheekrenteaftrek af te bouwen, waren begin deze eeuw zelfs voor de PvdA te gortig, maar zijn nu politiek gemeengoed geworden. Onze ideeën over vergroening van de belasting leken vijftien jaar geleden utopisch, inmiddels rekent iedereen er mee. Onze oeroude filosofie van de vervuiler betaalt, is zelfs voor het bedrijfsleven acceptabel geworden. Wij spraken als eerste over duurzaamheid, nu lult iedereen erover. Dat is GroenLinks.
Maar misschien moet ik wel zeggen: dat was GroenLinks. Want ik weet niet of het aan mij ligt, maar ik zie vooral politiek gemillimeter in de Haagse politieke arena. Ik weet niet wat onze Tweede Kamerfractie aan het doen is, maar het lijkt er wel op dat ze op permanent ideeënreces zijn. Hebben wij eigenlijk wel een woordvoerder financieel-economische crisis? Er wordt wat af getwitterd, maar gaat het ook ergens over? Hebben we ook echt wat in te brengen? Heel Nederland is bezig met een verbouwing van de verzorgingsstaat, maar wat is de visie van GroenLinks? Al sla je me dood, ik zou het niet weten. Het kan toch niet zo zijn dat ons kamergenootschap verworden is tot een verzameling politieke eenmansbedrijfsjes, gespecialiseerd in Kunduz, het Kinderpardon, minimumlonen van zzp’ers, verplicht thuiswerken of pgb’s, maar gespeend van elke visionaire gave en gemeenschappelijk elan. Ik zit te wachten op grote verhalen, waarin tegen het decor van de grote financieel-economische crisis de groene filosofie van duurzaamheid doorgetrokken wordt naar het moderne maatschappelijke leven, naar zeggenschap, kleinschaligheid en burgerkracht. Dat zou ons verhaal moeten zijn. Dat onderscheidt ons ook van al die andere progressieve politieke partijen die tegen Rutte te hoop lopen en waartussen we steeds meer vertrapt worden. Waarom hoor ik ons verhaal niet?
Deze column staat te lezen in het GroenLinks Magazine van april 2012 . .
apr5
Vroeg Eropaf werkt, maar staat onder druk
apr4
LOSLATEN, VERTROUWEN, VERBINDEN
Wat bindt burgers aan de samenleving? Hoe kan binding worden gestimuleerd? Welke vormen neemt zij aan in een moderne netwerksamenleving? Hoe kan betrokkenheid van mensen bij die samenleving worden bevorderd? Dit type vragen bracht in de zomer van 2011 vier organisaties (WRR, Nationale Goede Doelen Loterijen, de Stichting DOEN en SOCIRES) op het idee om daar in een achttal workshops antwoord op te zoeken. Zij vroegen Jos van der Lans om naar aanleiding van de discussies deze publicatie te verzorgen.
Centraal staat in deze publicatie de wijze waarop de institutionele orde functioneert, de wijze waarop in de wereld van overheden, instellingen en dienstverlenende organisaties de omgang met burgers vorm krijgt. Deze ‘systeemwereld’ is in toenemende mate losgezongen van de ‘leefwereld’. Een groot aantal instellingen in de publieke sfeer zijn door hun grootschaligheid en hiërarchische organisatievormen in gijzeling genomen door een bureaucratische logica. Niet alleen energieke burgers, maar ook gedreven professionals lopen daar in vast.
Het kan ook anders. Er zijn initiatieven waarin een andere wijze van omgang met burgers zichtbaar wordt. Dat laat zich het best laat aflezen aan de opkomst van het eigenkrachtdenken. Centraal daarin staat het idee van eigenaarschap. De moderne verzorgingsstaat heeft burgers op tal van levensterreinen onteigent. Veel vernieuwingen en initiatieven in de samenleving zijn er op uit om deze zeggenschap weer terug te nemen.
Zij hechten zich nogal eens aan een plek, een territorium. Er is een plek, een gebouw, een voorziening nodig die burgers zich kunnen toe-eigenen. Dat is de sfeer waarin het vertrouwen hersteld kan worden, het bindingslaboratorium. Dat is een beweging van onderop. Een herontwerp vanuit de institutionele wereld op basis van de zuurstof van de leefwereld. Daarin is een hoofdrol weggelegd voor de werkwoorden die tijdens de workshops het meest in de mond werden genomen: Loslaten, vertrouwen, verbinden.
U kunt de tekst downloaden (ruim 2500 mensen gingen u daarbij al voor) door op de cover in het kader hieronder te klikken, of op de site van DOEN.
Inhoudsopgave
1. Wisselende stemmingen Introductie
2. De woorden Een eerste verkenning
3. De tegenstrijdigheid De beweging en de onmacht
4. De kloof Systeemwereld versus leefwereld
5. De oversteek De logica van burgers
6. Het eigenaarschap Vertrouwen in burgers
7. Burgers, netwerken en lokaliteiten Het einde van de achterban
8. Binding revisited Systeemkritiek in plaats van cultuurkritiek