Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.
Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.
Ik ben redacteur van de Canon Sociaal Werk, waarin – een beetje tot mijn ongenoegen - Jolanda Venema nog geen plek had gekregen. Nadat gisteren en vandaag de verontwaardiging over het lot van de 18-jarige Brandon in ’s Heeren Loo losbarstte en iedereen zich ineens de foto van Jolanda Venema uit 1988 herinnerde, moest deze omissie in de Canon rechtgezet worden. Dat leverde onderstaande tekst op, die vandaag met alle bijhorende verwijzingen en links in de Canon is geplaatst. Hier is link.
Jolanda Venema: geschiedenis van onmacht
Jolanda Venema werd in een klap bekend toen haar ouders een foto van hun 23-jarige dochter in november 1988 naar de media stuurden. De Volkskrant plaatste de foto op de voorpagina en het beeld van de vastgebonden en naakte Jolanda in een kille ruimte bracht een enorme schrok teweeg in Nederland. Zoiets bestond toch niet in Nederland? Dat kon toch niet? Het kon dus wel. Het was een wanhoopsdaad van de ouders Venema. Al vier jaar had Jolanda regelmatig vastgeboden gezeten en al vier jaar hadden ze er bij de instelling, Hendrick van Boeyen-Oord in Assen, voor gepleit om haar meer begeleiding te geven. Maar de instelling had daarvoor misschien nog wel de intentie, maar niet de middelen. Klagen bij de inspectie leverde niets op, extra aanvragen om geld ook niet. Integendeel, er werd in die jaren strak bezuinigd.
Maar nadat de foto in Volkskrant gestaan toonde de wereld van beleid en politiek zich plotseling gevoelig voor wat ineens de wantoestanden in de zwakzinnigenzorg heette. Jolanda Venema werd een symbool en haar foto luidde een ander tijdperk in. Het ministerie van VWS stelde subsidie beschikbaar voor het Very Intensive Care project in het Hendrik van Boeijen-Oord in Assen, waar ook Jolanda aan heeft deelgenomen. In het hele land werden CCE’s opgericht, Centra voor Consultatie en Expertise. Deze brengen onafhankelijke teams van deskundigen op de been waar ouders en instellingen een beroep op kunnen doen om de zorg voor verstandelijke gehandicapten met ernstige gedragsproblemen te organiseren. Deze consulententeams onderzoeken begeleidingssituaties en stimuleren instellingen tot een doelgerichter en uitgebalanceerder beleid ten opzichte van deze groep van zeer moeilijke cliënten. In de werkelijkheid van de zorg voor deze mensen betekende dat een cultuuromslag die jaren in beslag nam, en eigenlijk nog steeds bezig is. De oude cultuur was gericht op groepsstructuren en – programma’s, op beheersing en consolidatie. Eenmaal gebrandmerkt met het stempel ‘verstandelijk gehandicapt’, de term zwakzinnig was al in de jaren zeventig in diskrediet geraakt, trof de persoon-in-kwestie niet echt een wereld aan die nog volop in hem of haar geloofde. De wetenschappelijke interesse was gering. Psychiaters, psychologen en andere gedragskundigen liepen er niet bepaald warm voor en van een zich ontwikkelend behandelingspecialisme was eigenlijk geen sprake. Als mensen problematisch gedrag vertoonden had men de oorzaak klaar: hun verstandelijke beperking. En daar was verder weinig aan te doen. De nieuwe cultuur brak met dit professionele defaitisme. De aanpak richtte zich meer op het individu en minder op de leefgroep, was meer gericht op perspectief en minder op het alles onder controle houden. Die omslag vroeg veel. Geduld, kennis, onderzoek, teamwork en vooral ook menskracht. Een intensievere aanpak betekende meer begeleiding, meer individuele aandacht, niet een half uurtje, maar soms de hele dag. En daar is het Nederlandse zorgsysteem niet direct op berekend. In de praktijk werd er daarom voortdurend geschipperd tussen het beheersen van situaties en aandacht voor individuele ontplooiing.
Daarmee verdween Jolanda Venema (zij overleed in 1999) wel uit beeld, maar verdwenen de problemen niet. Regelmatig wakkerde het vuurtje weer op, vaak aangestoken door ouders die het niet langer konden aanzien. Begin 2011 stond er opnieuw een vastgeketende jongen op de voorpagina van de Volkskrant, Brandon. Hij werd verzorgd in ‘s Heerenloo in Ermelo en bleek al drie jaar lang geen buitenlucht gezien te hebben. Hij riep dezelfde reactie op als Jolanda Venema in 1988: dit kan toch niet in Nederland. Het kan dus wel. Het kan nog steeds. Naar schatting (want precieze cijfers zijn er niet) is het aantal mensen in Nederland dat door een combinatie van een verstandelijke beperking met psychiatrische stoornissen extreem zorgbnehoevend is ongeveer 1500. Dat is veel. Zeker als keer op keer blijkt dat we met hen geen raad weten. En daar steeds opnieuw met schokkende beelden aan herinnerd moeten worden. Het is steeds opnieuw de macht van foto’s en beelden die ons op onze onmacht wijzen.
jan15
Lezing in Breda: succesvolle WIJ-projecten
Zoals beloofd is de lezing die ik donderdag 13 januari in Breda heb verzorgd op de SoZaWe-conferentie over de succesvolle aanpak van zogeheten niet-melders in het kader van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) via mijn site nog eens na te kijken. Klik hier.
jan14
Het publiek en de gebouwen (16)
58 59
Van boven naar beneden. Feitelijke gegevens: 58. 13 januari (middag) - organisatie: Ministerie SoZaWe - plaats: Breda, kantoor corporatie Singelveste - conferentie over projecten van gemeenten om niet-melders te benaderen in het kader van de Wet Investeren in Jongeren - Lezing - 35 mensen. 59. 13 januari (avond) - organisatie: ELK Welzijnswerk Culemborg - bijeenkomst met raadsleden, wethouders, burgemeester, leden van het ELK-managementteam en raad van toezicht - in: hoofdkantoor ELK - lezing/presentatie - 40 mensen.
jan14
Wie is wie in mijn LinkedIn-netwerk?
91 mensen uit mijn LinkedIn-netwerk zijn in 2010 iets anders gaan doen. Dat berichtte LinkedIn mij vandaag via een emailtje. Dat is niet niks, want het netwerk telt ongeveer 300 mensen. Grappig was dat de LinkedIn-computers er onderstaand plaatje van had gemaakt, met portretjes van maar liefst 57 mensen uit mijn netwerk. Ik herkende de helft van de mensen niet, dus je kunt zo je vraagtekens hebben over de persoonlijke aard van dit netwerk. Maar goed, laten we er een wedstrijd van maken. Wie mij de namen kan leveren van tenminste twintig leden van mijn netwerk, mag een door mij geschreven boek als prijs kiezen (zolang de voorraad strekt). Veel succes.
Vandaag mocht ik, na burgemeester Van der Laan, de openingstoespraak verzorgen van de jaarlijkse Winteracademie (de 22e al weer), georganiseerd door de Mozes & Aäronkerk in Amsterdam. Een hele eer. Lees het hele programma.
Eerdere serie foto's in de blogs van 16 en 24 september, 1,8,22 en 28 oktober, 13 en 26 november. 4, 10 en 17 december 2010, 5 januari 2011.
jan5
Het publiek en de gebouwen (13) en de bloemen (1)
Ook in 2011 probeer ik mijn serie 'Het publiek en de gebouwen' weer voort te zetten. In deze serie maak ik foto's van het publiek waar ik een lezing voor moet houden, en van het gebouw waar deze lezing in wordt georganiseerd. Hieronder voeg ik er zelfs de bos bloemen aan toe die ik na afloop kreeg, ook al een veel voorkomend (en bij mij thuis zeer gewaardeerd) ritueel.
De primeur ging dit jaar naar MEE Gelderse Poort, die op 4 januari een nieuwjaarsbijeenkomst hield in het Openluchtmuseum bij Arnhem. De MEE-organisaties, die mensen met een beperking ondersteunen, zijn waarschijnlijk de meeast gefeminiseerde organisaties van het land. Ik schat dat ze voor 90 procent uit vrouwen bestaan. Gisteren was dat in Arnhem niet veel anders. Van de 200 aanwezigen, waren er nog geen tien van het mannelijke geslacht. Dat aantal viel laag uit omdat de ICT-afdeling een groot en acuut automatiseringsprobleem moest oplossen en het daarom integraal moest laten afweten. En ja... bij de ICT werken alleen maar mannen. Hoe het ook zij: het was een leuk en sprankelend begin van 2011.
55 ....
Van boven naar beneden: 55. 4 januari – Arnhem/Openluchtmuseum - Nieuwjaarsbijeenkomst MEE Gelderse Poort - lezing - 200 mensen.
Eerdere serie foto's in de blogs van 16 en 24 september, 1,8,22 en 28 oktober, 13 en 26 november. 4, 10 en 17 december 2010.
jan4
Wordt Amsterdam braver?
Als een soort Statler en Waldorf, de twee commentaarleverende grijsaards van de Muppet-show, hebben Herman Vuijsje en ik in de oudejaarskrant van Het Parool in dialoogvorm commentaar gegeven op de vraag (die daarvoor in enkele afleveringen van Het Parool aan de orde was): wordt Amsterdam braver? Wie op onderstaande ingezonden brief klikt, een reactie die op 4 januari in de krant te lezen stond, kan het hele dubbelinterview nog eens nalezen.
Traditiegetrouw wordt het eerste jaarverslag van 2010 in dit weblog gepubliceerd. En wel het jaaroverzicht van de bezoekkijkcijfers 2010 van deze site zelf.
JAARVERSLAG 2010 - www.josvdlans.nl
De groei is er uit. Dat is de voornaamste conclusie uit de bezoekkijkcijfers van 2010 van mijn site www.josvdlans.nl. Niet helemaal overigens, want in vergelijking met 2009 heeft de teller met 53000 bezoekers ruim twaalfhonderd keer (= 2,3%) vaker getikt. Vorig jaar kon ik het gebrek aan omstuimige groei (zoals in de eerste vier jaar) nog verklaren doordat 2009 geen buitenproportionele uitschieter van ruim 7000 bezoeken in een week kende (na een televisieuitzending over Ontregelen), waardoor de eindstand van 2008 wat geflatteerd was. Voor 2010 gaat die vlieger niet langer op. Je zou zelfs kunnen zeggen dat er een terugloop dreigt, want de bezoekaantallen per maand liepen in het najaar van 2009 op naar ruim 5000 per maand, een aantal dat in het begin van 2010 ook nog makkelijk gehaald werd. Maar daarna liepen de bezoekcijfers toch structureel terug, om zelfs in de wintermaanden, als de bezoekaantallen vanzelf omhoog gaan, bij lange na niet over de 5000 uit te komen.
Naar de oorzaak van deze afvlakking valt slechts te gissen. De hypothese tot nu toe was altijd dat het bezoek van de site samenhing met publieke optredens en/of gebeurtenissen waar ik bij betrokken was. Hoe meer publiciteit, hoe groter het bezoek. Op die hypothese kan nu wel wat worden afgedongen, omdat ik dit jaar met het uitbrengen van twee boeken, Het Anne Frank Huis. Een biografie en Eropaf! Een nieuwe start van het sociaal werk., over publiciteit bepaald niet te klagen heb gehad. Sinds Eropaf! is verschenen heb ik meer dan zestig keer voor zaaltjes en zalen gestaan (zie de weblog serie ‘Het publiek en de gebouwen’) en waar dat in het verleden leidde tot piekjes in de bezoeken zijn die dit jaar nauwelijks waar te nemen.
Het pieken was in 2010 sowieso afgelopen. Telde 2009 vier ‘topdagen’ met meer dan 300 bezoekers, in 2010 werd de grens van 300 geen dag overschreden. De hoogste score (233) registreerde de teller op 17 mei, een dag waarop, voor zover ik kon nagaan, weinig tot niets speciaal gebeurde. Dat het totaal aantal bezoekers toch hoger uit kwam dan 2009 is te danken aan het feit de bezoekaantallen constanter in de tijd zijn geworden. Dat laat zich het beste aflezen aan de grafiek waarin de maandelijkse bezoekaantallen tussen 2009 en 2010 worden vergeleken. Het patroon is minder grillig, en kent – ook in de zomer – minder pieken en dalen.
Dat kan er dus op wijzen dat er een trouwe schare bezoekers is ontstaan die zo nu en dan een kijkje neemt. Dat kan je aflezen aan de tabel waarin de bezoekduur wordt aangegeven. Ruim 80 procent van de bezoekers is binnen dertig seconden al weer weg. Dat relativeert natuurlijk ook die grote aantallen. Van de 53.000 zijn er ruim 40.000 letterlijk passanten. Maar goed dan hou je er toch nog ruim 12.500 bezoeken per jaar over van mensen die echt rondneuzen en er het nodige lezen. Acht procent vertoeft er langer dan een kwartier, zes procent langer dan een half uur. Dat zijn toch nog altijd zo’n drie à vierduizend bezoeken per jaar. In dit opzicht zit er dus wel weer groei in. In vergelijking met 2009 blijven mensen die besluiten te blijven ook daadwerkelijk langer. Je zou dus kunnen concluderen dat de mensen die van mijn site zouden moeten weten het inmiddels ook wel weten. Met ruim vijftigduizend bezoeken is mijn bereik met deze middelen geoptimaliseerd. Mijn `markt’ is verzadigd. Men komt als er reden toe is, anders weet men het wel. Dat is misschien ook wel de zwakte van de site. Er kan een moment komen dat mensen op de site ‘uitgekeken’ raken, dan zou zich een teruggang kunnen inzetten. Voorzichtige tekenen wijzen daarop, maar we moeten een jaar wachten om op dit punt conclusies te kunnen trekken.
Onmiskenbaar is inmiddels ook dat een website allang niet meer de enige informatiebron is waar mensen informatie gaan ophalen. In toenemende mate leunen ze op sociale media en fora als Twitter, LinkedIn en Facebook. Mijn veronderstelling was dat daardoor ook het bezoek aan mijn website zou toenemen; één van de redenen waarom ik in oktober een Twitter-account heb aangemaakt en mij op Twitter heb gestort en op mijn weblog een heus Twitter-wenster heb geïnstalleerd. In dat nieuwe geweld van de sociale media zullen, zo veronderstel ik, mijn website en weblog steeds meer een secundaire bron worden. Reden om mij in 2011 intensiever met deze nieuwe media in te gaan laten. Je moet immers wel een beetje bijblijven.