Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.
Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.
Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl
|
|
|
weblog - december 2008
dec 19
|
Ella en Willem
Zoals 2008 het jaar van de verwijdering van Ella Vogelaar was,
zo wordt 2009 het jaar van het afscheid van Willem van Leeuwen. Die
constatering doet toch een beetje vreemd aan, want ik kan me nog de tijd
herinneren dat op bijna elke bijeenkomst waar minister Vogelaar acte de
presence gaf ook Willem van Leeuwen opdook. Ze hadden wat
onafscheidelijks, Ella en Willem.
Bij het gedwongen ontslag van Vogelaar viel vooral op dat eigenlijk
niemand het voor haar opnam. Het meest gebezigde woord was
‘onvermijdelijk’. Het was niet haar ‘zachte’ aanpak van de integratie die
haar nekte, maar het feit dat ze in ‘het integratiedossier’ elk initiatief
kwijt was en haar politiek gezag had verspeeld. Ze tekende zonder het zelf
te beseffen haar eigen doodvonnis door louter op haar eigen
overtuigingskracht te vertrouwen en zich van de wrede Haagse buitenwereld
te isoleren. Dat redt niemand.
Het paradoxale is dat het woord ‘onvermijdelijk’ ook van toepassing is op
het komende vertrek van Willem van Leeuwen, hoewel - beleefdheidshalve -
niemand het woord in de mond zal nemen. Maar zoals Ella Vogelaar door Bos
met een onmogelijke taak was opgezadeld, zo stond ook de Aedes-directeur
inmiddels voor een mission impossible. De aloude Aedes-structuur
was op de maat van eenheid gesneden, de werkelijkheid was er een van
toenemende verscheidenheid. Nog een wonder dat hij zo lang de schijn van
eensgezindheid heeft weten vol te houden, maar na de geforceerde Grote
Beweging werd duidelijk dat het zo niet langer kon. En nu moet Aedes via
een ouderwetse bondsstructuur, met een DB, AB en Congres, zien te
overleven. Het oogt hopeloos achterhaald, en de vraag is of het toereikend
is. In ieder geval zal het zonder Willem van Leeuwen moeten.
En zo zitten de twee hoofdrolspelers van 2008 in 2009 dus langs de kant.
Het zal wennen worden als in de schaduw van Van der Laan een nieuw
volkshuisvestingsgezicht opduikt. Het moet een onafhankelijke man/vrouw van
kaliber worden, een gerespecteerde buitenstaander, iemand die gezag
uitstraalt en Haagse potten kan breken. Een soort Wiegel dus. Overigens
waren dat niet zo ongeveer de kwalificaties die Ella Vogelaar werden
toebedacht toen ze tot het ambt van minister werd geroepen? Ach, ze had een
uitstekende kandidaat kunnen zijn. Zoals Van Leeuwen een prima minister had
kunnen worden.
Had kunnen. Het heeft iets treurigs.
Deze column verschijnt in het eerste nummer van Aedes
magazine in 2009.
|
dec 12
|
DANSCOLUMN: Russisch gehuppel
Laat ik eerlijk zijn. Ik heb niks met ballet,
klassiek noch modern. De zeldzame keren dat ik bij een balletvoorstelling
was, kon ik mij niet losmaken van de opmerking van mijn moeder zaliger die
ballet steevast omschreef als ‘gehuppel’. Ik zie dan ook geen choreografie,
geen artistieke compositie; geen gracieusheid; ik zie gehuppel. Met ballet
moet je, zo is mijn conclusie, worden opgevoed en in de kringen waar ik
vandaan kom zag men ballet vooral als een speeltje van de happy
view. En dat draag je de rest van je leven mee.
Ik was daarom ook niet erg opgetogen toen een goede bekende
mij een jaar geleden een DVD cadeau gaf, waarop een film te zien was van
Daytha Goldfine en Dan Geller met als titel Ballets Russes. Wat zou ik daar
nu mee moeten? De DVD verdween ongeopend op de stapel ongeziene DVD’s,
waarvan ik in de loop der jaren een doos vol heb gespaard. Vorige week
besloot ik daarin opruiming te houden en zo kwam het dat ik Ballet Russes
(voor ik hem weg zou doen) even in de recorder stopte. Ik heb er twee uur ademloos naar gekeken.
Wat een prachtige documentaire, wat een film! Wat een geschiedenis!
Het gaat helemaal niet over het Russisch ballet. Althans niet
voor zover dat zich in Rusland heeft afgespeeld. De film vertelt de opkomst
en ondergang van twee baanbrekende balletgezelschappen die het moderne
ballet hebben gemaakt tot wat het nu is – het in 1931 opgerichte Ballet
Russe de Monte Carlo en het daar in 1938 vanaf gesplitste Original Ballets
Russe. Ik had daar – en dat behoeft gezien mijn opvoeding geen verbazing te
wekken - nog nooit van gehoord.
Het verhaal begint in 1929 met overlijden van de Russische impresario
Serge Diaghilev, die in 1909 in Parijs (met dansers die gevlucht zijn voor
de Russische revolutie) de balletgroep Ballet Russe heeft opgezet, dat de
geschiedenis ingaat als het eerste laboratorium van het moderne ballet. De
faam van het gezelschap verspreidt zich tot in New York en de westkust van
de Verenigde Staten. Maar kort na zijn dood, in 1929, valt het gezelschap
uit elkaar. Om twee jaar later met hele jonge dansers van Russische komaf
als het Ballet Russe de Monte Carlo een herstart te beleven. Over deze
groep dansers gaat de film. De film toont veel oude zwart-wit opnames, veel foto’s;
aardig, maar op zichzelf niet heel bijzonder. Wat de film indrukwekkend
maakt zijn de verhalen van de ‘artists’ (zoals ze in de film worden
aangeduid) die deze geschiedenis gemaakt hebben. Van achterafpodia naar de
grootste theaters, van uitprobeersel naar succes, van bühne naar filmdoek.
Het zijn mensen die luisteren naar – voor mij onbekende, maar voor insiders
wereldbenoemde - namen als Alicia Markova, Irina Baranova, George Zoritch,
Frederic Franklin, Marc Platt en Maria Tallchief, grootheden uit de
dansgeschiedenis. Zij zijn inmiddels de tachtig gepasseerd, maar zien er nog onvoorstelbaar
vitaal uit (een topdanser wordt mooi oud, dat kan niet anders). Hun passie
draagt de film. Hun gedrevenheid. Hun liefde voor de dans. Je ziet ze af en
toe wegdromen, om in hun hoofd nog de passen te maken. Sterker, op een
enkel moment staan ze het in de film – in al hun ouderdom – gewoon weer te
doen. Toen de twee gezelschappen na de oorlog doodbloeden hebben zij -
veelal in de Verenigde Staten – het ballet verder geholpen met
choreografieën, met het opzetten van opleidingen, met academies, het
schrijven over dans en het runnen van theaters. Met alles dus. Een aantal
van deze tachtigers gaven, ten tijde van de opname van de film begin deze
eeuw, nog steeds les.
Ze vertellen over hun tournees door Amerika waar ze modern
ballet brachten op plekken waar mensen niet wisten wat ze zagen. Wat
droevig vertellen ze dat ze als eerste gezelschap een zwarte ballerina,
Raven Wilkinson (zie foto links), in 1954 in hun midden opnamen. Om haar
in 1960 te moeten laten gaan omdat het racistische zuiden haar niet meer
accepteerde en ze vervolgens nergens meer aan de bak kwam. Uiteindelijk
vluchtte ze naar Nederland, waar ze lid werd van het Nationaal Ballet tot
1974.
En zo struikelen de anekdotes en danswetenswaardigheden over elkaar heen.
Dit is geen geschiedenis van elitaire kinderen, dit is een geschiedenis van
passie, van afzien, van strijd en van overgave. Als de aftiteling door het
beeld loopt, realiseer ik me ineens dat ik tijdens het kijken geen enkele
keer ‘gehuppel’ heb gedacht.
Misschien moet ik toch maar eens serieus naar een balletvoorstelling gaan
kijken.
Meer informatie over de DVD Ballets Russes en vooral ook
over de hoofdrolspelers op: www.revolvergroup.com/balletsrusses/ Deze column verschijnt in het eerste nummer van DANS MAGAZINE van 2009.
|
dec 11
|
Media pikken actie op
Langzaam maar zeker pikken de media onze NEE/NEE 'Geen onbeschaafd en
ondoordacht HUISBEZOEK'sticker-actie op. Maandagochtend op Radio I,
woensdag een klein artikeltje in De Pers.
|
dec 11
|
Uitzending Stand.café
Een keer per maand ben ik 'stamgast' bij het NCRV-programma
Stand.café. Vandaag ging het gesprek over windmolenparken en
isoleercellen. Luister op: stand.café
|
dec 2
|
Lisa = 17 jaar
Vrienden en vriendinnen van mijn dochter Lisa hebben een ontzettend
leuk filmpje gemaakt ter gelegenheid haar zeventiende verjaardag. Neem gerust een kijkje op: You
tube.
|
dec 1
|
ONTREGELNIEUWS: een tussenbalans
De zesde druk is een feit. De afgelopen maand was ik vrijwel elke dag
ergens in het land over ‘Ontregelen’ aan het praten. Voor mijn rubriek
‘Waar was Jos van der Lans?’ in TSS schreef ik voor de aflevering in
december onderstaande tussenbalans. Vanaf nu beperk ik mijn publieke
optredens om mij op een aantal andere zaken te kunnen storten.
Ontregelen begint bij jezelf
Waar was ik? Dat heb ik me ook wel eens afgevraagd als ik terugtreinend uit
Assen of Leeuwarden (‘nee, niet weer!’) de verontschuldigende stem van de
conducteur hoorde melden dat de trein niet verder reed dan Zwolle en dat
reizigers voor Amsterdam het maar via Deventer moesten proberen. Of dat ik
afkomstig uit Nijmegen niet verder kwam dan Arnhem om vervolgens via Den
Bosch met twee uur vertraging de hoofdstad te bereiken. Waar was ik? Of
liever: waar was ik mee bezig?
Ik wist het natuurlijk wel. Ik was zonder er zelf erg in te hebben gehad
in een soort tournee terecht gekomen. Op een gegeven moment stond er vier
weken lang elke dag een spreekbeurt in mijn agenda. Soms een college op een
Hogeschool, dan weer een lokaal WMO-congres, een paar keer een bijeenkomst
over verantwoording en informatietechnologie, een workshop voor
gemeenteambtenaren of politievoormannen, een bijscholingsconferentie van
een Raad van Toezicht, een overleg van regionale jeugdzorgdirecteuren, een
lunchlezing op een ministerie, een heidag voor rechters of het jaarcongres
van medisch-specialisten.
En dat is nog maar een greep.
Er wordt – zeker in de maand november - wat afgecongresseerd in Nederland.
Of het ons nu zoveel wijzer maakt, weet ik niet. Voor de bekendheid van
mijn boek ‘Ontregelen’ – meestal de aanleiding om me uit te nodigen - is
het in ieder geval niet slecht geweest. En voor mijn geografische kennis
evenmin: ik zal nooit meer op weg naar Assen in de trein naar Leeuwarden
blijven zitten, ondanks het feit dat de taxitocht dwars door Drenthe van
een overweldigende schoonheid was en mij langs de Veenkoloniën en de oude
nederzettingen van de Maatschappij van Weldadigheid leidde.
Veenbrand
Maar goed, het zit er op. Vanaf december bereid ik mij voor op een volgend
boek (ik schreef bijna ‘een volgend programma’) en beperk ik mijn publieke
optredens tot een minimum. Een mooi moment dus om een soort balans op te
maken. Wat is mij nu op al die plekken in de publieke sector, in al die
gesprekken en discussies opgevallen?
Een paar zaken.
Ten eerste. Er woedt een veenbrand in de gezondheidszorg. Toen ik begin
maart een groot artikel schreef in het NRC Handelsblad (‘Stop de
transparantieterreur’) stroomde mijn mailbox binnen een dag vol met
tientallen mailtjes van ziekenhuisartsen, psychiaters en andere medici die
steen en been klaagden over dbc’s (diagnose behandelingscombinaties) en
managers. Sindsdien ben ik alleen maar verontruste artsen tegengekomen. Er
leeft een groot ongenoegen over het feit dat de handelingen van
professionals steeds verder ingekaderd en van buiten bestuurd worden.
Artsen hebben het gevoel dat ze de macht in hun spreekkamers en
operatietafels aan het verliezen zijn. En het wordt steeds erger, want de
grote invasie van de dbc-systematiek moet nog komen Dat kan dus nog heel
gezellig worden in de ziekenhuizen.
Ten tweede. Er is een dringende behoefte om los te komen van het louter
tellen. Van het praten over producten, over targets. De taal van de
kwantiteiten is uitgeput. Alleen: wat er voor in de plaats komt is nog
tamelijk ongewis. Het is buitengewoon populair om te zeggen (ik weet dat
inmiddels uit eigen ervaring) dat de meeste verantwoordingssystemen
gebaseerd zijn op ‘georganiseerd wantrouwen’ en dat we toe moeten naar een
cultuur ‘geïnformeerd vertrouwen’, zoals Volkskrant-columnist Pieter
Hilhorst het onlangs uitdrukte. Maar hoe je dat in het vat steekt, en of
een wethouder daarmee ook naar zijn gemeenteraad kan, is hoogst
onduidelijk.
Ten derde. Wie er lang over doorpraat, komt er snel achter dat in de
publieke sector niet eens regels en procedures het probleem zijn, maar
vooral de nooit aflatende behoefte om informatie te verzamelen. Deels komt
die informatiewedloop voort uit van buiten opgedrongen registratie-eisen,
maar vaker nog uit de organisatie zelf, waar een paar vreemde wetmatigheden
aan het werk zijn. Hoe groter de organisatie bijvoorbeeld, hoe hongeriger
deze wordt naar informatie, maar hoe formeler de kennis ook wordt en hoe
verder de informele professionele kennis wordt weggedrukt. Kennis is pas
geloofwaardige kennis als het uit de computer komt.
Misschien kan een voorbeeld dat verduidelijken. Uit een
‘klanttevredenheidsonderzoek’ (een van de vele bronnen van de
informatie-inflatie) bij een rechtbank blijkt dat betrokkenen klagen dat de
zittingen vaak te laat beginnen. Dus besluit het bestuur van de rechtbank
om na te gaan hoe dat kan. Eerst moet er geregistreerd worden hoe laat de
zittingen beginnen, vervolgens moet ook worden aangetekend wie de schuld
draagt van de vertraging. Enfin, er volgt een heel systeem, waaruit blijkt
dat het probleem ligt bij drie rechters die notoire telaatkomers zijn. Dat
wist iedereen in de rechtbank, alleen niemand durfde het hardop te zeggen.
Informatieverzadiging
Zo werkt het voortdurend. We zetten keurmerken op, informatiesystemen, we
creëren kennis die boven elke ervaring verheven is, we willen het op papier
zien, uitgezocht, onderzocht. En zo jagen we met de informatie-inflatie het
eenvoudige professionele ervaringsweten naar de informaliteit, waar zij
zich in de wandelgangen, de onderonsjes, via de e-mail gaat verzetten tegen
het formele geregelde organisatieweten. Met managers als favoriete
pispaaltjes. Veel organisaties lijden dus niet aan een overmaat aan
bureaucratie, maar hebben simpelweg het informatieverzadigingspunt
overschreden en de rekening daarvan betaalt zich uit in een groeiend
ongenoegen over het management.
Ten vierde. Wie in de jeugdzorg werkt, smeekt om een verstandig protocol,
om een heldere instructie waarmee je met zorgvuldig handelen kunt
manoeuvreren tussen enerzijds de noodzaak om de veiligheid van een kind te
verzekeren en anderzijds het pedagogisch principe om kinderen zo lang
mogelijk bij de ouders te laten. Want wie een foutje maakt, is de lul. En
er zijn veel meer situaties in de publieke sector dat professionals zelf om
richtlijnen vragen om zich te beschermen tegen de kritiek van buiten. Om
het zekere van het onzekere te laten winnen. Om hun werk overzichtelijk te
houden. Om op tijd thuis te kunnen zijn. Niet elke werkdag hoeft een
avontuur te zijn. Kortom, kwetsbare of onzekere professionals vragen om
helderheid: richtlijnen dus.
Ten vijfde. Bureaucratie is dus niet een product dat door wereldvreemde
ambtenaren en regelzuchtige politici in de wereld wordt geholpen. Maar een
belangencomplex waar velen voordeel mee hebben en dat een enorme veerkracht
kent. Wie er een draadje uit trekt, overziet niet het effect, maar is
altijd weer verbaasd over het feit dat er aan het complex ogenschijnlijk
weinig veranderd. Een bureaucratie komt altijd weer op zijn pootjes
terecht. Waarschijnlijk is Den Haag inmiddels – in weerwil van alle kordate
overheidsprogramma’s tot lastenverlichting, regelverdunning en deregulering
– de laatste die echt verandering kan brengen, want zodra er iets mis gaat
trekken alle teugels en touwtjes weer aan en staat er een minister met zijn
handen omhoog in de Kamer te beweren dat het nooit meer zal voorkomen. Meer
bureaucratie dus.
Ik zie vooralsnog voor professionals maar een oplossing. Dat is de
opdracht die ik bij sommige ondertekensessies van mijn boekje spontaan aan
de koper meegaf: ‘Ontregelen begint bij jezelf’. Steevast keken ze me dan
wat teleurgesteld aan. Meer heb ik ze na een rondtocht van een half jaar
vooralsnog niet te bieden.
Dit verhaal verschijnt in het decembernummer van TSS - Tijdschrift voor sociale vraagstukken.
|
dec 1
|
Het einde van het liberalisme
In 1989, ten tijde van de val van de Muur, schreef
de Amerikaanse filosoof en politicoloog Francis Fukuyama een spraakmakend
essay dat hem wereldwijde roem bracht en vooral in progressieve kringen
veel stof deed opwaaien. Want na de ineenstorting van het communisme
proclameerde Fukuyama ‘het einde van de geschiedenis’, precies de titel die
hij aan zijn analyse meegaf.
Het liberalisme had, aldus de Amerikaanse hoogleraar, na het
failliet van alle andere –ismen zijn superioriteit bewezen en de rest van
de geschiedenis zou niet anders dan rimpelingen in de liberale vijver zijn.
Wat volgde was een ware triomftocht van liberale zielenroerselen, die alle
één ding gemeen hadden: de regulerende, ‘logge’ overheid was passé en de
markt moest zijn werk doen. Dit nieuwe geloof kreeg in no time vele
apostelen, tot in de hoogste progressieve kringen. Wie zich sceptisch
toonde, werd weggehoond en als ouderwets (klassiek of dogmatisch links) te
kijk gezet.
En nu is er opnieuw een muur gevallen. En hoe….het systeem kraakt in al
zijn voegen en plotseling zijn de vermaledijde overheden goed genoeg om met
even onwaarschijnlijke als ongekende miljardengaranties en –injecties als
reddende engel op te treden. Even hoor je niemand meer over het
terugdringen van begrotingstekorten, een terughoudende overheid en andere
liberale stokpaardjes. Minister Bos, sociaaldemocratische voorman, leeft
helemaal op als redder van het kapitalisme.
Maar waar blijft eigenlijk het linkse antwoord? Wie schrijft ‘het einde
van het liberalisme’? Waar zijn de schotschriften, de gloedvolle
intellectuele uithalen tegen de roofbouw en hebzucht? De nu-of-nooit
analyses over het milieu? De aanpak van alle managers in de publieke sector
die zich twintig jaar lang hebben gespiegeld aan de wetten van het echte
bedrijfsleven?
Het zal aan mij liggen, maar ik hoor ze nauwelijks. Het lijkt mij ongekend
naïef om alle hoop op Obama te zetten. Eigenlijk lijkt iedereen, ook in
progressieve kringen, vooral bezig om de onweersbui zo snel mogelijk en met
zo weinig mogelijk bliksemschade over te laten drijven.
Een zwaktebod.
Of zou Fukuyama dan toch gelijk hebben gehad?
Deze column verschijnt deze maand in het GroenLinks Magazine. |
dec 1
|
Stichting EROPAF presenteert:
NEE-STICKER: GEEN ONBESCHAAFD OF ONDOORDACHT HUISBEZOEK
Huisbezoek is in. Zelfs het kabinet predikt een
‘achter-de-voordeur’-aanpak. In nagenoeg alle probleemwijken in het land
trekken zodoende professionals van welzijnsinstellingen, gemeentediensten,
woningcorporaties bij burgers aan de bel.
Daar is op zichzelf niets mis mee. Sterker, het is een goede ontwikkeling
als professionals achter hun bureaus en loketten vandaan komen en zich echt
om mensen in hun leefsituatie gaan bekommeren. Maar dat moet wel beschaafd
gebeuren, en vooral ook doordacht.
Want op meerdere plaatsen in het land struinen vertegenwoordigers van de
overheid (soms in teams van vier, vijf personen) de straten af op zoek naar
fraudeurs, wetsovertreders, illegalen en – ach ja, natuurlijk - mensen die
ze kunnen helpen. Wie hen niet binnenlaat staat onder verdenking, kan
worden gekort op zijn uitkering of wordt met ander onheil bedreigd.
Ook komt het voor dat professionals in huiskamers met problemen worden
geconfronteerd waar ze geen raad mee weten. Daar hadden ze zich niet goed
op voorbereid. Zo brengen ze wel hoop, maar geen hulp, en oogsten zo
bitterheid en teleurstelling.
Zo werkt het dus niet.
De nieuwe eropaf-professional kan geen agent in burgerkledij zijn noch een
leverancier van louter papieren bedoelingen. Hij of zij is een
vertegenwoordiger van vertrouwen, met respect voor de persoonlijke
levenssfeer van mensen, en met kennis van zaken en mogelijkheden om mensen
een hand je te helpen.
Dat moet voorop staan.
Daarom biedt de stichting ER OP AF, actief pleitbezorger van outreachende
hulpverlening, aan burgers van Nederland een NEE-sticker aan waarmee ze
kenbaar kunnen maken dat zij gevrijwaard wensen te blijven van ‘onbeschaafd
en ondoordacht HUISBEZOEK’. De actie is zowel gericht tegen instellingen
die onnadenkend het huisbezoek als de nieuwste mode omarmen, als tegen
instanties die er een mogelijkheid in zien om hun handhavingsspierballen
achter elke voordeur (in bepaalde wijken) te laten rollen. Dat past niet in
een moderne beschaving. Zelfs de oprichtster van de Nederlandse Vereniging
van Woningopzichteressen, Johanna ter Meulen, had daar in het begin van de
vorige eeuw al oog voor. Zij zei: ‘Het gaat niet om een inspectie van
kasten en bedden. Maar om een beluisteren. Wat kan er uit dit gezin
groeien?’
Dat is een les die elke professionele huisbezoeker zich anno 2008 nog
steeds ter harte dient te nemen.
De stickers zijn te bestellen via www.eropaf.org .
De kosten zijn: 1 = € 0,20, 10 = € 1,90, 50 = € 9,00 en 100 = € 16,00.
|
|
Kies een periode:
november 2024 oktober 2024 september 2024 augustus 2024 juli 2024 juni 2024 mei 2024 april 2024 maart 2024 februari 2024 januari 2024 december 2023 november 2023 oktober 2023 september 2023 augustus 2023 juli 2023 juni 2023 mei 2023 april 2023 maart 2023 februari 2023 januari 2023 december 2022 november 2022 oktober 2022 september 2022 augustus 2022 juli 2022 juni 2022 mei 2022 april 2022 maart 2022 februari 2022 januari 2022 december 2021 november 2021 oktober 2021 september 2021 augustus 2021 juli 2021 juni 2021 mei 2021 april 2021 maart 2021 februari 2021 januari 2021 december 2020 november 2020 oktober 2020 september 2020 augustus 2020 juli 2020 juni 2020 mei 2020 april 2020 maart 2020 februari 2020 januari 2020 december 2019 november 2019 oktober 2019 september 2019 augustus 2019 juli 2019 juni 2019 mei 2019 april 2019 maart 2019 februari 2019 januari 2019 december 2018 november 2018 oktober 2018 september 2018 augustus 2018 juli 2018 juni 2018 mei 2018 april 2018 maart 2018 februari 2018 januari 2018 december 2017 november 2017 oktober 2017 september 2017 augustus 2017 juli 2017 juni 2017 mei 2017 april 2017 maart 2017 februari 2017 januari 2017 december 2016 november 2016 oktober 2016 september 2016 augustus 2016 juli 2016 juni 2016 mei 2016 april 2016 maart 2016 februari 2016 januari 2016 december 2015 november 2015 oktober 2015 september 2015 augustus 2015 juli 2015 juni 2015 mei 2015 april 2015 maart 2015 februari 2015 januari 2015 december 2014 november 2014 oktober 2014 september 2014 augustus 2014 juli 2014 juni 2014 mei 2014 april 2014 maart 2014 februari 2014 januari 2014 december 2013 november 2013 oktober 2013 september 2013 augustus 2013 juli 2013 juni 2013 mei 2013 april 2013 maart 2013 februari 2013 januari 2013 december 2012 november 2012 oktober 2012 september 2012 augustus 2012 juli 2012 juni 2012 mei 2012 april 2012 maart 2012 februari 2012 januari 2012 december 2011 november 2011 oktober 2011 september 2011 augustus 2011 juli 2011 juni 2011 mei 2011 april 2011 maart 2011 februari 2011 januari 2011 december 2010 november 2010 oktober 2010 september 2010 augustus 2010 juli 2010 juni 2010 mei 2010 april 2010 maart 2010 februari 2010 januari 2010 december 2009 november 2009 oktober 2009 september 2009 augustus 2009 juli 2009 juni 2009 mei 2009 april 2009 maart 2009 februari 2009 januari 2009 december 2008 november 2008 oktober 2008 september 2008 augustus 2008 juli 2008 juni 2008 mei 2008 april 2008 maart 2008 februari 2008 januari 2008 december 2007 november 2007 oktober 2007 september 2007 augustus 2007 juli 2007 juni 2007 mei 2007 april 2007 maart 2007 februari 2007 januari 2007 december 2006 november 2006 oktober 2006 september 2006 augustus 2006 juli 2006 juni 2006 mei 2006 april 2006 maart 2006 februari 2006 januari 2006 december 2005 november 2005 oktober 2005 september 2005 augustus 2005 juli 2005 juni 2005 mei 2005 april 2005 maart 2005 februari 2005 januari 2005 december 2004 november 2004 oktober 2004 september 2004 augustus 2004 |
|