Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.
Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.
Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl
|
|
|
weblog - juni 2008
jun 16
|
Reactie 'Ontregelen'
Geachte heer van der Lans,
Met belangstelling en plezier heb ik uw boek 'Ontregelen' gelezen.
U vraagt in uw woord van dank om commentaar. Echt commentaar is het onderstaande niet, het moet eerder worden gezien als bijdragen.
Ik kwam in uw boek nergens de naam van Eckart Wintzen tegen. Hij overleed kort geleden op 68-jarige leeftijd. Ik kan me haast niet voorstellen dat u zijn gedachten over bedrijfsvoering (zijn celtheorie, opsplitsen van bedrijven die groter worden dan 65 man) niet kent. Maar mocht u het niet kennen dan kan ik u zijn boekje daarover sturen.
Ik las in het eerste hoofdstuk uw beschrijving van Rogers' ideeën. Ook ik heb als huisarts (thans niet meer praktizerend) hieraan natuurlijk enthousiast meegedaan. Maar in Twente waar ik huisarts was, lukte dat niet altijd even goed. Als ik vroeg: "Wat vindt u er zelf van?" antwoordden de meeste Tukkers: "Dat weet ik niet. U bent dokter".
Ook maakte ik in het klein situaties mee die u beschrijft, waarin niemand iets doet omdat het niet onder zijn/haar verantwoordelijkheid valt. Ik werd geroepen bij een kind met een koortsstuipen. Toen ik er kwam, zag ik het kind (inmiddels alweer zonder trekkingen) op de grond liggen met de moeder en drie buurvrouwen eromheen. Niemand deed iets. Ik vroeg wat haar eerste reactie was toen zij zag dat haar kind stuipen had. "Ik had het willen optillen en bij mij nemen". "Waarom hebt u dat dan niet gedaan?" "Ik heb eerst de buurvrouwen geroepen en die zeiden: 'Afblijven, niet aankomen'".
In het begin van mijn praktijkjaren belde ik rechtstreeks met de wijkzuster (Wit-Gele Kruis voor katholiek, Groene Kruis voor algemeen) met het verzoek om bij patiënt X. langs te gaan die vandaag uit het ziekenhuis was gekomen en enige hulp bij wassen en aankleden nodig had. Dat kwam altijd in orde. De laatste 20 jaar ging dat heel anders. Ik moest bellen met 'het Loket' en mijn zorgvraag (als er maar 'zorg' voor staat, is het altijd goed) voorleggen aan 'Cindy' of 'Natascha'. Zij ging het doorgeven aan de zorginstelling die iemand naar de heer X. zou sturen om de zorgvraag nader uit te werken en vervolgens de volgende dag in de teambespreking ter tafel te brengen. Daar werd een zorgplan opgesteld. Als meneer X. geluk had werden zijn billen drie dagen na thuiskomst uit het ziekenhuis voor het eerst gewassen.
Als lid van de klachtencommissie van een groot ziekenhuis maak ik wekelijks mee dat mensen klagen over onduidelijkheid over wie hun aanspreekpunt is: de co-assistent, de assistent, de dokter, de verpleegkundige, het afdelingshoofd? Geef iedere patiënt bij opname een briefje met de naam van de hoofdbehandelaar tot wie de patiënt zich kan wenden bij vragen.
Dit waren zo enkele gedachten die bij mij opkwamen bij het lezen van 'Ontregelen'.
Met vriendelijke groet,
Adriaan Mazel
|
jun 15
|
Dansverlegenheid
Mijn man kan niet dansen – begin mei heb ik
gefascineerd naar de twee afleveringen van dit RTL-programma gekeken.
Eigenlijk niks voor mij, want meestal vind ik dit soort
wedstrijdprogramma’s ergerlijk. Het zijn mensonterende veilingen, ze
brengen het slechtste in mensen boven en meer dan eens volledig gebaseerd
op leedvermaak.
Welbeschouwd gebeurde dat ook in Mijn man kan niet dansen. Daarin gaven
vrouwen hun man op om – voor het oog van de camera - in een week
klaargestoomd te worden door professionele danscoaches die de drie
uitverkoren kandidaten (die van niks wisten en van hun werk werden geplukt)
naar een finale begeleidden waarin ze voor het naar de studio’s van
Aalsmeer uitgerukte thuisfront een verplichte en een vrije dans moesten
dansen (met hun coach), waarna ze punten kregen van een professionele
danskundige en tien dansprimadonna’s. De winnaar zag zijn droom in
vervulling gaan: een weekendje naar FC Barcelona, deelname aan een speciaal
pokertournooi in Las Vegas, dat soort zaken.
Dat alles was per aflevering goed voor een uur televisie onder
leiding van de swingende Humberto Tan. De mannen werden geheel van hun
gezinnen gescheiden en werden dagelijks gevolgd door de camara. ’s Avonds
zaten ze gedrieën in een mooi appartement in Amsterdam en kampten ze
allemaal met heimwee, waardoor de brave burgervaders als ze halverwege de
week een videootje van het thuisfront zagen het stuk voor stuk niet meer
droog hielden.
Dat zou genoeg moeten zijn om terstond naar een andere zender te zappen,
zou je zeggen. Maar nee, ik bleef kijken. En na de eerste aflevering zat ik
een week later klaar voor de tweede aflevering. En ik had het ook bij de
derde aflevering gedaan als RTL het programma niet van de buis had gehaald
vanwege sterk tegenvallende kijkcijfers. Ik was verbijsterd – keek ik
eindelijk een keer, was ik zo ongeveer de enige. Hoe kon dat?
Misschien deed ik het uit een soort superioreiteitsgevoel. Hoewel
absoluut geen dansheld stond wel vast – meende ik - dat ik toch iets
soepeler in de heupen was dan deze stijve harken die er inderdaad werkelijk
weinig van bakten. Ik heb deze hypothese voorgelegd aan vrouw en
zestienjarige dochter die nog wel wilden bevestigen dat ik het er iets
beter van af bracht, maar daar meteen aan toevoegden dat enige training bij
mij ook geen kwaad zou kunnen. Mocht de serie ooit een vervolg krijgen,
opperden ze, dan zouden zij serieus overwegen om me op te geven. Pas toen realiseerde ik me dat ik niet bleef kijken omdat ik zoveel beter
dan, maar juist omdat ik me met deze houten klazen identificeerde. Ik
herkende in hun gestuntel alle aarzelingen die veel mannen hebben om zich
over te geven aan de logica van de dans. Dat had weinig te maken met het
tekort aan ritmegevoel of het gebrek aan conditie dan wel het vastzitten
van de heupen, waar hun danscoaches het op gooiden. Dat speelde een rol,
maar verklaarde niet alles. Hun probleem zat niet zozeer in het feit dat ze
onvoldoende controle over hun eigen lichaam hadden, welnee hun weerstand
zat hem nog veel meer in het feit dat ze zich geen raad wisten met het feit
dat ze controle over het lichaam van hun partner moesten uitoefenen. Ze
durfden hun rol niet aan. Ze werden geacht te leiden, te sturen,
zelfverzekerd de dansbaas te spelen over de bewegingen en dus het lichaam
van hun vrouwelijke partner. En daar wisten ze in de verste verte geen raad
mee. En eigenlijk waren ze dolblij dat ze zich vanwege hun houterigheid aan
deze netelige kwestie konden onttrekken. En ineens stonden ze daar tegenover prachtige danscoaches. En waar een
latino zou gaan dansen, zag je onze houten klazen in verwarring raken. Elk
heupcontact met deze lichamen voelde als een ongewenste intimiteit, als een
bijna seksuele uitspatting en dat spel, dat maakte elke aflevering van Mijn
man kan niet dansen loepzuiver duidelijk, hebben heel veel mannen in
Nederland niet onder de knie. Misschien is het een erfenis van onze
calvinistische preutsheid, maar feit is dat in de doorsnee mannelijke
verbeelding in Nederland tussen het seksuele en het niet-seksuele geen
ongedwongen ruimte bestaat. In de gemiddelde mannelijke belevingswereld is
geen plaats voor een vrijzone waarin ertotiek en onschuld samen gaan, met
elkaar een spel spelen, met elkaar dansen.
Eigenlijk zag je dat nog het best bij de mannen die in het programma aan
een mannelijke dansleraar werden gekoppeld. Die verstijfden, die voelden
zich zichtbaar ongemakkelijk, ze gedroegen zich alsof ze overgeleverd
werden aan gedwongen homoseksualiteit en slaagden er maar niet in om gewoon
te gaan dansen. Voor mannen is dansen, kortom, niet onschuldig. Het is hen
te seksueel.
Het bizarre in Nederland is dat vrouwen, misschien wel als uitdrukking van
hun emancipatie, voortdurend in de weer zijn om die onschuldige vrijruimte
met dansen te openen, terwijl mannen, misschien wel als gevolg van dezelfde
emancipatie, zich er zichtbaar geen raad mee weten en zich beroepen op hun
houterigheid en gebrek aan ritmegevoel om zich aan de dreigende verwarring
te onttrekken. Aan mijn lijf geen polonaise, zoiets. Hun macho bewaren ze
voor de momenten dat ze als mannen onder elkaar zijn, in de voetbalclub, op
het werk, in de kantine. Of tijdens het klussen, want die invalshoek koos
RTL na het stopzetten van het geflopte Mijn man kan niet dansen. Het nieuwe
programma heette: Help, mijn man is een klusser. Gewoon een lekker
onderwerp, waar - zoals de kijkcijfers al snel aantoonden - iedereen zich
wel zo gemakkelijk bij voelt. Ik zap er na twee minuten al weer bij weg.
Deze column verschijn in het julinummer van DANS, nr.4/2008. Klik
voor meer danscolumns hier . |
jun 6
|
Visie
Als er een woord is waar ik in de politiek allergisch voor
ben geworden, is het het woord visie. Als het een beetje minder gaat, of er
fouten zijn gemaakt, verzamelen zich aan de zijlijn lieden die menen dat er
sprake is van een gebrek aan visie. Wat meer visie en alles is weer oké. Je
hoort het bij de VVD, bij de PvdA, en ook GroenLinks is nu al weer een
tijdje bezig op het visionaire vlak.
Ik ken geen voorbeelden uit de moderne partijpolitiek dat dat tot iets
heeft geleid. Het is een illusie om te denken dat verdeeldheid wordt
overwonnen door een beetje meer visie. Of er rollen visies uit dit soort
exercities waar de kool en de geit gespaard worden, en dat leidt dus tot
niks, of er worden echt principiële keuze gemaakt en dat leidt alleen maar
tot meer onenigheid en dat was nu net niet de bedoeling. Eigenlijk moet je
zeggen dat de frequentie waar mee het woord in de mond wordt genomen meer
zegt over de diepte van de crisis dan over het zicht op een oplossing.
De vraag moet ook niet zijn of er één visie moet komen (dat voorrecht
laten we aan de SP), de vraag is: hoeveel visies kan een partij verdragen
en zijn de verschillende visies nog in staat om elkaar te vinden op
concrete punten. Anders gezegd: de enige relevante vraag is of men erin
slaagt om meningsverschillen productief te maken?
Wat dat betreft hoeft GroenLinks niet te wanhopen. We zijn
vrijzinnig-modern als het gaat om de culturele agenda van de toekomst, de
immigratie, de mensenrechten, de vrijheden. We zijn modern-socialistisch
als het gaat om de materiële agenda: wij gaan voor een bescherming van
kwetsbaren op alle markten en in alle facetten van het bestaan. En we
vinden elkaar omdat we los van al dit geneuzel zo groen zijn als de aarde
en met radicale maatregelen de generaties na ons heel veel ellende willen
besparen.
Dat is geen visie, dat is een opdracht.
Zo simpel is het dus. Deze column verschijnt in het juni-nummer van het GroenLinks Magazine. |
jun 6
|
Acualiteitencollege Hogeschool Utrecht
Donderdag 5 juni gaf ik in de Uithof in Utrecht een actualiteitencollege
aan de Hogeschool Utrecht voor de faculteit Maatschappij en recht. Het
onderwerp was mijn boek 'Ontregelen'. De dag ervoor ontving ik per mail de
volgende brief van een docent die aan dezelfde Hogeschool is verbonden,
alleen hij doceert in de vestiging in Amersafoort. Hij had van het college
vernomen en het plan opgevat om met zijn klas er naar toe te gaan. Maar dat
mocht zo maar niet. Lees en huiver:
Beste Jos,
Met veel interesse heb ik je boek ontregelen gelezen. Maar laat ik mij eerst voorstellen. ik ben Huub Direcks
en docent aan de HU, instituut de Horst.
Morgen kom jij een lezing geven in Utrecht. Hebben wij toevallig bij de
opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening deze periode
Oraganisatiekunde op het programma.
In mijn onschuld dacht ik "dan ga ik met mijn klas naar jouw lezing".
Maar daar komen wat problemen bij. (...)
Probleem 1. Het vraaggericht onderwijs bestaat er uit dat alle studenten
dezelfde trainingen krijgen. Afwijken mag niet van de examencommisie, want
alle studenten moeten hetzelfde programma krijgen. Dit programma is per uur
beschreven. (Van wie de vraag vraaggericht komt weet ik niet.)
Als een student gaat klagen dat hij te weinig les krijgt over dit onderwerp
is de docent de dupe. (...) De les verplaatsen kan niet, want per periode
bij de HU moet er 140 uur binnenschoolse studiebelasting zijn en je
begrijpt dat 2 uur naar jou luisteren een ernstige aantasting van dit
grondrecht is.
Een tweede probleem is dat jij in Utrecht komt. Studenten zijn verplicht de
lesssen in Amersfoort te volgen. Dit is onderdeel van de examenregeling. Het is verplicht te komen, maar je mag en kunt niet verwachten dat
studenten een half uur naar Utrecht gaan reizen.
Desalniettemin heb ik een groep bereid gevonden allee regels te overtreden
en morgen naar jouw lezing te komen. De inquisitie van de mangers zie ik
vol verwachting tegemoet.
In een later stadium zal ik nog reageren op je boek, wat ik overigens (
stiekum) heb behandeld,
groet,
Huub Direcks
docent MWD Hu de Horst
Huub en zijn studenten waren inderdaad aanwezig en ontvingen een ovationeel
applaus voor deze heldendaad van de andere aanwezigen. Wie geinteresseerd
is in de presentatie moet hier klikken.
|
jun 6
|
Presentatie ONTREGELEN
Het vreemde is dat ik eigenlijk pas gisteren op 5 juni, precies
drie maanden na het verschijnen van 'Ontregelen', de eerste echte lezingen
over het boek heb gegeven. In eerdere optredens kwam het boek uiteraard ook
te sprake, maar maakte het nog onderdeel van het zogenaamde 'EROPAF'-
verhaal. De premičre ging donderdagochtend naar Utrecht (zie hieronder)
maar later op de dag verzorgde ik een vergelijkbare presentatie voor de
Directie INWONERS van de gemeente Nijmegen, met aansluitend een erg
onderhoudende discussie. Wie de persentatie nog eens wil bekijken moet hier klikken.
|
jun 2
|
De zelfbevrijding van professionals
Hoe ver kan gekte gaan? Een coördinator van een
vrijwilligersorganisatie kreeg van haar leidinggevenden te horen dat haar
vrijwilligers tijd moesten gaan schrijven. Want in het tijdperk van
aanbestedingen verlangen de opdrachtgevers dat, had ze te horen gekregen.
Ze weigerde. Uiteindelijk zag de leiding zelf ook in dat het misschien toch
wel een beetje vreemd was om mensen die vrijwillig de handen uit de mouwen
wilden steken te verplichten om precies vast te leggen hoe ze hun tijd
besteden.
Het is een treffend voorbeeld van hoe bureaucratische controlezucht zich
opdringt. In een enkel geval, zoals bij deze vrijwilligersorganisatie,
overschrijden de dwingende eisen de grens van redelijkheid, maar dat is een
uitzondering. Meestal voltrekken de verplichtingen hun opmars
sluipenderwijs. En onvermijdelijk: weigeren zou ‘de financiering op het
spel kunnen zetten’. En welke brave professional wil dat op zijn geweten
hebben.
Zo kan het gebeuren dat professionals in de publieke sector meer
contacturen met hun beeldscherm maken dan met mensen. Op tal van
werkplekken is de afgelopen jaren het moment gepasseerd dat de
controlezucht haar redelijkheid verliest en ongemerkt het werk is gaan
sturen. Dat is het moment dat het onbehaaglijk wordt. Het werk vraagt om
handelingen die het systeem niet meer thuis kan brengen. De professional
die plotseling met onverwachte crisissituaties wordt geconfronteerd, komt
in het nauw. Er is geen vakje voor wat hij moet doen.
Dat leidt tot een vorm van pruttelend onbehagen. Soms vindt dat een weg
naar buiten, zoals in het najaar van 2006 in de zuidelijke provincies. Daar
lieten tien ondernemingsraden van instellingen in de geestelijke
gezondheidszorg aan de buitenwereld weten dat wat hun betreft de maat vol
was. De verantwoordingsbureaucratie was in hun ogen zo ver doorgeschoten
dat de inhoud van hun werk in toenemende mate geformatteerd werd door
dwingende procedures en protocollen. Volgens de ondernememingsraden was de
limiet bereikt en zij kregen van de 25.000 professionals die zij
vertegenwoordigen een enorme weerklank.
De actie van de zuidelijke ondernemingsraden vormde een eerste aanklacht
tegen de vervreemding in de publieke sector, tegen het feit dat de
werkvloeren in toenemende mate bezet lijken te worden door wat je in
oorlogstaal vijandige mogendheden zou noemen. Zij vormen het begin van een
ingewikkelde ‘bevrijdingsstrijd’, want het bezettingsleger blinkt uit in
onzichtbaarheid, ongrijpbaarheid en uiteraard louter goede bedoelingen. Het
is een soort big brother-cultuur: niemand weet wie waar achter de knoppen
zit. Vaak zijn het financiers, maar die zeggen ook weer door hogere machten
te worden gedreven. Zo wil de kwade genius maar niet in het vizier komen.
Dat maakt veranderen ook zo moeilijk. Omdat alles en iedereen (collega’s,
managers) de indruk wekt dat elke weigerachtigheid alleen maar in je eigen
vingers snijden is, geeft iedereen zich over aan wat de systemen vragen. Zo
ontstaat lijdzaamheid. Als een soort heimelijk ondergronds verzet. Er wordt
in het registreren precies datgene ingevuld wat het systeem wil dat er
ingevuld wordt. Dagelijks worden er zo miljoenen gegevens het digitale
universum in gelanceerd die steeds minder zeggen en waar niemand naar om
kijkt.Er zijn inmiddels officiële Haagse denktanks en adviesraden, zoals de
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en de Raad voor
Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO), die hierover de alarmklok hebben
geluid. Het besef groeit dat het eigenlijk zo niet langer kan. Maar hoe
bestrijd je een ongrijpbaar systeem? Hoe versla je een onzichtbare vijand?
Dat is geen eenvoudige opgave. Het is ook niet zo dat er een alternatieve
blauwdruk klaar ligt of ergens een commandocentrum is ingericht om de
herovering van de werkvloer tot in de details voor te bereiden.
Zo werkt het niet. De oorlog tegen de systemen is een oorlog zonder
generaals. Het is een soort omgekeerde guerrilla, want als de vijand zich
schuil houdt zit er voor de opstandelingen niks anders op dan zich
zichtbaar maken. Het is in eerste instantie vooral een kwestie van de
bestaande systemen ontregelen, van het ontwikkelen van tegendruk, van het
ontlopen van verdere bezettingen, van het heroveren van nieuwe
vrijheidsgraden.
Dat is een vorm van tegendruk die op de werkvloeren van de publieke sector
zelf moet beginnen. Daar moeten leidinggevenden en uitvoerende
professionals hun passie in stelling brengen, daar moeten ze zich hardop
gaan afvragen wat hen in het werk drijft en wat er voor nodig is om dat zo
optimaal nodig tot zijn professionele recht te laten komen. Dat zijn mensen
aan zichzelf, aan hun vak, aan hun werkplezier, aan hun cliënten, aan de
samenleving verplicht. Daarin moeten ze de motivatie vinden om de greep op
hun werkvloeren te hervinden. Daar ligt het begin.
Deze opiniebijdrage verscheen op 30 mei in het Eindhovens Dagblad in het
kader van een langer lopende debatreeks in de lichtstad. Op 11 juni vindt
daar de laatste bijeenkomst van plaats waarin ik zal figureren.
In oktober 2007 werden via deze krant en www.sociaaldebateindhoven.nl de vijf belangrijkste
sociale thema’s vastgesteld die in de stad om meer aandacht vragen. De top
5 bestaat uit de thema’s: vergrijzing als kracht, armoede en
werkgelegenheid, jongeren – participatie en meedoen, respect en regels, en
overregulering. Vier ronden zijn achter de rug. Dit artikel opent de
laatste discussieronde over bureaucratie en overregulering. U kunt
deelnemen aan deze ronde via brieven of bijdragen aan opinie@ed.nl of aan
redactie@sociaaldebateindhoven.nl. Eind juni wordt deze ronde afgesloten en
verschijnt daarover een afrondende tekst op deze pagina’s.
|
jun 1
|
INMIDDELS VIERDE DRUK!!!!
|
jun 1
|
Daklozendag 2008: "Uit onverwachte hoek"
>
De jaarlijkse daklozendag in Amsterdam, georganiseerd door de diaconie in
samenwerking met de Belangenorganisatie Amsterdamse Dak- en Thuislozen
(BADT) (ik ben voorzitter van het bestuur), vindt dit jaar plaats op
woensdag 4 juni. Het thema is: "Uit onverwachte hoek" en houdt verband met
het 'Jaar van de Samaritaan'. Alle deelnemers, dakloos of niet, kunnen hun
eigen inbreng "uit onverwachte hoek" leveren. Net als vorig jaar wordt er
ook dit keer een bokaal uitgereikt aan de initiatiefnemer van een leuk
project: de "dat-had-ik-nooit-van-jou-gedacht-bokaal". De bokaal zal worden
uitgereikt door Hub van Roy, de winnaar van vorig jaar. Verder is er een
infomarkt, muziek, eten, spelletjes en een waarzegger. Klik hier voor meer info
|
|
Kies een periode:
januari 2025 december 2024 november 2024 oktober 2024 september 2024 augustus 2024 juli 2024 juni 2024 mei 2024 april 2024 maart 2024 februari 2024 januari 2024 december 2023 november 2023 oktober 2023 september 2023 augustus 2023 juli 2023 juni 2023 mei 2023 april 2023 maart 2023 februari 2023 januari 2023 december 2022 november 2022 oktober 2022 september 2022 augustus 2022 juli 2022 juni 2022 mei 2022 april 2022 maart 2022 februari 2022 januari 2022 december 2021 november 2021 oktober 2021 september 2021 augustus 2021 juli 2021 juni 2021 mei 2021 april 2021 maart 2021 februari 2021 januari 2021 december 2020 november 2020 oktober 2020 september 2020 augustus 2020 juli 2020 juni 2020 mei 2020 april 2020 maart 2020 februari 2020 januari 2020 december 2019 november 2019 oktober 2019 september 2019 augustus 2019 juli 2019 juni 2019 mei 2019 april 2019 maart 2019 februari 2019 januari 2019 december 2018 november 2018 oktober 2018 september 2018 augustus 2018 juli 2018 juni 2018 mei 2018 april 2018 maart 2018 februari 2018 januari 2018 december 2017 november 2017 oktober 2017 september 2017 augustus 2017 juli 2017 juni 2017 mei 2017 april 2017 maart 2017 februari 2017 januari 2017 december 2016 november 2016 oktober 2016 september 2016 augustus 2016 juli 2016 juni 2016 mei 2016 april 2016 maart 2016 februari 2016 januari 2016 december 2015 november 2015 oktober 2015 september 2015 augustus 2015 juli 2015 juni 2015 mei 2015 april 2015 maart 2015 februari 2015 januari 2015 december 2014 november 2014 oktober 2014 september 2014 augustus 2014 juli 2014 juni 2014 mei 2014 april 2014 maart 2014 februari 2014 januari 2014 december 2013 november 2013 oktober 2013 september 2013 augustus 2013 juli 2013 juni 2013 mei 2013 april 2013 maart 2013 februari 2013 januari 2013 december 2012 november 2012 oktober 2012 september 2012 augustus 2012 juli 2012 juni 2012 mei 2012 april 2012 maart 2012 februari 2012 januari 2012 december 2011 november 2011 oktober 2011 september 2011 augustus 2011 juli 2011 juni 2011 mei 2011 april 2011 maart 2011 februari 2011 januari 2011 december 2010 november 2010 oktober 2010 september 2010 augustus 2010 juli 2010 juni 2010 mei 2010 april 2010 maart 2010 februari 2010 januari 2010 december 2009 november 2009 oktober 2009 september 2009 augustus 2009 juli 2009 juni 2009 mei 2009 april 2009 maart 2009 februari 2009 januari 2009 december 2008 november 2008 oktober 2008 september 2008 augustus 2008 juli 2008 juni 2008 mei 2008 april 2008 maart 2008 februari 2008 januari 2008 december 2007 november 2007 oktober 2007 september 2007 augustus 2007 juli 2007 juni 2007 mei 2007 april 2007 maart 2007 februari 2007 januari 2007 december 2006 november 2006 oktober 2006 september 2006 augustus 2006 juli 2006 juni 2006 mei 2006 april 2006 maart 2006 februari 2006 januari 2006 december 2005 november 2005 oktober 2005 september 2005 augustus 2005 juli 2005 juni 2005 mei 2005 april 2005 maart 2005 februari 2005 januari 2005 december 2004 november 2004 oktober 2004 september 2004 augustus 2004 |
|