JOS VAN DER LANS - WEBLOG / TWITTER

Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.

Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.

Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl

weblog - november 2007
Lui, links en lak aan de burger

Het weekblad Binnenlands Bestuur heeft onlangs de bundel Lui, Links en Lak aan de burger uitgebracht. Daarin komen alle vooroordelen jegens ambtenaren aan bod, aan de hand van interviews met een veertigtal deskundigen. De redactie kondigt het boek zelf zo aan:
Is de Nederlandse ambtenaar werkelijk een pennenlikker, een inktkoelie? Of is het predikaat magistraat beter van toepassing? Het antwoord is te lezen in Lui, Links en Lak aan de burger. Dit boek van Binnenlands Bestuur wisselt een serieuze ondertoon af met een vette knipoog. Alle vooroordelen over ambtenaren worden genadeloos geanalyseerd. Lui, Links en Lak aan de burger is zowel informatief als vermakelijk. Het boek presenteert treffende analyses en toont een vileine cartoon bij elk beschreven vooroordeel. Een leuk relatiegeschenk of cadeau voor een bevriende ambtenaar. Of voor uzelf, als ammunitie op een verjaardagsfeest! Bestel hier Lui, Links en Lak aan de burger.

Ik had de eer om één deze veertig deskundigen te mogen zijn. Mijn deskundigheid betreft het inhuren van externe adviseurs, waarover ik namens de Eerste-Kamerfractie van GroenLinks in 2000 een notitie heb geschreven. Omdat verder niemand weet hoe het precies met die externe adviseurs zit, sta ik sindsdien te boek als deskundigen op dit terrein. Het zij zo. Hieronder – bij wijze van voorproefje – de tekst van het interviewtje. Het boek is geïllustreerd met erg leuke tekeningen van Farhad Foroutanian, de tekening hieronder staat in de bundel bij het interview.
Als het lastig wordt, huurt de ambtenaar een externe in

Jos van der Lans, oud-senator en publicist
Vooroordelen hebben twee kenmerken: ze bevatten een kern van waarheid en ze stellen de zaken simpeler voor dan ze in werkelijkheid zijn. Zo zit het ook met het vooroordeel dat ambtenaren aan de lopende band allerhande adviseurs inhuren, zegt Jos van der Lans, oud senator van GroenLinks en publicist. Samen met partijgenoot Wouter van Kouwen publiceerde hij in 2001 De staatsgreep van de zesde macht. Opkomst van externe adviseurs bij de overheid. Van der Lans en Van Kouwen wezen hierin op het gebrek aan transparantie en controlemogelijkheden bij het inschakelen van externen. Zes jaar later is de kennis van Van der Lans niet zuiver theoretisch meer. Ook hij is tegenwoordig in te huren. ‘Ik sta er inderdaad niet geheel onpartijdig tegenover.’

Dit gezegd zijnde is het tijd voor de eerste eigenschap van het vooroordeel: de kern van waarheid. Niemand heeft enig idee hoe vaak externen worden ingehuurd om bijvoorbeeld nota’s te schrijven, onderzoeken te doen of congressen te organiseren. Evenmin is bekend hoeveel overheidsgeld jaarlijks aan hen wordt uitgegeven. Het simpele feit dat het aantal organisatieadviesbureaus nog altijd toeneemt, wijst er echter op dat het big business is denkt Van der Lans. ‘Het is bijna een culturele trend geworden om externen in te huren.’ Maar in tegenstelling tot wat wel gedacht wordt, zijn het vaak niet de ambtenaren die besluiten hun heil te zoeken bij de buitenstaanders. ‘Die beslissing wordt hoger in de organisatie genomen. Het management is er altijd bij betrokken en meestal is er ook een politieke connotatie. Politici winnen graag extern advies in. Ze denken dat ze zo beter beslagen ten ijs komen dan wanneer ze het de eigen ambtenaren vragen.’

Waarmee we als vanzelf aankomen bij de tweede eigenschap van het vooroordeel: de simplificatie van de werkelijkheid. Tot op zekere hoogte hebben politici namelijk gelijk in hun opvatting dat ze beter buiten de eigen organisatie te rade kunnen gaan. Volgens Van der Lans hebben overheidsorganisaties de afgelopen dertig jaar namelijk flink ingeleverd aan deskundigheid. ‘Ambtenaren staan steeds verder af van visie en ontwikkeling en houden zich steeds meer bezig met controle en beheer. Het is niet meer vanzelfsprekend dat de inhoudelijkheid in het eigen ambtenarenapparaat zit. We zijn bezig hele technocratische ambtenaren te maken. Het wordt ook niet meer op prijs gesteld dat je als eenvoudige ambtenaar hoog van de toren blaast met bijvoorbeeld een stedenbouwkundige visie.’

Daar komt bij dat de werkelijkheid zo complex is geworden dat de overheid het gewoonweg niet meer alleen kan. Ze is het ‘monopolie op de maakbaarheid van de samenleving’ kwijtgeraakt, zegt Van der Lans. Een proces dat vanaf de jaren tachtig goed op stoom kwam met de automatisering. ‘Die is er geheel door externen ingefietst. De automatisering heeft de deuren opengezet.’ Van der Lans maakt zich geen illusies dat die deuren ooit weer zullen sluiten. De externe adviseur is gekomen om te blijven. ‘Die ontwikkeling is niet te stoppen, maar we zijn nog nauwelijks doordrongen van de consequenties. Er valt ook veel te verhelderen. Er is een hele colonne aan adviseurs, maar niemand weet waar ze vandaan komen, hoe ze worden gerekruteerd of wat de uitkomsten en kosten van hun werk zijn. Een heel reservoir overheidsgeld wordt uitgegeven zonder dat het op zijn efficiëntie wordt beoordeeld. Als je zou uitzoeken hoeveel geld op die manier weggaat, zou je schrikken.’


Dick Vlug - vader, schoonvader en opa overleden





'ER OP AF' - Divosa-VNG Najaarscongres

Het zingt rond 'er op af, bij het minste geringste nemen mensen het in de mond. Vandaag was het zelfs de noemer van het Najaarscongres van Divosa en VNG in de Amsterdamse Meervaart. Ik mocht de spits afbijten, met het verhaal dat ik inmiddels uit mijn hoofd ken. (Wie de begeleidende powerpoint-presentatie wil inkijken, moet even in het weblog van 11 oktober kijken en mijn SEV-presentatie aanklikken, die is nagenoeg hetzelfde.) Maar dat neemt niet weg dat ik met veel plezier mijn boodschap verkondig. Elke beweging is mij welkom. Er staat inmiddels een uitgebreid verslag op de website van Divosa. Klik op: Verslag Najaarscongres Divosa/VNG.

Heruitgave memoires Marie Kamphuis

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers verscheen een heruitgave van de memoires van Marie Kamphuis Kijken in de spiegel van het verleden. Deze verscheen eerder in 1986, maar is sinds jaar en dag niet meer te verkrijgen. Het eeuwfeest van de NVMW was dus een mooie gelegenheid om het gedachtegoed van één van grondlegsters van het maatschappelijk werk in Nederland weer beschikbaar te stellen.
Maar omdat deze memoires – laat ik het vriendelijk zeggen - toch ook wat oubolligs hebben, is er besloten om elk onderdeel te laten vergezellen door een commentaar van een ingewijde en/of deslkundige. Aan mij de eer om het hoofdstuk dat Marie Kamphuis heeft geschreven over haar ervaringen met de zogenaamde lekespelen (grote gezamenlijke ingestudeerde bijna religieus mythische voorstellingen) van een commentaar te voorzien. Eigenlijk kon men daar niemand voor vinden, maar uiteindelijk kwam men bij mij terecht en omdat ik ook schrijf over ‘dansen’ leek de verbinding snel gelegd.
Het was leuk om te doen. Uiteindelijk heb ik Marie Kamphuis in het Rotterdamse HipHopHuis doen belanden, misschien wel de hedendaagse variant van de oude lekespelen van de vooroorlogse jeugdbeweging.

Het is een prachtige bundel geworden. Misschien kan mijn bijdrage prikkelen om hem aan te schaffen. Lees deze hier.

Wie Marie Kamphuis’ Kijken in de spiegel van het verleden wil aanschaffen kan dat doen op de site van de uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum .

En dan is het ook interessant om te kijken op site van de Marie Kamphuis-stichting .

Van die site heb ik de volgende informatie gepikt over Marie Kamphuis:


Marie Kamphuis is op 9 januari 2004 op 96-jarige leeftijd overleden. Daarmee kwam een eind aan het leven van een markante persoonlijkheid die haar stempel heeft gezet het Nederlandse maatschappelijk werk van na de Tweede Wereldoorlog. Als pleitbezorgster en vormgeefster van de beroepsopleiding voor maatschappelijk werkers, als advocate van methodisch handelen, en als strijdster voor de professionele onafhankelijkheid en tegen kerkelijke liefdadigheid heeft zij de grondslag gelegd voor sociaal werk als een zelfbewust ambacht. Haar faam vestigde zij na haar reizen naar de Verenigde Staten in de naoorlogse jaren, van waaruit zij in Nederland zorg droeg voor de verspreiding van de methode van het social casework. Daarmee werd een belangrijke stap gezet in de professionalisering van het maatschappelijk werk in Nederland. Ook na haar pensionering als directrice van de Academie voor Sociale en Culturele Arbeid in Groningen heeft Marie Kamphuis in woord en geschrift bijgedragen aan het maatschappelijk werk. Nog in 1986 verschenen haar herinneringen: Kijken in de spiegel van het verleden, waarin zij op zeer persoonlijke wijze verslag doet van "veertig jaren avonturen in en om welzijnsland".
WMO-ladder in TSS


Vandaag verscheen het november-nummer van TSS – Tijdschrift voor sociale vraagstukken, met daarin een sterk ingekorte versie van een WMO-notitie die ik in juli voor de Dienst Zorg en Samenleving in Amsterdam schreef. De notitie is geschreven als een orientatienotitie, een visiestuk dat behulpzaam kan zijn bij het formuleren van de uiteindelijke Amsterdamse WMO-visienota, die in het voorjaar van 2008 zal verschijnen. De WMO-ladder, die in bovenstaand schema kort wordt weergegeven is de kern van deze notitie.
De notitie is – laat dat nadrukkelijk gezegd zijn - geen vastgesteld beleid. De gedachten en suggesties in de notitie zijn vooralsnog niet overgenomen door de verantwoordelijke bestuurders. Het dient ter oriëntatie van een ieder die de WMO als kans ziet om een veranderingsslag te maken. Om die reden kan ook iedereen van de notitie kennis nemen en er zich door laten inspireren. Op de TSS-pagina kunt u de korte versie vinden, als u hier klikt krijgt u de uitgebreide notitie.

Nieuwe huisvesting BADT

De Belangenorganisatie Amsterdamse Dak- en Thuislozen, in de hoofdstad bekend onder de afkorting BADT, is zich opnieuw op de kaart aan het zetten. Tien jaar lang heeft de organisatie gedraaid op twee vrijwilligers die vergaderingen organiseerden, individuele belangenbehartiging oppakten, deelnamen aan officiële overleggen, voorlichting gaven, daklozendagen organiseerden. Vrijwilligers met een halve weektaak, dus.
Per i januari houden ze daarmee op. Ze zijn op, willen de verantwoordelijkheid niet meer dragen. Het is sowieso al een klein wonder dat ze dat zo lang gedaan hebben. Het bestuur, waar ik voorzitter van ben, heeft de uiterste moeite gedaan om opvolgers voor hen te vinden. Maar niemand is zo gek om zij halve leven aan deze groep te wijden.
Daarmee dreigde het einde van het BADT, waar iedereen weer bedroefd van werd. Nu hebben we besloten om de organisatie een professionele kern te geven die voor tien uur per week als vliegwiel voor activiteiten voor en door daklozen kan gaan fungeren. We hebben iemand gevonden die dat werk gaat doen en vandaag hebben we een huurcontract getekend met de Hervormde Diaconie die op de Nieuwe Herengracht een groot oud weeshuis aan het omvormen is voor een centrum voor sociaal ondernemerschap, een geweldige ruimte met allerlei clubjes en mensen die iets aan de wereld willen verbeteren. Daar krijgt BADT nu een mooi kantoortje.
Vandaag hebben we daar het huurcontract voor getekend in de regentenkamer uit het begin van de achttiende eeuw. Statig en indrukwekkend, en toch binnenkort toegankelijk voor de echte mannen en vrouwen van de straat, de Amsterdamse dak- en thuislozen. Daar gaat het hart toch weer even sneller van kloppen.

Op de foto’s het Corverhuis, waar het BADT kantoorruimte in krijgt, de regentenkamer en de ondertekening van het huurcontract door Bea Irik en Jos van der Lans, en een foto met de vertegenwoordiger van de verhuurder, de Hervormde Diaconie, in de persoon van Arend Driessen.






Zie voor meer informatie over het BADT: www.badt.nl

Poltiek heeft grondmarkt laten lopen
Vandaag mocht ik in de Reehorst in Ede het jaarcongres van de Vereniging Grondbedrijven toespreken. Een volle zaal, met zo’n 350 ambtenaren die namens de gemeente alles regelen met bouwplannen en uitleglocaties. Omdat ik mij – nagenoeg tevergeefs overigens - de afgelopen acht jaar tijdens mijn kamerlidmaatschap heb beziggehouden met het doorzichtiger maken van de grondmarkt in Nederland, mocht ik mijn visie nog eens geven. Omdat het waarschijnlijk de laatste keer in mijn leven is dat ik over dit onderwerp zal spreken, greep ik deze laatste kans aan om te melden dat de politiek het op dit terrein willens en wetens heeft laten afweten. Met alle – dure – gevolgen van dien. Hieronder wat snel uitgewerkte aantekeningen van mijn bijdrage:
Als Eerste Kamerlid heb ik mij acht jaar ingespannen om de transparantie van de grondmarkt in Nederland te verbeteren. Want er is geen ondoorzichtiger markt dan de grondmarkt, waar het om grote bedragen gaat en waarmee grote publieke belangen in het geding zijn. In feite is het zo dat rondom alle steden en dorpen van Nederland de projectontwikkelaars, beleggers, bouwmaatschappijen en woningcorporaties gromdposities ingenomen hebben op alle plekken die potentieel in aanmerking komen voor een woningbouwbestemming. Mocht een stad of dorp willen uitbreiden dan kunnen ze vervolgens niet om de betreffende grondeigenaar heen, want grondeigendom in Nederland is de beste garantie tot het verwerven van bouwrechten en dat is – in een schaarse woningmarkt – zeer lucratief.
Die grondposities zijn niet in alle gevallen echt gekocht, maar verworven door het innemen van opties. Dat houdt in dat zodra de grond van bestemming veranderd de optiehouder zijn eigendomsrechten verzilvert. Niemand hoeft verbaasd te zijn dat deze handelswijze bijdraagt aan een enorme prijsopdrijving van de grond en alles wat er op gebouwd gaat worden. Agrariërs verkopen potentiële bouwgrond voor een prijs die soms wel tien keer hun boekwaarde is, en de aankopend eontwikkelaar verdisconteerd dat vervolgens weer in d eprijs van de woningen, die hij in een schaarse markt toch wel kwijt kan. Dat is een van de redenen waarom starters en weinig vermogenden nauwelijks meer aan de bak komen bij het kopen van een woning: de prijzen zijn hun financiele mogelijkheden simpelweg ontgroeid.
Ik heb daar acht jaar over gezeurd, tot in mijn laatste optreden toe. Er is nog steeds een motie op mijn naam aanhangig in de Eerste Kamer om toch nog een keer een poging te ondernemen om de grondmarkt in kaart te brengen. Daar is begin oktober een antwoord gekomen van minister Cramer waarin zij misschien wel haar goede wil toont en het Ruimtelijk Planbureau aan het werk zet, maar waar haar ambtenaren in de brief tegelijkertijd laten doorschemeren dat het erg moelijk is en allemaal zeer gecompliceerd.
Zo zal het dus waarschijnlijk nog wel een tijdje zo blijven dat we precies weten wat voor mensen tien kilometer noordwaarts van Lelystad wonen, welke inkomenscategorie, of ze een uitkering hebben, maar dat we niet in staat zijn om in kaart te brengen wie in Nederland de grond bezit. Je kunt het per locatie bij het Kadaster zelf natrekken, maar die gegevens op een iets hoger niveau aggregeren, dat schijnt in dit land van statistieken en computers onmogelijk te zijn.
Natuurlijk kan het wel, maar de echte politieke wil ontbreekt. Sinds het kabinet Den Uyl er over struikelde is er in de Nederlandse politiek niet echt meer fundamenteel gediscussieerd over de grondpolitiek. Het is een heet hangijzer geworden dat men in Den Haag is gaan mijden: daar kwamen ze toch niet uit in coalitieverband, dus werd er maar over gezwegen. Na de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra, waarin de VINEX-locaties werden aangewezen, grepen de projectontwikkelaars in feite de macht. Want ineens bleken zij op de aangewezen locaties massaal grond te hebben aangekocht. Waardoor de gemeenten niet meer om hun bouwclaims heen konden.
Dat had een teken moeten zijn om het grondpolitieke instrumentarium aan te scherpen en actief en sturend grondbeleid van de gemeenten mogelijk te maken. Dat gebeurde niet, het liberale paarse kabinet wilde juist zoveel mogelijk loslaten en liet de grondmarkt verder lopen. Pronk probeerde het nog wel in zijn Nota Grondbeleid maar kreeg daarvoor de handen niet op elkaar. En ondertussen ontglipte de markt steeds meer aan de greep van de lokale overheden, die voor het realiseren van publieke doelen in toenemende mate afhankelijk werden van marktpartijen.
Wat er in feite gebeurde was dat rondom elk gemeentelijk grondbedrijf een soort informele onderhandelingsnetwerk ontstond van gemeenteambtenaren, bestuurders, projectontwikkelaars die met elkaar de plannen ontwikkelden en de zaken verdeelden. Je zou het typisch Nederlands kunnen noemen: grondbeleid en woningbouw werd voorwerp van een onderhandelingshuishouden, waarbij partijen op zoek ging naar voor ieder acceptabele evenwichten. Dat leverde niet altijd even beroerde resultaten op. De doorsnee grote projectontwikkelaar (doorgaans aangesloten bij de NEPROM) weet heel precies dat zijn eigen rendement afhankelijk is van publieke kwaliteiten en zal daar zeker oog voor hebben, maar dat laat onverlet dat deze ondoorzichtige gedecentraliseerde bouwmarktcultuur een aantal vervelende gevolgen gemeenschappelijk heeft:
- structurele prijsopdrijving, overal stegen de prijzen van de grond fors;
- het werd steeds moelijker om goedkopere sociale woningbouw te realiseren;
- de ruimtelijke en sociale kwaliteit van nieuwe locaties kwam onder druk te staan;
- gemeenten werden steeds meer geconfronteerd met negatieve grondexploitaties, dat wil zeggen zij moesten toeleggen op nieuwe locaties, terwijl de particuliere investeerders stevige winsten boekten;
- particulier opdrachtgeverschap, een van de doelstellingen van de Nota Wonen van Paars II (Johan Remkes) kwam op geen enkele manier van de grond;
- de burger heeft steeds minder in de melk te brokkelen, in een schaarse woningmarkt kan hij – aan het einde van het spel – niet veel meer zijn dan een een sleutel in ontvangst nemende consument.

Dat zijn geen papieren om trots op te zijn. Je kunt zeggen dat in de ondoorzichtige bouwmarkt het publieke belang tendentieel aan het eroderen is, want het is afhankelijk gemaakt van het hoofdmotief van projectontwikkelaars, namelijk dat hun investeringen renderen. Publieke belangen zijn niet meer leidend, maar volgend.

Mijn ervaring na acht jaar daarover zeuren in Den Haag is dat de mainstream in de Nederlandse politiek, zowel nationaal als lokaal. daar dus niet de vingers aan wil branden. Dat zou je het Kabinet-Den Uyl-syndroom kunnen noemen. Ze laten het lopen. Merkwaardig is wel dat gemeenten er over het algemeen nog wel prat op gaan dat zij een ‘actief’ grondbeleid voeren, terwijl dat in de meeste gevallen een moeilijk te doorgronden onderhandelingsgrondbeleid is. Zij kopen geen grond om dan concurrentie op die grond mogelijk te maken; nee, als ze al grond kopen doen ze dat in nauwe samenweking met ontwikkelaars en op basis van met ontwikkelingspartijen overeengekomen strategieën. Nogmaals, daar gaat het land niet aan ten onder, maar dat levert – om maar wat te noemen - dus geen goedkope starterswoningen meer op.
De gemeente Almere levert daar vandaag de dag het beste bewijs voor. Daar worden nu wel starterswoningen tot zo’n 70/80 m2 aangeboden voor 75 tot 100 duizend euro. Dat kan omdat de gemeente Almere simpelweg over de grond bezit en alle marktpartijen tot een uiterste concurrentie kan dwingen. Maar die situatie doet zich in de rest van het land eigenlijk anuwelijks meer voor. Jammer voor de starters op de woningmarkt, die dus eigenlijk daardoor gedwongen worden massaal naar Almere te verhuizen.

9, 10 en 11 november is er in Almere een interessnate beurs waar men kan inschrijven voor goedkope woningen. Zie: www.ikbouwmijnhuisinalmere.nl .
Nieuw 'ontregel' boek

Het staat in de aanbiedingsbrochure van uitgeverij Augustus, dus het gaat echt gebeuren. Mijn volgende boek verschijnt in februari. Het moet de opvolger worden van Koning Burger. De voorkant is prachtig, alleen moet het binnenwerk de komende maanden nog wel even geschreven worden. (Wie ontregel-suggesties heeft is nog van harte welkom.) Dit is in ieder geval de flaptekst:

Een kwart eeuw schrijft, denkt en praat Jos van der Lans inmiddels over de publieke sector in Nederland. Over welzijnswerkers, politieagenten, docenten, jeugdzorgers en thuiswerkers, over al die professionals die de samenleving als werkvloer hebben. Alleen zien we ze daar steeds minder. Bureaucratische regels, angstige protocollen en geduldig registrerende computerschermen zijn er steeds beter in geslaagd deze professionals van hun werk te houden.
ONTREGELEN is geboren uit verbazing over deze ontwikkeling. Waar komt die controlezucht vandaan? Hoe heeft deze bureaucratische verschansing achter loketten en procedures zich kunnen voltrekken? Hoe kan het dat deze professionals het hebben laten gebeuren? En vooral: hoe kan het tij gekeerd worden?
Als vervolg op het succesvolle Koning Burger. Nederland als zelfbedieningszaak onderzoekt Jos van der Lans de stille revolutie die de professionele staat van Nederland in een permanente staat van reorganisatie heeft gebracht. Onder leiding van steeds meer aanwezige managers gaat alle aandacht uit naar interne procedures, waardoor stukje bij beetje de passie uit het werk wordt geperst. Het gevolg is dat professionals steeds verder weg worden gedreven van de plek waar ze het meest nodig zijn: in het front van de samenleving.
Agenda november en december


29 november
Radio 1
Stamgast bij het programma Stand.Café
Van: 18.30 tot 19.00 uur.
Wie het onderwerp wil weten moet deze dag 's middags al afstemmen op Radio 1, en luisteren naar het programma Stand.Nl, waar Nederlanders reageren op een actuele stelling. Om de paar weken figureer ik 's avonds in het vervolgprogramma als een soort meebabbelende overal-verstand-van-hebbende stamgast.

=========================================
7 november
Vereniging van Grondbedrijven
Congres: Transparante Grondmarkt? - Heeft de gemeente nog grond onder de voeten?

Plaats: De Reehorst – Ede
Aanvang: 10.00 Zie voor programma: www.vvg.nl
Mijn bijdrage is om 10.40 uur met als titel: Publiek tasten in de private duisternis
- De grondmarkt: de minst transparante markt van Nederland
- Openbaarheid als voorwaarde om publieke belangen te organiseren
- Waardencreatie en gebiedsontwikkeling


================================================

22 november
DIVOSA / VNG Najaarscongres 2007: Erop af!
Een congres over: Erop af! Tijdens dit congres willen Divosa en VNG samen met bestuurders, beleidsmakers en uitvoerenden ingaan op hoe zij als alerte gemeenten het meedoen van mensen mogelijk kunnen maken.

Plaats: De Meervaart, Amsterdam Aanvang: 9.30 uur. Zie voor programma: http://www.vng-divosa-najaarscongres.nl/
De leefwereld als spreekkamer.

===========================================
29 november
Radio 1
Stamgast bij het programma Stand.Café
Van: 18.30 tot 19.00 uur.
Wie het onderwerp wil weten moet deze dag 's middags al afstemmen op Radio 1, en luisteren naar het programma Stand.Nl, waar Nederlanders reageren op een actuele stelling. Om de paar weken figureer ik 's avonds in het vervolgprogramma als een soort meebabbelende overal-verstand-van-hebbende stamgast.

=============================================
4 december
Woonbron Winterdebat
van: 15.00 tot 17.00 uur
in: Theater Formaat, Westzeedijk 513, Rotterdam
debat met Joke van der Zwaard, Pieter Hooijmeijer, Pieter Hilhorst, Piter Winsemius, Pieter Tops, Hans Boutellier, Talja Blokland naar aanleding van een ABCD-project ((Asset Based Community Development) in de Rotterdamse wijk Delfshaven. O.l.v. Jan Willem Duyvendak.

Informatie en aanmeldien (50 plaatsen) bij mvriens@woonbron.nl.

De inburgering van Maxima

Op de vraag wat ik in acht jaar senatorschap heb bereikt, verval ik meestal in een intelligent ogende combinatie van vagelijk gemurmel en obligate redeneringen. Ik verwijs naar een door mij geëntameerd onthullend onderzoek over grondposities, waar verder nooit wat mee is gebeurd en mijn bijdrage aan het parlementaire getouwtrek waardoor de huurliberalisatie de eindstreep niet haalde. Dat alles om te verhullen dat ik eigenlijk niets positiefs heb bereikt.

Maar sinds 24 september begin ik te stralen bij deze vraag, die mij niet vaak genoeg gesteld kan worden. Op die dag hield Maxima haar inmiddels beroemde toespraak bij de presentatie van het WRR-rapport Identificatie met Nederland. Zij orakelde over dat ene koekje bij de koffie om tenslotte te concluderen dat ‘de Nederlander niet bestaat’.
Ik herkende het meteen. Ze sprak bijna letterlijke teksten uit het boekje Typisch Nederlands – Vademecum van de Nederlandse identiteit dat ik in 1998 samen met Herman Vuijsje heb geschreven. Het is een ironisch-vrolijk boekje, waarin aan de hand van zo’n tweehonderd lemma’s de Nederlandse identiteit als een soort grabbelton wordt beschreven. De Nederlander bestaat niet, zo is de centrale gedachte, het Nederlanderschap is een soort persoonlijk bouwpakket.

Ik overhandigde het boekje in 2001 aan Maxima in de Ridderzaal op de dag dat het parlement had ingestemd met haar huwelijk met Willem-Alexander. Ze sloeg het boekje - o, welk schoon toeval – open bij het lemma ‘inburgeren’. Stralend zei ze: ‘Ha, ha, ha, dat is echt iets voor mij’. Ik murmelde nog wat onverstaanbaars, zag dat ze het boekje aan die twee dienstdoende pakjesmannen achter haar gaf, sloeg uit pure verlegenheid de kroonprins op zijn schouders en maakte mij uit de voeten in de zekerheid dat het boekje wel onmiddellijk bij het oud papier zou verdwijnen.
Niet dus, zo bleek op 24 september. Maxima had het helemaal gelezen, en er precies zoals het hoort haar eigen zelfbouwpakket uit gebrouwen. Om vervolgens de hele Nederlandse pers over zich heen te krijgen. De Volkskrant wijdde er zelfs een hoofdartikel aan om te constateren dat de inburgering van Maxima kennelijk nog niet helemaal gelukt is. Een dieptepunt in de Nederlandse persgeschiedenis. Want juist omdat de Nederlander niet bestaat is zij er in geslaagd om er een te worden. Mede dankzij deze ex-senator dus.
Bij een volgende gelegenheid bied ik haar het lidmaatschap van GroenLinks aan.

Deze column verschijnt morgen in het november-nummer van het GroenLinks Magazine.De column is tevens een antwoord op het blog van Arnoud Boer, die mij enigszins kort-door-de-bocht in het kamp plaatst van de pleitbezorgers van de Nederlandse identiteit. Het boekje Typisch Nederlands is – na vijf drukken - helaas uitverkocht. Gezien de Maxima-verwarring zou een herdruk eigenlijk niet misstaan.

Kies een periode: november 2024
oktober 2024
september 2024
augustus 2024
juli 2024
juni 2024
mei 2024
april 2024
maart 2024
februari 2024
januari 2024
december 2023
november 2023
oktober 2023
september 2023
augustus 2023
juli 2023
juni 2023
mei 2023
april 2023
maart 2023
februari 2023
januari 2023
december 2022
november 2022
oktober 2022
september 2022
augustus 2022
juli 2022
juni 2022
mei 2022
april 2022
maart 2022
februari 2022
januari 2022
december 2021
november 2021
oktober 2021
september 2021
augustus 2021
juli 2021
juni 2021
mei 2021
april 2021
maart 2021
februari 2021
januari 2021
december 2020
november 2020
oktober 2020
september 2020
augustus 2020
juli 2020
juni 2020
mei 2020
april 2020
maart 2020
februari 2020
januari 2020
december 2019
november 2019
oktober 2019
september 2019
augustus 2019
juli 2019
juni 2019
mei 2019
april 2019
maart 2019
februari 2019
januari 2019
december 2018
november 2018
oktober 2018
september 2018
augustus 2018
juli 2018
juni 2018
mei 2018
april 2018
maart 2018
februari 2018
januari 2018
december 2017
november 2017
oktober 2017
september 2017
augustus 2017
juli 2017
juni 2017
mei 2017
april 2017
maart 2017
februari 2017
januari 2017
december 2016
november 2016
oktober 2016
september 2016
augustus 2016
juli 2016
juni 2016
mei 2016
april 2016
maart 2016
februari 2016
januari 2016
december 2015
november 2015
oktober 2015
september 2015
augustus 2015
juli 2015
juni 2015
mei 2015
april 2015
maart 2015
februari 2015
januari 2015
december 2014
november 2014
oktober 2014
september 2014
augustus 2014
juli 2014
juni 2014
mei 2014
april 2014
maart 2014
februari 2014
januari 2014
december 2013
november 2013
oktober 2013
september 2013
augustus 2013
juli 2013
juni 2013
mei 2013
april 2013
maart 2013
februari 2013
januari 2013
december 2012
november 2012
oktober 2012
september 2012
augustus 2012
juli 2012
juni 2012
mei 2012
april 2012
maart 2012
februari 2012
januari 2012
december 2011
november 2011
oktober 2011
september 2011
augustus 2011
juli 2011
juni 2011
mei 2011
april 2011
maart 2011
februari 2011
januari 2011
december 2010
november 2010
oktober 2010
september 2010
augustus 2010
juli 2010
juni 2010
mei 2010
april 2010
maart 2010
februari 2010
januari 2010
december 2009
november 2009
oktober 2009
september 2009
augustus 2009
juli 2009
juni 2009
mei 2009
april 2009
maart 2009
februari 2009
januari 2009
december 2008
november 2008
oktober 2008
september 2008
augustus 2008
juli 2008
juni 2008
mei 2008
april 2008
maart 2008
februari 2008
januari 2008
december 2007
november 2007
oktober 2007
september 2007
augustus 2007
juli 2007
juni 2007
mei 2007
april 2007
maart 2007
februari 2007
januari 2007
december 2006
november 2006
oktober 2006
september 2006
augustus 2006
juli 2006
juni 2006
mei 2006
april 2006
maart 2006
februari 2006
januari 2006
december 2005
november 2005
oktober 2005
september 2005
augustus 2005
juli 2005
juni 2005
mei 2005
april 2005
maart 2005
februari 2005
januari 2005
december 2004
november 2004
oktober 2004
september 2004
augustus 2004