Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.
Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.
Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl
|
|
|
weblog - mei 2009
mei 26
|
Einde GeuzenMiddenmeer B4
Afgelopen weekend speelde GeuzenMiddenmeer B4 (onderste foto) zijn laatste
wedstrijd van het seizoen, tijdens een toernooi in Zaandam, Volgend jaar
valt het team uit elkaar, een paar jongens stoppen, een paar gaan hogerop
spelen, weer anderen vertrekken naar een andere vereniging en een paar
blijven voetballen in de lagere regionen van de B-jeugd. Daarmee komt een
einde aan een periode van zo’n zeven jaar (de bovenste foto stamt uit de
beginjaren), waarin ik deze jongens iets van de edele voetbalkunst heb
proberen bij te brengen. Dat is (ondanks twee kampioenschappen) niet in
alle gevallen even goed gelukt, maar het is tot op het einde een sportief
team gebleven. Een beetje te lief zelfs, hoewel je dat op de onderste foto
er niet meer meteen aan afziet. |
mei 23
|
Achter Amsterdam CS, veerpont naar noord
|
mei 20
|
Geert Knieschijf
Er is maar een partij die onze Geert uitsluit: GroenLinks. Het is jammer
dat hij die uitspraak niet deed voor een draaiende camera, anders zouden we
er een aardig verkiezingsspotje van kunnen maken. Met als aftiteling:
Neem geen risico, stem GroenLinks! Overigens is het wel een bizarre vertoning dat uitgerekend bij de enige
verkiezing waarbij er een parlement gekozen wordt dat zelf geen regering
kan vormen, partijen zich verdiepen in de vraag of er met Geerts PVV
geregeerd kan worden. Mooi voorbeeld dat politici op geen enkele wijze meer
de regie hebben over hun eigen campagne en dus aan de mediagoden en
persgrillen zijn overgeleverd.
Ondertussen spint Geerts club daar wel garen bij, want doodzwijgen, een
cordon sanitaire of meebewegen met zijn populisme - in alle
gevallen trekt onze Limburger aan het langste eind. Dan maar de troef van
de knieschijven uitspelen, moet Femke Halsema gedacht hebben. ‘Als je
vindt dat Marokkaanse jongens in hun knieschijf mogen worden geschoten dan
ben je ver weg’, zo zette ze Wilders tijdens de laatste aflevering van Pauw
& Witteman in een zin even weg. Ik dacht: ‘Goed zo, Femke, zo moet het.’
Gewoon van PVV’ers cowboys maken, waarbij het recht uit de lopen van hun
pistolen komt. Dat wil niemand. Zo ga ik het ook doen.
Toch maar even gekeken wat hij nu echt gezegd heeft. Ik kom niet verder
dan een uitspraak twee jaar geleden na rellen bij een interland tussen Jong
Oranje en Jong Marokko in Tilburg. Bij die gelegenheid verklaarde hij dat
de politie bij ernstige rellen, en na een duidelijke waarschuwing, met
scherp moet kunnen schieten op relschoppers, maar dan wel op de benen. Dat
kan in bedreigende situaties allang, liet minister Ter Horst destijds
weten.
Ai, Geert Knieschijf is een karikatuur. Een verleidelijke, ik geef het
toe. Maar of we daar de oorlog mee winnen, is de vraag. En eigenlijk denk
ik niet dat wij Wilders op deze manier moeten diskwalificeren, uiteindelijk
zal hij dat – opgejaagd door de populismewedloop of kritische vragen – zelf
doen. Wat dat betreft is het zo’n slecht idee niet om een verkiezingspotje
te maken van zijn bizarre uitspraken. Die zeggen genoeg.
Deze column verschijnt in het juni-nummer van het GroenLinks Magazine.
|
mei 17
|
Spectaculair vernieuwd!!!!!
|
mei 15
|
In de tussentijd
Stedelijke vernieuwingsprocessen kennen prachtige eindplaatjes.
Maar voor het zover is zijn we jaren verder. Wat gebeurt er ondertussen?
Jos van der Lans op expeditie tussen bouwvallen en nieuwbouw in Amsterdam
Nieuw West.
Onder een gevel vol schotelantennes verzamelen zich op deze
eerste dag in mei, vlakbij het eindpunt van tram 13 in het Amsterdamse
Geuzenveld, een kleine vijftig mensen. Ze komen voor Expeditie Nieuw West,
een theaterreis door Geuzenveld, een van de grootste stedelijke
vernieuwingsgebieden in Amsterdam. Dit deel van de Westelijke Tuinsteden is
sinds de eeuwwisseling op de schop genomen en voordat de hijskranen dit
stadsdeel zullen verlaten is het toch al gauw 2015, zo niet later.
De bezoekers zijn jong, blank en als ze in de zon voor een
voormalige tapijt en parketwinkel midden in de straat zich te goed doen aan
een bordje eten (couscous en een pittig worstje) kijken de mannen die op
weg zijn naar de paar deuren verder gelegen moskee nieuwsgierig op. Vreemd
volk in Geuzenveld, dat zien ze niet elke dag.
Het gezelschap wordt om zes uur in de oude winkel
bijeengedreven om te worden toegesproken door Pieter Konings,
projectontwikkelaar te Geuzenveld. De voorstelling, pardon De Expeditie, is
begonnen.
Onttakeling
Het grootste probleem van grootschalige stedelijke vernieuwingsoperaties is
de overbruggingsperiode tussen het begin en het einde van het proces, die
dus al gauw zo’n tien tot vijftien in beslag kan nemen. Dat is een fase van
totale onttakeling van een buurt, alles wordt door elkaar geschut, mensen
vertrekken om nooit meer terug te komen, nieuwe bewoners betrekken duurdere
woningen, niks staat vast, alles verandert en het misnoegen lijkt met de
dag te groeien. Al was het maar omdat de mensen die het meeste gehecht zijn
aan de buurt en er vaak ook het meeste voor betekenen tot het laatste
moment hun onvrede kenbaar maken.
De vraag is nu hoe overbrug je die periode? Wat kan je
eigenlijk doen tussen de bouwputten, kale plekken en oprukkende
sloophamers? Tot voor kort werd deze overbruggingsperiode vooral gezien als
‘collateral damage' en door overheid en corporaties zoveel mogelijk
genegeerd. Wat betreft bewoners werd alle energie gestoken in wat je
woonzekerheid zou kunnen noemen – zo redelijk mogelijke terugkeergarantie-
en verhuisregelingen. Dat is belangrijk, maar de praktijk heeft geleerd dat
geen enkele regeling voldoende is om de negatieve spiraal van
bewonerswantrouwen te keren.
Er moet dus in die belangrijke ‘tussentijd’ meer gebeuren – een
soort politiek van de tijdelijkheid. Dat is precies wat op verschillende
plekken de laatste jaren tot ontwikkeling is gekomen. Een mooi voorbeeld
was Hotel Transvaal, gelegen in de Haagse wijk Transvaal, waar stevig wordt
geherstructureerd. Door de hele wijk bevonden zich hotelkamers in
slooppanden, nog niet verkochte nieuwbouw, ongebruikte ruimtes bij bewoners
thuis en op braakliggend terrein. De kamers waren op bijzondere wijze
ingericht door winkeliers uit de buurt en kunstenaars. Het aanbod was zeer
gevarieerd qua aankleding, luxe en prijsniveau, zodat er voor een ieder,
toeristen, bewoners uit de wijk, en andere geďnteresseerden een plek was.
Hotel Transvaal ontving op deze wijze in twee jaar zeshonderd hotelgasten,
die vrijwel allemaal in de wijk op avontuur gingen. Want het Hotel
introduceerde zijn gasten bij Turkse en Marokkaanse en Surinaamse
restaurants, verse bakkers, beautycentra, een ayurvedisch massagesalon,
bars met live muziek, kappers en internetcafés. Daarmee werd de wijk een
hotel, met de straten als gangen.
Hotel Transvaal is inmiddels gestopt, omdat de Haagse
woningcorporatie Staedion door de crisis gedwongen de stekker er uit heeft
getrokken. Dat is jammer want het was een van de meest fascinerende
tussentijdse initiatieven, waarin de onvermijdelijke leegstand en kaalslag
op een creatieve manier wordt opgepakt om er leuke dingen mee te doen. In
Den Haasg noemde men dat het laboratorium van de tussentijd.
Grappig genoeg wordt daarbij een geheel nieuwe invulling
gegeven aan een oud (eind 19e eeuw) idee van Arnold Toynbee en dat bekend
is geworden als university settlement, wat erop neer kwam dat studenten een
tijdje in een achterstandswijk moesten gaan wonen en werken om de arbeiders
te verheffen. De studenten van de negentiende eeuw zijn in de 21e eeuw
vervangen door leden van wat we tegenwoordig ‘de creatieve klasse’ noemen,
kunstzinnige en creatieve types, kunstenaars, kleine leuke ondernemende
bedrijfjes, die in een wijk neerstrijken en er reuring veroorzaken. Het
idee is om deze in de tussentijd te laten settelen in de buurt die op de
schop gaat om zo alvast een nieuwe dynamiek, een nieuw leven op gang te
brengen.
Dat is nu ook precies wat Expeditie Nieuw West wil laten zien. Het
is een initiatief van Public Amusement, een onafhankelijk Amsterdams
kunstenaarscollectief dat de buurt als podium neemt en er van alles wil
gaan doen, zodat bewoners betrokken raken op hun omgeving. Dat kan gaan via
het optekenen van verhalen, herinneringen, door te fotograferen en te
exposeren, door theater te maken op speelse plekken. Jonge acteurs en
kunstenaars strijken daarbij voor een langere periode echt in de buurt
neer. Creativiteit veronderstelt ook het proeven en ervaren, ja het
dagelijks werken in de buurt. Pas dan kan je je sporen gaan achterlaten.
Een wijk als atelier
Tijdens mijn Expeditie Nieuw West laat ik mij vier uur rondleiden door het
veranderende Geuzenveld, langs de sloopflats en de nieuwbouw. Na de
retoriek van de eerste acteur, projectontwikkelaar Koning, worden we
getrakteerd op twee Marokkaanse jongens op een scooter, een Surinaamse
vrouw in een ontmoetingshuis, een Turkse jongeman wiens ouders altijd
gelukkig waren in Geuzenveld, en een meisje dat in een nieuwbouwwoning
terechtkomt en met haar opstandige pop spreekt over het verlies van haar
oude vrienden. Ondertussen hebben we tussen de solotheaterstukken zo’n
beetje heel Geuzenveld gezien en ook nog een paar prachtige documentaires
over mensen in de wijk. Expeditie Nieuw West vormt zo een van de projecten
waarmee dit kunstenaarscollectief ‘in de tussentijd’ de buurt tot leven
wekt.
Of het ook op langere termijn zijn sociale vruchten zal
afwerpen, is natuurlijk de vraag. Het publiek dat op de Expeditie Nieuw
West afkwam kwam voor 95 procent uit andere delen van de stad en was gewoon
nieuwsgierig. Maar wat geeft het? Deze Amsterdammers weten nu dat je best
wel gelukkig kan zijn in Geuzenveld, dat er wat gebeurt. Dat alleen al is
winst. Tel daarbij op dat atelierruimte voor de meeste jonge
kunstenaars niet te betalen is, en nu krijgen ze ineens een hele wijk als
atelier. En de straten als tentoonstellingsruimte. Dat moet wel wat leuks
opleveren. En zelfs als het weinig effect heeft op de lange termijn dan nog
is deze politiek van de tijdelijkheid vele malen te prefereren boven het
niets doen. Zelfs de meest onbegrijpelijke kunstenaar is beter dan de kale
troosteloosheid van de onttakeling.
Zie voor meer informatie:
www.hoteltransvaal.com
www.public-amusement.nl
www.optrektransvaal.nl
essentielemarge.bureauvenhuizen.com/wordpress
Deze column verschijnt in het juni-nummer van TSS –
Tijdschrift voor sociale vraagstukken .
|
mei 8
|
Onbetamelijk
Ik hou een lijstje bij van onderwerpen waar ik – mocht de verveling
toeslaan – na mijn pensionering op zou kunnen promoveren. Dat duurt nog wel
zo’n jaar of twaalf, maar je kunt je, zo heb ik begrepen, nooit te vroeg
voorbereiden op je oude dag. Deze week heb ik er weer een nieuw
onderzoeksvraag aan toegevoegd: hoe rechtvaardigen individuele
corporatiebestuurders een hoger salaris dan algemeen als betamelijk wordt
gezien?
Juist door de aanhoudende commotie fascineert deze vraag mij bovenmatig.
Ik begrijp heel goed dat er twee reflexen om voorrang vechten. De eerste
kennen we allemaal en is heel particulier: als baas wil ik zo veel mogelijk
verdienen. De tweede reflex is – als het goed is - van publieke aard: wat
ik verdien moet ook maatschappelijk betamelijk zijn.
De meeste bestuurders, je zou het wel eens vergeten, lossen dit probleem
op door zich nauwgezet aan branchecodes te houden, die immers een
collectief compromis vormen tussen private en publieke redeneringen en
bovendien toch nog steeds een behoorlijke beloning opleveren. Dat zijn de
brave borsten.
Maar een niet onbelangrijke groep plaatst zichzelf daar doelbewust buiten,
en aangezien het dan altijd om mensen gaat die meer verdienen laden die als
vanzelf de verdenking op zich dat zij op persoonlijk winstbejag uit zijn.
Een persoonlijke overweging prevaleert kennelijk boven het publieke belang
van betamelijkheid.
Omdat ik zelf van de afdeling brave borsten ben, fascineren mij dat enorm.
Wat beweegt deze wilde rakkers? Hoe combineren zij hun kennelijke hebzucht
met een publiek engagement? Als ik nu aan mijn onderzoek zou beginnen,
levert dat niks op. De betrokkenen raken – zo weet ik inmiddels uit
ervaring - snel geprikkeld over dit onderwerp. Maar omdat de nieuwe
Aedes-leiding onder aanvuring van minister Van der Laan in de nabije
toekomst korte metten maakt met de onbetamelijken, denk ik dat mijn
leeftijdgenoten over twaalf jaar – terugblikkend op deze wilde jaren - daar
zeker een prettig gesprek met mij over willen voeren. Onder het genot van
een goed glas cognac en een stevige sigaar.
Maar dat spreekt voor zich.
Deze ciolumn verschijnt in nr. 9/10 van het Aedes
Magazine
|
mei 8
|
Identiteit sociaal werk
Het was een mooi onderwerp, waarmee de Fontys Hogeschool
Sociale Studies haar 70-jarige bestaan vierde op dinsdag 21 april. Het
lustrumcongres had als thema meegekregen: Identiteit van de sociaal
werker, verleden en toekomst. Dat is een actueel onderwerp want de
identiteit van het sociaal werkers komt de laatste tijd weer volop in
discussie. En dat kan geen kwaad, , want welzijnsprofessionals hebben te
lang als kop van jut gefungeerd. Een nieuw elan, een nieuwe zelfbewuste
identiteit, ja, dat kan het sociaal werk wel gebruiken.
Toegeven, het oogt een beetje lullig om als zeventigjarige over je
identiteit te moeten spreken. De vraag wat je dan die zeventig jaar hebt
gedaan ligt dan voor de hand. En die vraag kan niet alleen aan de Fontys
Hogescholen worden gesteld, maar is ook te adresseren aan de sociaal werk
opleiding van de Hogeschool van Amsterdam, die later dit jaar de leeftijd
bereikt van 110 jaar. In 1899 startte in de hoofdstad de eerste
beroepsopleiding voor maatschappelijk werkers: de Opleidingsinrichting voor
Sociale Arbeid. Het zou zo maar kunnen dat ook de Amsterdammers bij hun
lustrumviering bij zichzelf gaan stilstaan.
Mislukt
Ik was in Eindhoven om mijn steentje bij te dragen aan deze
identiteitsspeurtocht. En om de nieuwe, geheel herziene, en verbeterde
versie van de CANON SOCIAAL WERK ten doop te houden (zie kader). Die canon
levert namelijk voldoende stof tot overpeinzing om de vraag te beantwoorden
hoe het kan dat na ruim een eeuw professioneel werken en opleiden er
kennelijk toch sprake is van een identiteitscrisis van sociaal werkers. Laat ik een paar overwegingen aanreiken, misschien dat ze daar later dit
jaar in Amsterdam hun voordeel mee kunnen doen. De geschiedenis maakt
duidelijk dat – anders dan medisch specialisten bijvoorbeeld – sociaal werk
geen vastomlijnd beroepsveld is. Zoals een arts in de loop der eeuwen over
steeds meer kennis en steeds beter onderzoeks- en operatietechnieken
beschikt, zo ontbeert het sociaal werk zo’n geschiedenis. De afgelopen
jaren is – weten=meten, evidence based practise – een poging gedaan om voor
het sociaal werk ook zo’n geschiedenis te schrijven. Het feit dat de
identiteitsvraag desondanks toch weer opspeelt wijst erop dat die poging
als mislukt moet worden beschouwd. Zo’n geschiedenis zit er domweg niet in,
hoort kennelijk niet bij de aard van het vak. Dat is op zichzelf al een
belangrijke vaststelling.
Betekent dat de sociaal werker zich dan maar bij zijn vage lot moet
neerleggen? Dat hij/zij gemakkelijk aangeschoten wild kan blijven voor
iedereen die maar wat wil roepen? Nou, als de geschiedenis iets duidelijk
maakt, is het wel dat dat nergens voor nodig is. Want er mag dan weliswaar
geen kennishandboek sociaal werk zijn, met standaarddiagnoses en
standaardrecepten, tegelijkertijd maakt de geschiedenis aantoonbaar
duidelijk dat de kwaliteit van onze verzorgingsstaat niet zonder de
dagelijkse inspanningen van sociaal werkers kan, dat de kwaliteit van
buurten en wijken voor een groot deel getekend wordt door wat sociaal
werkers er uitspoken, dat de kwaliteit van nogal wat levens van mensen
gestuurd wordt door de inzet van sociale professionals.
Eigenlijk heeft een arts het dus makkelijker. Hij heeft wel zo’n handboek
met een enorme batterij kennis waar hij uit kan putten. Een sociaal werker
heeft dat in veel mindere mate. Hij is afhankelijk van de context, van
omstandigheden, van anderen, van geld, en moet in die onvoorspelbare
onvoorzienigheid professionele besluiten nemen. Moeten we streng zijn of
vriendelijk? Handhaven of hulpverlenen? Toespreken of meebuigen? Dwingen of
dringen? Kwaad worden of glimlachen? Zo bezien stijgt het sociaal werk met
stip op de ranglijst van moeilijke beroepen, want ga daar maar eens aan
staan.
Levenservaring
De vraag die vanuit dit perspectief voor beroepsopleidingen relevant is:
leveren wij mensen af die dit ingewikkelde werk aan naar behoren kunnen
verrichten? (Mijn antwoord is: nee!) En wat hebben ze daarvoor nodig, niet
alleen aan methodische en theoretische kennis, maar ook aan zelfvertrouwen,
aan beroepstrots? En zijn de professionele organisaties waar de
beroepsopleidingen mensen aan afleveren eigenlijk wel in staat om deze
professionals optimaal verder tot ontwikkeling te laten komen? Als het zo’n
ingewikkeld vak is, mag je ervan uitgaan dat levenservaring een belangrijke
rol speelt? Hoe waarderen we dat dan? Speelt dat eigenlijke en goede rol in
de praktijk?
Dat zijn de vragen waar de identiteitsdiscussie op de beroepsopleidingen
over zou moeten gaan. Maar dan moeten ze dat niet, zoals in Eindhoven, dat
aan een paneldiscussie overlaten, met wat willekeurig bij elkaar geraapte
vertegenwoordigers uit het veld, die onder leiding van een slecht
voorbereide voorzitter, vluchten naar een metataal waar geen levend mens
meer in voorkomt, geen kritische noot gekraakt wordt en waarbij het gesprek
alle kanten opslingert en niemand er eigenlijk nog een touw aan vast kan
knopen. Dat soort weinig inspirerende discussies horen nu juist bij de oude
welzijnsprofessionaliteit, die we achter ons moeten laten. Laten we hopen
dat ze bij de lustrumviering in Amsterdam een stap verder komen. Per slot
van rekening zijn de Amsterdammers maar liefst veertig jaar ouder dan de
nog tamelijk jonge Eindhovenaren. Deze column verschijnt in
het meinummer van TSS - Tijdschrift voor sociale vraagstukken.
|
mei 1
|
Arme Huissenaren
9.25 uur. Waar ons medeleven vandaag, de dag na de
dramatische gebeurtenissen in Apeldoorn tijdens Koninginnedag, naar uit
moet gaan zijn de inwoners van het Gelderse dorp Huissen. Zij zullen
vandaag overvallen worden door een compleet leger journalisten die alles
willen weten over een 38-jarige man die de eigenaar was van een zwarte
Suzuki. Ik had gisteravond al een Willibrord Frequinachtige reportage
verwacht in de Dorpsstraat van Huissen maar het journaille was daar op dat
moment kennelijk niet aan toe en moest eerst haar eigen rouwverwerking
etaleren in een volkomen nietszeggende aflevering van Pauw &
Witteman, waar ze met elkaar hun ervaringen konden ‘delen’ en moesten
constateren dat ze vol verwachting uitkeken naar het gedetailleerde
onderzoek dat zal worden verricht. Vroeger gingen bij een nationale ramp de
televisieschermen op ‘zwart’, maar helaas is dat tegenwoordig ondenkbaar.
Vandaag – als ze over de eerste schrik heen zijn – zullen ze dus
neerstrijken in het arme Huissen. Voor menig dorpsbewoner zal eeuwige roem
wachten als zij ons volk mededelingen kunnen doen over deze inwoner, waar
waarschijnlijk zoals dat wel vaker het geval is met bizarre moordenaars,
tot op heden niets op was aan te merken. Een beetje stille man, dat wel ja.
Een beetje op zichzelf, niet onaardig. Weinig contact met de buren. Deed
zijn boodschappen bij Albert Heijn, niet bijzonders. Nee, eigenlijk hadden
de inwoners van Huissen, dit nooit achter hem gezocht.
Misschien dat een enkele Huissenaar, na aandringen van de reporter, nog
wel wil zeggen dat zijn gedrag, achteraf gezien, misschien toch wel een
beetje merkwaardig is te noemen. Er kwam ook nooit iemand op bezoek, ja,
dan ontstaan er misschien vreemde gedachten. Met een laatste opname in de
straat gaan we dan weer terug naar de Studio, waar zich aan tafel twee
deskundigen hebben verzameld, die uit deze informatie een analyse zullen
smeden over de motieven van de dader. Waarschijnlijk zal hij worden
vergeleken met de idiote jongeren die de laatste jaren scholen binnen
rennen om docenten en leerlingen overhoop te schieten. Omdat die wapens in
Nederland niet te verkrijgen zijn, deed onze 38-jarige inwoner uit Huissen
het dus maar met een zwarte Suzuki.
Er is maar een troost. Waarschijnlijk worden we vandaag verlost van de
verschrikkelijke Dorine Hermans, die wij de afgelopen dagen eerst als olijk
babbelende Oranjewhatcher hebben moeten doorstaan, en na de ramp
kennelijk ook als serieuze rampendeskundige getuige haar optredens in
EenVandaag en Pauw & Witteman. Daar presteerde ze het om alle
Oranjes, van koning Willem I tot koningin Beatrix, in een open verhouding
te plaatsen tot het volk. Vrolijk handenschuddende vorsten, hebben we
altijd gehad en dat zal nu wel zijn afgelopen, aldus onze Dorine. Ik weet
niet welke boeken zij leest, maar Willem I had toch niet echt de gewoonte
zich onder het gepeupel te begeven. De lucht was begin negentiende eeuw
zwanger van geweldadige opstanden. Hij keek wel twee keer uit, voordat hij
een praatje ging maken. Levensgevaarlijk. Wat dat betreft zijn we er echt
op vooruitgegaan. Tot gisteren.
|
mei 1
|
Geweldige theaterexpeditie in Amsterdam Nieuw West
Kom je uit Amsterdam of omgeving? Dan heb je van af vandaag, 1
mei, nog twee mogelijkheden om in Amsterdam Nieuw West op een ongelooflijk
aardige theaterexpeditie te gaan die je in vier uur rondleidt langs alle
mogelijke dimensies van de stedelijke vernieuwing in dit grote naoorlogse
gebied. En omdat je langs meerdere locaties wandelt, snuif je ook nog de
sfeer op van dit stadsdeel. Kijk op:www.public-amusement.nl. Of bel naar: 06 31222810.
|
|
Kies een periode:
november 2024 oktober 2024 september 2024 augustus 2024 juli 2024 juni 2024 mei 2024 april 2024 maart 2024 februari 2024 januari 2024 december 2023 november 2023 oktober 2023 september 2023 augustus 2023 juli 2023 juni 2023 mei 2023 april 2023 maart 2023 februari 2023 januari 2023 december 2022 november 2022 oktober 2022 september 2022 augustus 2022 juli 2022 juni 2022 mei 2022 april 2022 maart 2022 februari 2022 januari 2022 december 2021 november 2021 oktober 2021 september 2021 augustus 2021 juli 2021 juni 2021 mei 2021 april 2021 maart 2021 februari 2021 januari 2021 december 2020 november 2020 oktober 2020 september 2020 augustus 2020 juli 2020 juni 2020 mei 2020 april 2020 maart 2020 februari 2020 januari 2020 december 2019 november 2019 oktober 2019 september 2019 augustus 2019 juli 2019 juni 2019 mei 2019 april 2019 maart 2019 februari 2019 januari 2019 december 2018 november 2018 oktober 2018 september 2018 augustus 2018 juli 2018 juni 2018 mei 2018 april 2018 maart 2018 februari 2018 januari 2018 december 2017 november 2017 oktober 2017 september 2017 augustus 2017 juli 2017 juni 2017 mei 2017 april 2017 maart 2017 februari 2017 januari 2017 december 2016 november 2016 oktober 2016 september 2016 augustus 2016 juli 2016 juni 2016 mei 2016 april 2016 maart 2016 februari 2016 januari 2016 december 2015 november 2015 oktober 2015 september 2015 augustus 2015 juli 2015 juni 2015 mei 2015 april 2015 maart 2015 februari 2015 januari 2015 december 2014 november 2014 oktober 2014 september 2014 augustus 2014 juli 2014 juni 2014 mei 2014 april 2014 maart 2014 februari 2014 januari 2014 december 2013 november 2013 oktober 2013 september 2013 augustus 2013 juli 2013 juni 2013 mei 2013 april 2013 maart 2013 februari 2013 januari 2013 december 2012 november 2012 oktober 2012 september 2012 augustus 2012 juli 2012 juni 2012 mei 2012 april 2012 maart 2012 februari 2012 januari 2012 december 2011 november 2011 oktober 2011 september 2011 augustus 2011 juli 2011 juni 2011 mei 2011 april 2011 maart 2011 februari 2011 januari 2011 december 2010 november 2010 oktober 2010 september 2010 augustus 2010 juli 2010 juni 2010 mei 2010 april 2010 maart 2010 februari 2010 januari 2010 december 2009 november 2009 oktober 2009 september 2009 augustus 2009 juli 2009 juni 2009 mei 2009 april 2009 maart 2009 februari 2009 januari 2009 december 2008 november 2008 oktober 2008 september 2008 augustus 2008 juli 2008 juni 2008 mei 2008 april 2008 maart 2008 februari 2008 januari 2008 december 2007 november 2007 oktober 2007 september 2007 augustus 2007 juli 2007 juni 2007 mei 2007 april 2007 maart 2007 februari 2007 januari 2007 december 2006 november 2006 oktober 2006 september 2006 augustus 2006 juli 2006 juni 2006 mei 2006 april 2006 maart 2006 februari 2006 januari 2006 december 2005 november 2005 oktober 2005 september 2005 augustus 2005 juli 2005 juni 2005 mei 2005 april 2005 maart 2005 februari 2005 januari 2005 december 2004 november 2004 oktober 2004 september 2004 augustus 2004 |
|