JOS VAN DER LANS - WEBLOG / TWITTER

Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.

Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.

Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl

weblog - november 2005
De kwestie Sam Pormes (3)

Dat was geen leuke vergadering deze morgen in de Eerstekamer-fractie van GroenLinks. Sam Pormes was aanwezig om nog eens uit te leggen waarom hij niet in kan gaan op het dringende verzoek van het partijbestuur om zijn zetel ter beschikking te stellen. Hij wil de onwaarheden op de vier dossiers blijven bestrijden. Maar tegelijkertijd houdt hij zich horende doof voor het feit dat er een onhoudbare politieke realiteit is ontstaan die zijn positie onmogelijk maakt. Daar kom je dus niet uit.
Discussie voeren we ook ook of het royementsbesluit van het partijbestuur rechtmatig is. Ik twijfel daar niet over, hoewel er te twisten valt over de timing. Maar alles afwegend rest het partijbestuur geen andere keuze.
Het einde van een heftige vergadering is dat we afscheid nemen van Sam. Dat doet pijn, want hij is vanaf 2001 een aardige collega geweest, waarmee we lief en leed gedeeld hebben. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Maar ik kan niet langer om de conclusie heen dat hij zich zelf in de nesten heeft gewerkt en zijn positie politiek onhoudbaar is geworden. Ik zelf had in zijn geval al maanden geleden de eer aan mijzelf gehouden. In de loop van de dag laten we de voorzitter van de Eerste Kamer weten dat Sam Pormes ten minste tot aan het einde van zijn beroepsprocedure binnen GroenLinks niet langer deel zal uit maken van de fractie van GroenLinks. Sam zelf zal hangende die procedure al zijn politieke activiteiten opschorten.
De kwestie Sam Pormes (2)

De kwestie Sam Pormes is niet gelopen zoals ik had gehoopt. Ik hoopte dat Sam zo verstandig zou zijn om de eer aan zichzelf te houden en zijn zetel in de senaat, conform het verzoek van het partijbestuur, ter beschikking te stellen. Daar was volgens mij voldoende reden toe na het verschijnen van het onderzoeksrapport en na de erkenning van Sam zelf dat hij de partij niet op alle zich daarvoor lenende momenten volledig of adequaat heeft geïnformeerd. Ook al is hij het niet eens met de conclusies van de onderzoekscommissie op de vier ‘dossiers’ (Jemen (1976), treinkaping (1977), schietpartij (1981) en uitkeringsfraude (1998)), met zijn erkenning dat hij de partij niet goed heeft geïnformeerd (zie daarvoor het NRC van 21 november) is het in politiek opzicht einde verhaal. Met dat politieke feit kan hij niet meer geloofwaardig als GroenLinks-senator functioneren.
Vorige week maandag hebben wij dat in een fractievergadering proberen duidelijk te maken aan Sam. Bij die gelegenheid erkende hij wel de politieke realiteit, maar vroeg (en kreeg) hij bedenktijd om alles nog eens in alle rust op zich te laten inwerken. Ik had op dat moment nog het vertrouwen dat hij tot een verstandig besluit zou komen en het hopeloze van zijn situatie zou inzien. Als hij zou terugtreden dan zou hij ook zijn handen vrij hebben om voor eerherstel te strijden op de vier dossiers. Zeg maar de Bram Peper-methode, die indertijd aftrad als minister om daarmee de handen vrij te hebben om zich te verdedigen. Hij trad af omdat hij niet langer de belangen van de regering en van zijn partij wilde schaden. Zo’n gebaar had ik ook van Sam verwacht.
Maar Sam besloot anders. Zaterdag nam hij een besluit. In een brief aan partijvoorzitter Herman Meijer en fractievoorzitter Diana de Wolff meldde hij het volgende: ‘Ik kan dan ook niet anders dan besluiten, het verzoek van het Partijbestuur naast mij neer te leggen. Wanneer het orgaan dat mij heeft gekozen om GroenLinks te vertegenwoordigen in de Eerste Kamer zou besluiten mij terug te roepen zal ik mijn zetel ter beschikking stellen. De zetel in de Eerste Kamer behoort politiek toe tot de Vereniging GroenLinks en niet aan de persoon Sam Pormes, noch aan het Partijbestuur. Zou ik tot een ander besluit zijn gekomen, dan zou dit onherroepelijk hebben geleid tot een conflict met mijzelf. Leidraad voor mijn politieke cultuur is niet alleen en uitsluitend de politieke realiteit. Elk besluit leg je in eerste instantie voor aan jezelf. En ik moet het aan mijzelf kunnen uitleggen. Zo niet dan schaadt het je eigen integriteit en dat is voor mij een doodzonde. En daarmee zou ik het vertrouwen in mijzelf opgeven. En die prijs kan en wil ik niet betalen. En als dit als politiek naïef wordt gekenmerkt, dan hoop ik dat ik niet de enige deeltijd politicus ben die deze eigenschap tot leidraad van zijn politieke cultuur heeft gemaakt.’
Dat is dus – ik kan het niet anders zien - vragen om moeilijkheden. Zelf toegeven dat je fout bent en zorgvuldiger te werk had moeten gaan, maar daar niet de politieke consequenties aan willen verbinden. Dat is moeilijk verteerbaar. Hij zet daarmee zowel het partijbestuur als zijn fractie voor het blok. Want wat moeten die? Afwachten tot er een officiële terugtredingsprocedure op gang gebracht zou zijn en afgewikkeld is bij een congres en ondertussen doen alsof er niks gebeurd is? Dat zou ongeloofwaardig zijn, alsof de hele kwestie een akkefietje is, in plaats van een ernstige vertrouwensbreuk tussen partij en senator.
Het niet ingaan op het verzoek om terug te treden als senator, kan derhalve niet onbeantwoord blijven. Dat antwoord kwam vanavond, na een vergadering van het partijbestuur. Het partijbestuur kiest voor royement en licht dat als volgt toe: ‘Het feit dat Pormes niet op het verzoek ingaat is volgens het partijbestuur een miskenning van de politieke realiteit die na publicatie van het onderzoeksrapport is ontstaan. Het niet terugtreden van Pormes zorgt ervoor dat de integriteit van GroenLinks als politieke partij in het geding is gekomen. Door zijn weigering benadeelt hij de partij op onredelijke wijze. Dit is naar de mening van het partijbestuur voldoende grond voor een royement (…). ‘
Het partijbestuur had ook kunnen kiezen voor het starten van een terugroepingsprocedure (waarbij de kwestie wordt voorgelegd aan het congres), maar neemt de weigering van Sam om terug te treden zo hoog op dat zij kiest voor de kortste en krachtigste weg. Het uitgesproken royement houdt in dat Sam Pormes onmiddellijk als lid is geschorst, in ieder geval voor de duur van de eventuele beroepsprocedure. Het uitgesproken royement geeft Sam de mogelijkheid om binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep te doen op de geschillencommissie van de partij, met de mogelijkheid van beroep in laatste instantie op de partijraad. Dat betekent dat de kwestie in januari afgerond zal zijn, terwijl dat in het geval van een congres februari zou worden. Je kan het partijbestuur niet verwijten dat zij een maand voor de gemeenteraadsverkiezingen niet op een congres zit te wachten dat zich nog eens omstandig buigt over de kwestie Sam Pormes. Met alle publicitaire gevolgen vandien.
Die stap van het partijbestuur laat ook de fractie van GroenLinks in de Eerste Kamer vermoedelijk weinig keuze. Een geroyeerd lid kan immers geen deel uitmaken van de fractie. Daarover gaan we dinsdagochtend eerst maar weer eens vergaderen.
IDFA: Street Fight en de Gekozen Burgemeester

Er zijn momenten dat ik wel eens twijfel of wij (de Eerstekamer-fractie van GroenLinks) er goed aan hebben gedaan tegen de gekozen burgemeester te stemmen. U weet het nog wel: het was de avond van Van Thijn, waarop de linkse oppositie in de Eerste Kamer de grondwetswijziging die nodig is voor het mogelijk maken van een gekozen burgemeester blokkeerde. Ik sta daar nog steeds achter, maar soms overvalt mij twijfel. Is een personendemocratie niet onvermijdelijk, denk ik dan? Vechten wij niet voor een achterhaald idee(te weten een door de raad gekozen burgemeester)?
Na het zien van de documentaire Street Fight van de Amerikaanse filmmaker Marshall Curry (rechts op de foto) ben ik van elke twijfel verlost. De documentaire was zondag te zien op de IDFA, en de organisatie had een groot aantal politici uitgenodigd om de documentaire te bekijken en daarna in Hotel American met elkaar in discussie te gaan over ‘het gekozen burgemeesterschap’.
Het is een geweldige documentaire, die ik iedereen kan aanraden. De documentaire laat de verkiezingsstrijd zien die in 2001 in Newark, een stad op zo’n twintig kilometer van Manhattan, is gevoerd om het burgemeesterschap. Het is een strijd tussen twee democraten, beide zwart. De een Sharpe James (links op de foto) is inmiddels dik in de zestig en al sinds eind jaren tachtig burgemeester, zijn uitdager is Corey Brooker (onder rechts), jong, onbekend en charismatisch. De film laat vervolgens zien hoe zo’n campagne gaat, en je gelooft je ogen niet. De zittende macht zet alle middelen in om de nieuwkomer klein te houden. Er wordt geïntimideerd (door de politie), met modder gesmeten, geïnsinueerd, gelogen, gedraaid.
Je ziet – met andere woorden – alle perversiteiten van de personendemocratie de revue passeren. Wie als persoon de macht grijpt bouwt aan een persoonlijk netwerk, waarin dienst- en wederdienst een belangrijk ruilmiddel is. Het is niet alleen zo dat de politiek personifieert, de macht doet dat tegelijkertijd, en wordt daardoor meer en meer oncontroleerbaar.
Vervolgens gaat politiek ook echt niet meer over visies, meningen en programma’s, maar over personen. Verpersonificering betekent letterlijk dat de politiek psychologiseert. En dan is de volgende stap onvermijdelijk de personen spelen de betrouwbaarheidstroef uit: de tegenpartij is onbetrouwbaar. Dat mechanisme wordt dankbaar opgepakt door de media, die ook liever een quote in de krant zetten over een persoon, dan een visionaire gedachte.
En uiteindelijk gaan er dan in Newark een kleine vijftigduizend mensen naar de stembus in een stad met zo’n tweehonderdduizend inwoners. Iets meer dan de helft daarvan kiest voor de zittende Sharpe James. Het hele systeem, waarin met geld en modder gesmeten wordt, brengt een percentage stemmers naar de stembus waaruit maar één conclusie valt te trekken: slechts een heel kleine minderheid heeft er vertrouwen in.
Na zo’n – dodelijke – film is het natuurlijk interessant om te zien wat de voorstanders van de gekozen burgemeester in Nederland daarvan vinden. Hun reactie getuigt van de typisch Nederlandse naïviteit, waarvan ik zelf dacht dat ie langzaam maar zeker aan het uitsterven is. Want wat zeggen Boris Dittrich c.s.: “dat zal in Nederland niet gebeuren.’ Want: we zullen zo’n verkiezingen met alle waarborgen en garanties omgeven. Nog even afzien dat het mij moeilijk lijkt om ergens vast te leggen dat er niet met modder gegooid mag worden, is de redenering totaal onzinnig, omdat het negeert dat wat zij bijverschijnselen noemen, in feite tot het wezen, tot de kern van dit personalistisch verkiezingssysteem gerekend moet worden. Het systeem draait bij de gratie van een persoonlijk achterwerk, bij psychologiserende media, bij op de persoon spelen. Je kunt niet het systeem invoeren en de brandstof die het nodig heeft niet gebruiken. Dat is ongelooflijk naïef.
Voorlopig stel ik voor dat de tegenstanders van de gekozen burgemeester (dus niet van een door de gemeenteraad gekozen burgemeester, wat nog steeds de beste optie is) bij elke discussie over dit onderwerp deze film vertonen. Dat weet iedereen waar het toe leidt.
Koning Burger in NRC en Volkskrant

Twee besprekingen van Koning Burger kon ik dit weekeinde aan mijn verzameling toevoegen. De eerste stond vrijdag in de boekenbijlage van het NRC Handelsblad en was van de hand van Maarten Huijgen. Alles wijst er op dat hier ter redactie ets volledigs mis is gegaan. De recensie staat op pagina 2 van het katern. Bovenaan de pagina staat een kopregel: ‘Nederland en Suriname’, kennelijk was het de bedoeling om ter gelegenheid van de dertigjarige onafhankelijkheid van Suriname hier een aantal boeken over Suriname en Nederland te bespreken. Rechts op de pagina treffen we ook een recensie van twee boeken over dat onderwerp aan. Maar kennelijk was een andere recensie niet doorgegaan, en moest er op het laatste moment besloten worden er iets anders neer te zetten. Dat werd de bespreking van Maarten Huijgen van het boek van Dick Pels ‘Een zwak voor Nederland. – Ideeën voor een nieuwe politiek’ en mijn ‘Koning Burger’. De foto die kennelijk al geselecteerd was, heeft men maar laten staan. Zo zien we een feestende Surinaamse vrouw in een soort SM-outfit. Typisch Nederlands, dat wel, maar met beide boeken heeft het niks van doen. Ook de kop ‘Verschanst achter een keuzemenuutje’ is niet onaardig, maar op geen enkele wijze in verband te brengen met de daaronder staande recensie. En de recensie tenslotte getuigt al eveneens van haastwerk. In ieder geval niet van zorgvuldige lezing van mijn boek. Het rare is dat het stuk plotseling afloopt alsof er in de paniek van de eindredactie om de pagina toch maar te vullen plotseling de laatste alinea’s zijn geschrapt omdat ze er niet in konden en de krant naar de pers moest. Enfin, beetje een beetje gerecenseerd dan niet gerecenseerd, en Huijgen valt een paar grote lijnen van het boek niet onaardig samen. Hij constateert in ieder geval dat Koning Burger ‘amusant en vlot geschreven is’. Waarvan acte.

Intrigerender was de column van Marjolijn Februari in de de Volkskrant van zaterdag 26 november, waarin ze naar Koning Burger verwijst. Niet alleen omdat ze zeer aardige dingen over het boek zegt (‘een verstandig boek met verstandige aanbevelingen voor het herinrichten en het heropleven van de publieke sector’), maar omdat ze op een mooie manier haar ergernissen de vrije loop laat over wat ik maar even het ‘veralgemeniseringscorset ‘noem.
Ze schrijft: ‘Maar naast al deze aandacht voor kleinschaligheid geeft Van der Lans ook een beschrijving van de individuele burger in de huidige tijd. En in die beschrijving van de verwende welvaartsmens herkende ik eigenlijk niemand. Niet alleen mezelf herkende ik er niet in, maar ook niet de mensen in mijn omgeving en zelfs niet de mensen die ik op straat voorbij zie komen met hun eigen emoties en hun afzonderlijke levens. Ik herkende de beschrijving wel - die had ik vaker gelezen - maar ik herkende de individuen niet in de beschrijving. Kende ik niemand die voldeed aan het beeld van de zelfbeschikkende en lichtgekwetste Koning Burger? Dat is bijna wereldnieuws, schreef Jos van der Lans verbaasd in een reactie. En dat is ook zo. Als ik eerlijk ben herken ik mijn eigen individuele bestaan en dat van anderen nooit in algemene, intellectuele beschouwingen over menselijk gedrag, en dat is inderdaad bijna wereldnieuws. Daarom zet ik het vandaag ook maar eens in de krant.’
Een stukje verderop schrijft ze: ‘Voor zover we individuen zijn, blijft daar in de statistieken en de journalistieke beschouwingen en de sociologische analyses bar weinig van over. Het is vast efficiënter om het innerlijk van mensen niet stuk voor stuk te beschrijven, maar in de efficiëntie van de grote greep gaat veel belangrijks verloren.’ Om na een kleine uitwijding over een organisatiedeskundige die uit een oogpunt van efficiency wat overbodige zestiende noten uit een onvoltooid stuk van Schubert zou verwijderen te eindigen met: ‘Voor veel filosofen, sociologen en economen zijn de details van ieders leven waarschijnlijk net zo nodeloos ingewikkeld als zestiende noten. Maar als je nou juist aan die details je begrip ontleent? Dan valt er toch wel iets te zeggen voor een - onvoltooide - theorie van de individuele gevallen.’
Ik kan haar daarin alleen maar gelijk geven. Maar dat is wel een soort gelijk waar je weinig aan hebt. Want Februari klaagt niet alleen mijn verhaal aan, maar – inderdaad – de sociologie of willekeurig welke andere sociale wetenschap die juist aan het puur individuele proberen te ontsnappen door algemene uitspraken te doen die voor meer mensen gelden. Dat ‘veralgemeniseringscorset’ is overal. Het is de zuurstof van de wetenschap, de media, de politiek en zorgt ervoor dat de theorie van het individuele – helaas – wel altijd onvoltooid zal blijven. Er is overigens wel een genre dat meer recht doet aan wat Marjolijn dwarszit. Het zal wel geen toeval zijn dat we dat ‘fictie’ hebben genoemd.

Beide besprekingen kunt u rustig nalezen als u even een kijkje neemt op de Koning Burger-pagina op deze site.
Lagerhuis-debat bij SEV

De SEV (Stichting Experimenten Volkshuisvesting) is een van de leukste clubs in de Nederlandse volkshuisvesting. Het moet een soort innovatieclub zijn, een gezelschap vol met sprankelende ideeën, en dat lukt onder de enthousiasmerende leiding van René Scherpenisse (rechts op de foto, links staat Aedes-voorzitter Willem van Leeuwen) steeds beter. René is sinds een jaartje de nieuwe directeur van de club en lijkt er volledig in zijn element. Nadat het een tijdje stil was bij de SEV, bruist het weer.
Vandaag had de SEV de mensen die in allerlei netwerken rondom hen heen gegroepeerd zijn bij elkaar gehaald om te discussiëren over de strategische jaarvisie 2006. Dat gebeurde in een soort Lagerhuis-formule, waarbij over stellingen werd gediscussieerd. Ik was gevraagd om als een soort jurylid op te treden, met als taak om bij elke ronde een winnaar aan te wijzen. Aangezien ik altijd wordt gevraagd om mee te discussiëren, kon ik deze kans niet laten lopen.
Het viel behoorlijk tegen. Niet alleen was het moeilijk om in het steeds verder krimpende gezelschap winnaars aan te wijzen (gemiddeld genomen discussiëren mensen heel behoorlijk, alleszins redelijk en met goede argumenten, dus hoe kom je dan aan een winnaar?), nog mogelijker was het om me er niet mee te bemoeien als mensen echt onzin beweren. Dat lukte dus niet.
Ondanks de magere opkomst, was het leuk om te doen. Het valt moeilijk samen te vatten wat er allemaal gezegd is, maar over de drie programmalijnen van de SEV (1. Keer de verloedering, 2. Beweeg de woningmarkt, 3. Maak maatschappelijke ondernemingen van corporaties) valt het nodige te discussiëren. Dat blijkt. De prijzen gingen naar Steven de Waal (Public Space, Boer & Croon), Talja Blokland (hoogleraar samenlevingsopbouw), André Ouwehand (OTB) en Els Lubbers (Albeda college Rotterdam).
Meer informatie over de SEV vindt u op: www.sev.nl
GroenLinks Zeeburg presenteert kandidaten

Alle politieke partijen zijn druk in de weer met het vaststellen van de kandidatenlijsten. Ook GroenLinks dus. Ik zit in de kandidatencommissie voor het stadsdeel Zeeburg. Deze heeft begin december een voordracht gedaan. Nieuw is daarbij dat de voordracht niet meer per plaats gaat (1,2,3,4,5,etc.), maar per groep. Dat wil zeggen de kandidatencommissie geeft aan wie zij geschikt acht voor het raadslidmaatschap, maar laat de keuze daarna volledig aan de leden. Dus in het geval van Zeeburg hebben wij vijf geschikte kandidaten voor vermoedelijk drie zetels. Dat is afgezien de lijsttrekker, want daarvoor was eigenlijk maar een kandidaat: Astrid Kuiper (op de foto rechts, links jan Hoek). Astrid is bekend van de buurtinitiatieven die zij met anderen in de Indische Buurt heeft genomen (Hallo BuuF). Zij vormt samen met wethouder Jan Hoek de verkiezingskopgroep (Jan is dus nummer twee op de lijst), waarbij Jan gaat voor het wethouderschap. Hij wil zijn karwei afmaken, zeg maar. Mocht GroenLinks Zeeburg onverhoopt in de oppositie komen, dan treedt Jan terug.
Bij zo’n nieuwe procedure moet er dus ook een mogelijkheid zijn dat kandidaten zich kunnen presenteren. Daartoe was vanavond de gelegenheid in het centrum Nowhere, midden in de Indische Buurt. Aan mij de eer om onze kopgroep te interviewen, wat leidde tot een gezellig en informatief gesprek. Daarna kon er aan tafels met de kandidaten die voor de overige verkiesbare plaatsen gaan, gediscussieerd worden, zodat de leden kunnen proeven wat voor vlees er in de kuip zit. Dat was een uiterst geanimeerd gebeuren, voor bij elkaar zo’n dertig leden. Waarbij als relativering mag gelden dat als je de leden van de kandidatencommissie (6), de leden van het afdelingsbestuur (3), de zittende raadsleden (4) en de voorgestelde kandidaten (10) optelt, dat je dan al aardig op dat getal zit. Maar goed, dat maakt niet uit, want dat is wel het kader en er niks mis dat zij met elkaar uitmaken wie GroenLinks in Zeeburg gaat vertegenwoordigen.
Voor meer informatie over de kandidatenlijst, kijk op de Zeeburg-sitevan GroenLinks.
Algemene Politieke Beschouwingen en Genoegdoening

Vandaag was het complete kabinet (ministers en staatssecretarissen) op bezoek in de Eerste Kamer in het kader van de jaarlijkse Algemene Politieke Beschouwingen. Dat is een verplicht nummer waar de meeste fractievoorzitters in de Eerste Kamer zeer aan hechten, maar wat in feite weinig voorstelt. Lange beschouwingen vinden een echo in een alles overtreffende solobeschouwing van minister-president Balkenende. Het CDA durft zijn sociale gezicht toch niet te tonen, de VVD ziet economisch herstel gloren en D66 doet er niet toe. De oppositie brengt cijfers over armoede (De Geus), houdt verhalen over gebrek aan empathie (Verdonk), toont de ijzige werking aan van discriminatie op de arbeidsmarkt, maar helpen doet dat niet. De regering ontkent, meent goed bezig te zijn, ligt op schema en zo gaan we na twaalf uur vergaderen over tot de orde van de dag. Morgen zult u er niks over in de krant lezen en ook al zullen wij – zoals elk jaar – voorstellen om dit nietszeggende ritueel te schrappen, volgend jaar komen weer alle ministers en staatssecretarissen voorrijden en staan de chauffeurs de hele dag voor het gebouw uit hun neus te peuteren.
Daarom gaat de originaliteitsprijs van de Algemene Politieke Beschouwingen dit jaar naar de Socialistische Partij. Zij waren op het aardige idee gekomen om de twee moslims die een paar weken geleden met veel geweld en gedoe uit de trein werden gehaald (maar geen enkele kwaad in hun zin hadden) en die nu al wekenlang om enige genoegdoening vragen op de tribune uit te nodigen en rond te leiden door het kamergebouw. Zo zaten er ineens twee baardige moslims op de tribune, waarvan iedereen zich angstig afvroeg wat die daar deden. Tot ze door SP-fractievoorzitter Tiny Cox in zijn toespraak uit de anonimiteit werden gehaald en werden voorgesteld. Of minister-president Balkenende of een andere minister niet even meteen zijn excuses kon aanbieden. Prachtig. Balkenende gaf geen krimp. Maar die jongens waren heel tevreden, vonden het geweldig en liepen trots en fier door het gebouw. Dat was voor hun al een soort genoegdoening. Een pluim dus voor onze collega’s van de SP.
In de wandelgang veel gesproken over Sam Pormes (zie weblog, 21 november). Iedereen heeft met hem te doen, hij heeft de laatste jaren veel sympathie verworven van de collega’s. Maar iedereen ziet - even afgezien van de feitelijke gebeurtenissen – dat de situatie politiek onhoudbaar voor hem is. Onvolledig informeren en dat toegeven is – zo weet elke politicus - een politiek doodzonde die niet zonder gevolgen kan blijven. Zuur maar onvermijdelijk. Van Sam zelf is vandaag geen nieuws vernomen. Hij laat in Assen terecht alles nog eens op zich inwerken. Vandaag of morgen maakt hij duidelijk wat hij gaat doen.
De kwestie Sam Pormes (1)

Vanavond een extra fractievergadering gehad over de kwestie ‘Sam Pormes’, zoals het killetjes in de wandelgang zal gaan heten. Het is buitengewoon onplezierig om zo over een collega te moeten spreken, waarmee je jaren wekelijks plezierig hebt samengewerkt. Dat gun je niemand.
Maar goed de kwestie komt nu op scherp te staan, vanwege de publicatie van het onderzoeksrapport van de commissie-Tas, die in opdracht van het partijbestuur van GroenLinks is nagegaan of Sam tijdens alle stadia van zijn politieke carriere voldoende informatie heeft gegeven over zijn verleden. De commissie is daar zonneklaar over: dat heeft Sam niet, en voor het eerst heeft Sam vanaovond ook in het NRC Handelsblad erkend dat hij in dat opzicht onvolledig is geweest. Hij had de partij beter moeten informeren, wat overigens niet wil zeggen dat hij het eens is met de beweringen/beschuldigingen die over zijn persoon de ronde doen. Hij erkent slechts dat hij kennis had van die beweringen en ziet in dat hij GroenLinks op de mogelijke risico’s had moeten wijzen. Bij NOVA heeft hij dat nog eens met zoveel bewoordingen herhaald.
In de fractievergadering hebben we er bij Sam op aangedrongen om nu even in alle rust de ernst van de situatie te wegen. Er ligt nu zowel een niet langer te negeren politiek feit (een vertrouwensbreuk tussen hem en de partij) dat niet zonder gevolgen kan blijven, als zijn persoonlijke verlangen om zich ten opzichte van de GroenLinks-leden te verantwoorden en te verdedigen, omdat hij meent onheus behandeld te zijn. Wat de waarheid precies is, zal vermoedelijk nooit precies te achterhalen zijn, maar het lijkt mij een gerechtvaardigd verlangen dat Sam in de partij op enigerlei wijze ruimte krijgt om zijn verhaal te doen. Hopelijk wordt daar een weg voor gevonden.

Voor de volledigheid hieronder de verklaring van het partijbestuur van GroenLinks, zoals vanavond is vastgesteld:
Het Partijbestuur heeft kennis genomen van het rapport van de onderzoekscommissie inzake het verleden van senator Sam Pormes en van de bevindingen van de commissie. Het partijbestuur heeft conclusies getrokken zowel ten aanzien van de relatie tot betrokkene als ten aanzien van het optreden van de partij zelf in deze zaak.

1. De commissie heeft van het partijbestuur de centrale onderzoeksvraag meegekregen ``Heeft de heer Pormes in verschillende stadia van zijn politieke loopbaan de partij naar waarheid en voldoende volledig geïnformeerd over zijn verleden``. De commissie komt tot de eindconclusie dat Sam Pormes in zijn politieke loopbaan ten aanzien van de onderzochte gedragingen niet of onvolledig openheid van zaken heeft gegeven aan GroenLinks. Het partijbestuur onderschrijft deze conclusie en neemt haar over. Het concludeert ook dat de handelwijze van betrokkene het partijbelang schade toebrengt. Op grond van deze conclusie zegt het bestuur zijn vertrouwen op in senator Sam Pormes en verzoekt hem zijn zetel per direct ter beschikking te stellen.

2. Het partijbestuur constateert dat door verschillende partijorganen in de loop der jaren onzorgvuldig is gehandeld waar het de omgang met het verleden van Sam Pormes betreft. De oorzaken van deze onzorgvuldigheden liggen soms in partijcultuur, soms ook in de organisatiestructuur. Het partijbestuur besluit:
- Dat de informatieplicht van de kandidaat en de gekozene voorop blijft staan
- Een beter integriteitsbeleid te formuleren en de integriteitsvraag een meer centrale plek te geven in de kandidatenprocedures als ook in de partij
- Een protocol te maken ten behoeve van de kandidatencommissie om de beantwoording van de integriteitsvraag te toetsen
- Al te stringente statutaire belemmeringen voor het bewaren van informatie weg te nemen.

Wie in een oogopslag alle verhalen over sam Pormes wil overzien kan hier terecht.
Wim Bot tevreden over Koning Burger
Zie het weblog van Wim Bot: botlog.
Zevenheuvelenloop Nijmegen: plaats 6305

De Nijmeegse Zevenheuvelenloop is ondanks zijn massale karakter één van de leukste wedstrijdlopen van Nederland. Het is een prachtig parcours van 15 kilometer, dat wonderbaarlijk snel is omdat het in de eerste kilometers onopavallend stijgt en in de laatste kilometers (als je moe bent) opmerkelijk daalt. Dat loopt lekker. Voor mij is het omdat ik in Nijmegen gestudeerd heb en er twaalf jaar gewoond heb extra leuk: zo’n bezoek aan Nijmegen heeft altijd iets van weer thuiskomen.
Vandaag liep ik mijn tweede Zevenheuvelenloop. Ik wist dat ik mijn tijd van vorig jaar 1:09:41 niet kon verbeteren. Dat was – voor mijn doen – een extreem goede tijd, ik was toen in bloedvorm en denk niet dat ik die tijd ooit nog verbeter. Bovendien had ik dit jaar – door rugklachten en drukke bezigheden - sinds de marathon van Amsterdam nauwelijks serieus getraind. Vandaar dat ik al heel tevreden was geweest als ik net onder de 1:15:00 zou hebben gelopen, want dan loop je elke kilometer keurig in 5 minuten. En dat is een pittig tempo.
Het is uiteindelijk 1:12:02 geworden. Een stuk sneller dan ik van te voren gedacht had. Gemiddeld ging elke kilometer in 4.48 minuten, en dat is bepaald niet slecht. Vorig jaar lag dat gemiddelde net onder de 4.40. De drie 5 kilometer tijden waren respectievelijk: 23.59, 24.16 en 23.47. De laatste 5 kilometer ging dus het snelste, wat dus alles met die afdaling richting Nijmegen te maken heeft.
In de totaaluitslag vond ik me terug op de 6305e plaats. Dat lijkt niks, maar je moet het wel zien op een totaal van 21272 deelnemers. Je kunt het ook zo zeggen: 29% van de deelnemers was sneller, maar 71% van de mensen was langzamer. Bijna dezelfde verhouding geldt ook als je naar mijn leeftijdsgroep kijkt (mannen 50-54 jaar). Daar vind je mij terug op de 595 plaats op een totaal 2081 leeftijdgenoten.

Alkmaar:, LPB-dagen: VOORBIJ DE VRAAGSTURING

In Alkmaar was ik vanochtend ochtendspreker op de laatste dag van de LPD-dagen, die op 17 en 18 november plaats vonden. De LPD is het Platform voor wijkgericht werken, waarin zich alle gemeenteambtenaren verenigd hebben die met wijkgericht werken bezig zijn (wijkcoördinatoren, wijkmanagers, noem maar op). Zeg maar een soort VNG voor wijkgerichte ambtenaren.
In de zaal zaten ruim 200 mensen die op donderdag de hele dag bezig waren geweest in workshops en discussies, op donderdagavond met elkaar gedineerd hadden en vervolgens tot in de kleine uurtjes nog hadden geswingd. De LPD-dagen zijn niet alleen informatief, maar voor nogal wat gemeentelijke wijkambtenaren een leuk uitstapje. Op het einde van de dagen wordt bovendien de Marktplaats-trofee uitgereikt. Het leukste en aansprekendste wijkgerichte project. Dit jaar ging de prijs naar Zoest (zie foto). Meer informatie daarover vindt u op: www.lpb.nl.
Ondanks al de nachtelijke inspanningen trof ik een dankbaar gehoor die echt geinteresseerd luisterde naar mijn tirade tegen het aanhoudende vraagsturingsdenken en mijn pleidooi om de publieke sector te gaan organiseren van de de Kleinst Denkbare Organisatorische Eenheid (k-DOE): de relatie tussen burger en professional. Dus niet in termen van producten, niet in termen van output, niet in termen van koning-klant of de burger-centraal, maar gewoon als mensenwerk, als betrekking. Wat komt daar voor kijken? Wat moet je doen? Wat moet je laten?
Dat is een thema waar je me 's nachts voor wakker kunt maken, omdat eenmaal startend vanuit de k-DOE je allerlei ontwerpfantasiën kunt ontwikkelen. Zoals ik dat ook in hoofdstuk 8 (Reinventing public sphere) van Koning Burger probeer te doen. Bovendien kan ik er al mijn verhalen in kwijt over frontprofessionals. En zo te horen vonden de meeste aanwezigen het een inspirerend betoog, ondanks het feit dat ik ze drie kwartier op hun stoel hield. Of misschien moet ik zeggen: dankzij het feit dat ik ze drie kwartier de gelegenheid bood om bij te komen van hun inspanningen op de Alkmaarse dansvloer en bar de nacht er voor.

Zoals in Alkmaar beloofd vindt u de lezing op deze site terug. Een keer als word-nestand en een keer als power-point-presentatie. U kunt deze bestanden aanklikken op de pagina LEZINGEN. Bovenaan de lijst op deze laatste pagina treft u de twee bestanden aan. Even klikken en ze verschijnen in uw beeldscherm.
De ontwerpprincipes stammen uit hoofdstuk 8 van Koning Burger. Meer informatie vindt u op de aparte Koning Burger-pagina op deze site. Daar kunt u zich ook eigenaar maken van een kortingsbon, waarmee u het boek in de winkel met € 2,50 korting kunt kopen.

Publieke omroep in diepe crisis
Het gaat niet goed met de publieke omroep. De financiële vooruitzichten zijn dramatisch, de staatssecretaris werkt aan een hervorming die werkelijk niemand ziet zitten en feitelijk niet uitvoerbaar is en te vrezen valt zelfs dat waar nu aan gewerkt zou moeten worden, namelijk een betrouwbare plaats van de publieke omroep in de wereld van de nieuwe media, dreigt geheel stil te vallen. Na een middagje werkbezoek van de commissie cultuur van de Eerste Kamer aan de omroepbazen en coördinatoren in Hilversum valt er moeilijk een andere conclusie te trekken.
Over de oorzaak van de malaise kan geen misverstand bestaan: de publieke omroep verliest zienderogen terrein. Qua aanhang onder jongeren, qua kijkcijfers aan de commerciëlen en qua reclame-inkomsten. Dat heeft natuurlijk met elkaar te maken. Maar het is moeilijk concurreren met Joh de Mol die zo rijk is dat hij rustig kan zeggen dat hij de komende jaren 200 miljoen verlies incalculeert op Talpa. Dat kan je moeilijk marktwerking noemen, terwijl alleen de verschijning van Talpa enorme repercussies heeft voor de publieke omroep, die beeldbepalende mensen kwijt raakt, reclame-inkomsten kwijt raakt en kijkers kwijt raakt. Het marktaandeel is inmiddels onder de dertig procent gekelderd, en alles wijst er op dat de publieke omroep in een negatieve spiraal belandt. Alleen al in 2006 dreigt een tekort van 100 miljoen te ontstaan. Als je dat tekort bestrijdt door nog verder te gaan snijden (de omroepen hebben de afgelopen jaren al honderd miljoen bezuinigd), verlies je dus weer aan kwaliteit, en dus aan aantrekkelijkheid en dus weer aan marktaandeel. En Mady van der Laan heeft laten weten op geen enkele manier bereid te zijn het verlies aan reclame-inkomsten te compenseren.
Dat is een. Maar het vooruitzicht wordt nog dramatischer als je daarover heen nog een de toekomstplannen van Van der Laan legt die voortvloeien aan het Paasakkoord. Die zetten alle vormen van samenwerking op scherp, brengen de bestaanszekerheid van de omroepverenigingen terug tot 33 procent en zijn – in de ogen van de omroepbazen – onuitvoerbaar. Nu schreeuwen zij wel vaker moord en brand, maar voor het eerst zeggen ze dat op een punt dat de positie van het publieke bestel echt aan het wankelen is. Niemand, werkelijk niemand in Hilversum, van Raad van Bestuurslid tot programmaleider, van omroepdirecteur tot netcoördinator heeft ook maar enig vertrouwen in de plannen van Van der Laan.
Eigenlijk heeft Van der Laan ook nauwelijks steun in politiek Den Haag. Het is de hogere orde van het coalitiebelang, gekoppeld aan de impliciete agenda van de VVD, die haar nog in koers houdt. De VVD ziet in de financiële rampspoed een mooie mogelijkheid om langs natuurlijke weg te komen tot een koude sanering van het net en het publieke bestel terug te brengen naar twee netten (vgl. België, vlg. BBC). Dat lijkt goed verdedigbaar, maar wie waarde hecht aan de pluriformiteit, aan omroepverenigingen, ziet dat dat niet zomaar in twee netten geperst kan worden. Wie daarvoor kiest, moet dus eigenlijk de omroepverenigingen afzweren en dat durft niemand nog aan. Zelfs Mady van der Laan niet.
Het drama leidt bovendien af van de echte discussie die we zouden moeten voeren. En die gaat over de vraag: wat is de publieke ruimte (en hoe zou die er uit moeten zien) in de oneindige wereld van de nieuwe media. Want dat gedoe met die netten is natuurlijk tegen de ongekende mogelijkheden van de nieuwe media oude-mannenfolklore. Om de publieke omroep in dat nieuwe geweld goed op de kaart te zetten, zou Van der Laan alle troeven moeten zetten op samenwerking per net en verder digitale identiteitsontwikkeling, bijvoorbeeld met themakanalen. Daar moet mee geëxperimenteerd worden, daar moeten mensen elkaar op vinden, daar moet de publieke omroep in het offensief om niet op achterstand gezet te worden. Wat nu nodig is, is dus investeren. Wat we krijgen is is kortzichtigheid en benepenheid.
Het is interessant om te horen dat de omroepen dat zelf lijken te beseffen. Een dezer dagen maken EO, NCRV en KRO (de spelers van Nederland 1) bekend dat zij gezamenlijk een consortium zullen vormen om deze uitdagingen aan te pakken, Niet om samen te gaan, niet om identiteiten op een hoop te gooien, maar om de uitdagingen krachtiger tegemoet te kunnen treden. De VARA en VPRO (Nederland 3-spelers) overwegen hetzelfde. Die ontwikkelingen zou Van der Laan moeten ondersteunen, maar wat ze doet is het tegendeel. Het duurt denk ik niet lang of in Den Haag slaan het CDA en de PvdA de handen in elkaar, om de plannen van Van der Laan naar het rijk der fabelen te verwijzen. Dan ligt de toekomst van de publieke omroep in handen van een volgend kabinet. Dat is winst, want slechter dan wat van der Laan had bedacht kan niemand meer verzinnen. Het heeft slechts een nadeel: misschien is het al te laat.
Een generaal in de Peperklip

Tien jaar geleden schreef ik samen met Paul Kuijpers het manifest Naar een modern paternalisme, een oproep voor een minder vrijblijvend, minder afstandelijk en meer gepassioneerd sociaal beleid. Dat was toen nieuw, nogal wat mensen hadden er moeite mee. Het verwijt dat wij de klok wilden terugdraaien (wat overigens nergens op sloeg ) was snel gemaakt. Inmiddels leven we tien jaar verder en is de roep om een directere aanpak, er bovenop zitten en in de leefsituatie van mensen aanwezig zijn en interveniëren al weer aardig gewoon aan het worden. Huisbezoek is niet langer een vreemd woord.

Vandaag leidde ik in het vakbondsmuseum De Burcht (zie www.deburcht-vakbondsmuseum.nl/ ) een conferentie, georganiseerd door de Public Affairs Groep (zie www.pag.nl), met als titel BETUTTELING of BETROKKENHEID? – Leefbaarheidsinitiatieven op portiekniveau. En daar ging het precies over dat thema: interveniëren/aanwezig zijn in het dagelijkse woonbestaan van burgers.
Een hoofdrol in de conferentie was weggelegd voor Hans Vliege, floormanager van het complex De Peperklip in Rotterdam-Zuid. Dat is een complex dat in elk architectuurboek voorkomt, omdat het begin jaren tachtig gebouwd is door Carel Weeber, een van Neerlands vooraanstaande architecten. Het complex bevat zo’n 560 sociale huurwoningen en is eigenlijk vanaf het begin in 1983 buitengewoon problematisch geweest. Verloedering, criminaliteit, vernieling – wie in de Peperklip kwam te wonen kon echt nergens anders meer terecht. Twee jaar geleden besloot Vestia tot een laatste wanhoopsoffensief en vroeg Hans Vliege, vestigingsmanager in de Haagse Spoorwijk, om als generaal op te treden.
Vliege betrok een kantoor in het complex, kreeg een vrijbrief en begon het complex bijna letterlijk te heroveren. Dat had een harde kant: regels zijn er om na te komen, wie ze aan zijn laars lapt krijgt een boete of vliegt er uit, dat had een fysieke kant: goede sloten, snel klachten opknappen; dat had een sociologische kant: in plaats van iedereen lukraak naast elkaar te laten leven sorteerde Vliege zijn bewoners (in samenspraak) in drie soorten leefstijlen (op zichzelf gericht, op de ander gericht, en studentikoos) en maakte het via interne verhuizingen mogelijk om mensen zo bij elkaar te brengen. Tot slot had het ook een welzijnskrant, want er zijn allerhande activiteiten in speciale ruimten voor jongeren en voor vrouwen. Je kunt meer lezen over het project op de website: www.peperklip.nl.

En zie: het wonder geschiedde. De Peperklip normaliseert, sterker: het is een aantrekkelijke woonplek geworden, waar mensen zich op wachtlijsten laten plaatsen. En dat in ander half jaar door er bovenop te zitten, het gezonde verstand te gebruiken, niets aan duidelijkheid te wensen over te laten en zeker zijn van je zaak. Zo heeft Vliege de beste advocaten ingehuurd om de echte lastpakken de wacht aan te zeggen,precieze afspraken gemaakt met de wijkagent, parkeerbeheer en milieupolitie om elke overtreding ogenblikkelijk op de bon te slingeren.
De hamvraag is natuurlijk: hou je dit vol, is het resultaat duurzaam. Vliege gaat over een paar jaar weg, en zakt de boel dan niet als een pudding in elkaar? Nee, zegt Hans Vliege, ‘je moet de interventie zien als het aanbrengen van kurken. Daar moet de sociale structuur vervolgens zelf op gaan drijven. Je moet wel een huismeester hebben die gezag heeft, autoriteit heeft en er bovenop zit, je moet de regels handhaven, dat moet je blijven doen, maar ik ben niet meer nodig.’ De oorlog is gewonnen, de generaal kan met pensioen.
Het is te vroeg om de vraag te beantwoorden of Vliege gelijk heeft. Interessanter is de vraag wat zijn aanpak nu betekent voor het functioneren van corporaties in niet-oorlogstijd, in niet- oorlogsgebieden. Moet je dan ook niet veel meer investeren in duidelijkheid, strengheid, gezamenlijke regels, die betekenisvol zijn? Dat is in ieder geval wel het idee achter het project ‘ongeschreven regels’, dat de Public Affairs Groep in Amsterdam-Noord met een aantal corporaties uitvoert, en waar men samen met portiekbewoners regels vaststelt en expliciet maakt. Het project is te simpel om waar te zijn: je gaat bij elkaar zitten en spreekt af wat voor regels er in het portiek gelden, waarna je die op papier zet en er een handtekening onder zet. Maar het werkt. Er gebeurt iets wat mensen van belang vinden, maar vanuit zichzelf niet meer in staat zijn om het te doen. Dus als de corporatie dan als vliegwiel functioneert, werkt dat. Niet om problemen aan te pakken (want dan werkt dit niet), maar om het leven leefbaar te houden, aangenamer. En dat is een waarde op zichzelf. Zie: www.ongeschrevenregels.nl .
Zo liet de conferentie allerhande vormen van bemoeienis zien die niet zo heel erg lang geleden nog als paternalisme werden afgedaan. Het tij lijkt te keren. Hoewel.... toen ik de aanwezige corporatiemedewerkers (zo’n veertig) vroeg of zij hun corporatie een generaal á la Hans Vliege zagen benoemen, gingen er opvallend weinig vingers de lucht in. Een beetje er op af, meer met bewoners bezig zijn, oké, maar de rol van generaal in oorlogstijd, tja, dat is voor velen nog een brug te ver.
Hogere machten helpen GeuzenMiddenmeer D3

ZSGO/WMS D2 was voor GM D3 een totaal onbekende tegenstander. Het team was onlangs aan de poule toegevoegd, en in hun sportpark in Bos en Lommer waren we zelfs nog nooit geweest. Misschien was het daarom dat de Geuzen geconcentreerd aan de wedstrijd begonnen. Er liepen een paar uit de kluiten gewassen jongens bij de tegenstander, die – zo bleek al snel – stevig konden uithalen. Maar de Geuzen-verdediging reageerde alert, en bouwde het spel van achteruit op.
Na zo’n vijf minuten kwam na zo’n rustige combinatie op het middenveld de bal in het bezit van Lewis, die behendig een mannetje uitspeelde en toen – precies zoals van te voren was afgesproken – de bal de diepte in stuurde, loepzuiver in de ruimte tussen de achterhoede en het doel van ZSGO/WMS (wel een heel erg onaantrekkelijke naam voor een voetbalclub overigens, maar dit terzijde). Doordat de laatste man net iets verkeerd stond opgesteld, kon onze spits Maarten de bal mee nemen in de loop, het strafschopgebied binnen stormen en de aanval vlekkeloos afronden met een beheerst schot in de linkerbovenhoek: 0-1.
Die opsteker bracht het beste bij de D3 boven. Er werd fel gespeeld en flink gecombineerd. Dat leidde op de rechtervleugel tot een combinatie waarbij Joaquim, Mees en opnieuw Lewis betrokken waren. Uiteindelijk wist Lewis de achterlijn te halen waar hij de bal scherp voorzette precies voor de voeten van onze plotseling bij de eerste paal aangekomen linkerspits Rinus, die de bal perfect in het doel werkte: 0-2. Een doelpunt uit het boekje. We waren nog maar tien minuten bezig en de mooiste uitgespeelde doelpunten van het seizoen stonden al op het scorebord. Dat beloofde wat.
Maar ZSGO/WMS liet het er niet bij zitten. De jongens herpakten zich, en begonnen steeds meer druk op de Geuzen-verdediging uit te oefenen. Ineens vlotten de combinaties van de D3 wat minder en plotseling ontstonden er hachelijke situaties voor het doel, waarbij de bal als in een flipperkast door het strafschopgebied bewoog. Gelukkig wisten Daan, Max, Tycho en Jan en niet in de laatste plaats keeper Shaquille op het beslissende moment nog hun voet tegen de bal te zetten, waardoor een doelpunt kon worden voorkomen.
De druk hield echter aan. De spirit van het eerste kwartier was weg bij de Geuzen. Duels werden steeds vaker verloren. Een tegentreffer leek een kwestie van tijd. En ja, zo’n tien minuten voor de rust, draaide de spits door de verdediging heen en vuurde een venijnige schuiver richting doel die Shaquille net niet onder controle kon krijgen: 1-2.
Met moeite haalde de Geuzen daarna het rustsignaal.

Had de coach van de tegenpartij een donderspeech afgestoken of was er een kalmeringsmiddel in de limonade van de D3 gedaan, we zullen het nooit weten, maar feit is dat de Geuzen als drollen aan de tweede helft begonnen en zich helemaal lieten terugdringen door een ontketend ZSGO/WMS. Corner op corner, kans op kans, de bal kwam bijna niet meer het strafschopgebied uit. Niemand keek er dan ook verbaasd van op toen de bal na weer een aanval van ZSGO/WMS ineens in het net lag. Een paar minuten later leek een catastrofe onafwendbaar toen alle Geuzen bij een corner sprakeloos, bewegingsloos en nutteloos toekeken hoe de tegenpartij de bal in het doel kon koppen: 3-2.
Nog een kwartier te gaan. Niets wees erop dat de Geuzen deze slag te boven zouden komen. Het sprankelende spel waarmee de jongens aan de wedstrijd waren begonnen was in geen velden of wegen te bekennen.
Maar gelukkig nam ZSGO/WMS wat gas terug. Zowaar begonnen de Geuzen weer aan een aanval, die onze uitblinker Lewis (foto rechts) in het strafschopgebied bracht, waar hij zich bijna in een schietpositie manoeuvreerde, maar daarvan afgehouden werd door een tegenstander die hem aan zijn shirt naar beneden trok. Precies voor het oog van de scheidsrechter, die dan ook resoluut naar de stip wees. Typisch een klusje voor Rinus, die vanaf elf meter genadeloos en volkomen onhoudbaar verwoestend uithaalde: 3-3.
Dat gaf weer hoop. De wedstrijd was opnieuw in evenwicht, en het begon zowaar weer een beetje te lopen bij de Geuzen, waar het middenveld met Dani. Lewis en Joaquim, ondersteund door onze inschuivende man Max, wat meer greep op de wedstrijd begon te krijgen. Zou er dan toch nog een overwinning inzitten?
Ai, de perspectieven werden ineens een stuk zorgelijker toen onze laatste man Daan hinkend het veld moest verlaten met een opspelende oude enkelblessure. Dat scheelt achterin een slok op een borrel en ZSGO/WMS leek opeens haar kans weer te ruiken. De ploeg begon opnieuw te drukken. Maar de verdediging hield goed stand en de supporters begonnen te hopen dat er tenminste nog een gelijkspel in de wacht kon worden gesleept.
Niet dus, tien minuten voor tijd brak de spits van ZSGO/WMS ineens door om vanaf de zestien meter lijn verwoestend uit te halen: 3-4. Dat leek de genadeslag. Niemand geloofde nog in de kansen van de Geuzen. De Geuzen zelf eigenlijk ook niet meer.
Maar er gebeurde een wonder. Een onbesuisde beweging van één van de ZSGO/WMS-verdedigers leverde de Geuzen drie minuten voor tijd een vrije trap op de rand van het strafschopgebied. Weer een klusje van Rinus, die de bal net niet helemaal goed leek te raken, maar de bal toch met een merkwaardige curve in de rechterkruising zag verdwijnen: 4-4. Ongelooflijk. Hogere machten moeten de Geuzen goed gezind zijn geweest.
En het was nog niet voorbij. Drie minuten voor tijd wordt er door Thomas en Mees n aan de rechterkant volop doorgejaagd op de verdedigers, waardoor via een kaats de bal ineens aan de linkerkant van het veld in een vrije loop voor Rinus (foto links) komt. De bal rolt richting rand strafschopgebied. De keeper verkleint zijn doel, de laatste man zet een sliding in, Rinus ligt in volle vaart en kan – als hij de bal als eerste bereikt - maar één ding doen: onmiddellijk richting doel schieten. Zou hem dat lukken?
De supporters houden hun adem in. Rinus is een tel eerder bij de bal dan de laatste man, twee tellen eerder dan de aanstormende keeper en hij weet de bal met een uiterste inspanning langs de uitkomende doelman te schuiven. Zijn schot is niet hard, eerder tergend langzaam. Een speler van ZSGO/WMS zet de achtervolging in, die ogenschijnlijk niet kansloos is, maar als hij de bal tegenhoudt is deze de lijn al gepasseerd. De vierde van Rinus ligt erin. Het onmogelijke is gebeurd: Geuzen staat – met nog twee minuten te gaan - met 5-4 voor.
Die laatste minuten zijn bloedstollend. ZSGO/WMS komt nog een paar keer gevaarlijk dicht in de buurt van het doel van Shaquille, alle zeilen moeten worden bijgezet, professioneel wordt de bal over de zijlijn gewerkt. Minuten duren uren. Maar dan fluit de scheidsrechter voor het eindsignaal en is GeuzenMiddenmeer D3 een overwinning rijker waarover nog lang zal worden nagesproken. Het is jammer dat de tegenstander zo'n beroerde naam heeft, want nu zal de herinnering altijd gekoppeld worden aan de vraag: hoe heette die club ook alweer?
Mooie recensie Volkskrant

Het is waar: iedere auteur kijkt na verschijnen van zijn boek met angst en beven naar de krant om te kijken hoe zijn boek wordt afgemaakt (of de hemel in geprezen) door de recensenten. Bij een boek als Koning Burger kan dat ook nog wel eens een wekenlang durende kwelling zijn, want er kunnen weken overheen gaan voordat er iets in krant verschijnt. En soms verschijnt er zelfs niks, dan heeft de redactie in haar wijsheid gedacht dat het boek geen bespreking waard was, of is de recensent ziek geworden. Verschrikkelijk.
Maar ik mag mij gelukkig prijzen want de Volkskrant kwam vandaag in het boekenkatern Cicero al met een recensie, die ook nog eens positief van toon was. Daar wordt een eenvoudig boekenschrijver gelukkig van. Een citaat uit de recensie van Arnold Koper: 'In zijn aanstekelijk geschreven Koning Burger stelt Van der Lans zich de vraag hoe het zo ver heeft kunnen komen. Zijn antwoord bestaat uit een intrigerend mengsel van (impliciete) zelfkritiek, nostalgie naar de tijd dat gezag en goed eomgangsvormen nog telden, en een gedetailleerde analyse van de fouten die de overheid en de publieke sector de afgelopen decennia hebben gemaakt.'
Mooi gezegd, toch?

Wie de recensie gemist heeft, kan deze nalezen op de Koning Burger-pagina (te tekst staat in de lijst onder: 2005-11 Volkskrant - recensie Arnold Koper Cicero 11-11-05.doc.
Eerste Kamer conferentie GroenLinks

In de Eerste Kamer vond vandaag de conferentie plaats die de Eerste Kamer-fractie van GroenLinks jaarlijks in het najaar organiseert. De plechtige vergaderzaal van de Eerste Kamer was volgeladen, met meer dan honderd deelnemers moest er worden uitgeweken naar stoeltjes tussen en achter de reguliere groene bankjes. Zo'n grote opkomst behoeft geen verbazing, want de conferentie was georganiseerd naar aanleiding van de bundel die het Wetenschappelijk Bureau Groen Links had uitgebracht onder de titel: Vrijheid als ideaal. Daar is de in de pers de afgelopen weken veel over te doen geweest, niet in de laatste plaats omdat de pers Femke Halsema meende te kunnen betrappen op een knieval voor rechtse liberale denkbeelden.
Dat valt allemaal erg mee, zo bleek vandaag in de Eerste Kamer, waar Femke Halsema de jongste GroenLinks-voorstellen voor hervorming voor de sociale zekerheid toelichtte. Daarbij kiest GroenLinks welbewust en consequent partij voor de outsiders op de arbeidsmarkt en stelt zij de vergaande bescherming van de insiders ter discussie.
De discussie tijdens de conferentie ging over veel meer vragen. Zoals: hoe paternalistisch de politiek mag zijn, in hoeverre een vrijheidsideaal en paternalisme te verenigen zijn en in hoeverre de hervorming van de sociale zekerheid à la GroenLinks niet ten koste gaat van de solidariteit. Allemaal buitengewoon interessante kwesties, die zoals dat altijd gaat bij conferenties natuurlijk niet helemaal tot op de bodem ontleed konden worden, maar die wel aantonen dat bij links interessante discussie plaats vinden.
Wie meer wil weten over de voorstellen van Femke Halsema en Ineke van Gent over de hervorming van de sociale zekerheid à la GroenLinks lkan terecht op de GroenLinks-site. Op dezelfde site kan je ook meer te weten komen over het boek dat onder redactie van Bart Snels bij uitgeverij Boom is uitgebracht, en waarin een elftal auteurs zich buigen over de betekenis van het vrijheidsbegrip voor linkse politiek. Zie GroenLinks: publicaties.
Bij NCRV Plein Publiek op Radio 747
Vandaag was ik op te beluisteren op radio 747 bij NCRV's Plein Publiek, het lifestyle programma van de NCRV. Na de klok van tien uur begon het programma met vijf persoonlijke vragen: 1. met wie wil je een avondje uit?; 2. wat voor afwijking heb je?; 3. wat wilde je vroeger worden?; 4. waar heb je een hekel aan?; 5. waar baseer je je je hoop op? Wie mijn antwoorden wil weten, en nog eens tekst en uitleg wil horen over Koning Burger kan de komende vijf dagen de uitzending nog eens naluisteren op: Plein Publiek, 9 november
Mark Rutte ontvangt Koning Burger

Het was volle bak in de Eerste Kamer bij de presentatie van mijn boek Koning Burger – Nederland als zelfbedieningszaak. Alle bankjes vol, dat maakt een Eerste Kamerlid niet vaak mee. Maar dan moet je dan wel een heel boek voor schrijven.
Het eerste exemplaar overhandigde ik aan staatssecretaris Mark Rutte, wat op zichzelf verwonderlijk is: een senator van de oppositie die een boek aanbiedt aan een lid van het kabinet, waar in zijn ogen weinig van deugt.
Maar ik had daar een aantal redenen voor.
Rutte is een politicus naar mijn hart: open in zijn communicatie, helder in zijn standpunten, spontaan en rechtstreeks in zijn confrontatie. In de tweede plaats heeft het net zo’n grote hekel aan bureaucratische introvertie, aan naar binnen gekeerde instellingen als ik. In de derde plaats probeert hij die geslotenheid open te breken door burgers sterker te laten staan, ook al iets wat in mijn boek wordt uitgewerkt.
En omdat het basisprobleem van het boek – hoe organiseer je de publieke sector zo dat burgers zich niet als consumenten maar als producenten gedragen – veel verder reikt dan een toevallig kabinet en in feite alle partijen aangaat, was Mark Rutte de eerst aangewezen persoon om het in ontvangst te nemen. Zijn reactie, waarin hij de zoektocht in het boek in grote lijnen nog eens bevestigde, onderstreepte nog eens de juistheid van die keuze.
De discussie met Marjolijn Februari (ondermeer Volkskrant- columniste) en Joost Divendal (hoofdredacteur van De Journalist) spitste zich toe op de vraag of het beeld van Koning Burger dat uit het boek opstijgt wel terecht is. Marjolijn Februari las daar een naargeestig beeld uit: de burger deugt niet, wat zij een gevaarlijke gedachte voor een politicus vindt. Zij herkende zich er als burger niet in, en kende in haar omgeving ook niemand die aan dat beeld voldeed.
Dat laatste leek mij bijna wereldnieuws. Koning Burger staat niet zozeer voor een persoon, maar meer voor een ontwikkeling. Het geeft aan dat de mentaliteit, het zelfbeeld van Nederlanders zich ontwikkeld heeft van klein naar groot, van statisch naar dynamisch, van standsbewust naar ondernemend, van onderdaan naar zelfbeschikker. Dat is de culturele bevrijding van de jaren zestig/zeventig, en dat is niet negatief, niet zuur, geen verwenning, maar pure winst.
Maar – en dat is de hoofdstelling van het boek – deze emancipatie van de persoonlijke geldingsdrang is – bijna onvermijdelijk – gepaard gegaan met een erosie van publieke overwegingen. Terwijl het private ‘publiek’ ging, week het publieke terug. Niet alleen in de samenleving als geheel, maar zelfs in de mentaliteit van het individu. Dat is niet zozeer egoïsme, dat is een andere wijze van in de wereld staan, van de wereld ordenen en becommentariëren. Het lijkt mij moeilijk om in Nederland individuen te vinden die zich aan dat proces hebben kunnen ontrekken. Daardoor zijn de incidenten/botsingen waarin de individuele vrijheidsdrang zich onvoldoende rekenschap geeft van de omgeving, waarin het eigen belang niet gerelativeerd kan worden, toegenomen. Dat komt – daarover handelt het tweede deel van het boek - omdat de vertegenwoordigers van publieke moraal – door mij met een verzamelnaam aangeduid als publieke officials - met de opmars van de burger in het publieke domein de aftocht hebben geblazen. Dat is dus niet – en ik realiseer me dat de titel Koning Burger wat dat betreft aanleiding kan geven tot misverstanden – een naargeestig beeld, of een ontkenning van het feit dat er ook veel goede dingen zijn die burgers doen. Het geeft alleen aan dat er een dubbelzinnigheid en onevenwichtigheid in ons gedrag is geslopen. Dat kan alleen veranderen als we daarmee sterker en nadrukkelijker geconfronteerd worden, en dat kan – om een lang verhaal kort te maken – alleen als die vertegenwoordigers van de publieke moraal, de publieke officials dus, terugkeren in het publieke domein, waaruit zij zich met de opmars van burgers sinds de jaren zeventig steeds meer hebben teruggetrokken. En dat betekent dat we op een andere manier na moeten denken over hoe we de publieke sector organiseren. In het boek worden daar (hoofdstuk 8) tien ontwerpprincipes voor gepresenteerd die tot zo’n andere gedachtegang, zo’n andere ordening moeten uitnodigen. Ik geef ze hier – zonder tekst en uitleg, daarvoor is het boek – prijs om een beeld te geven waar je dan aan moet denken.
1. Zoek de frontlinies op
2. Maak reële medezeggenschap mogelijk
3. Geef professionals ruimte
4 Hou bureaucratische verplichtingen binnen de perken
5. Beloon loyaliteit van burgers
6. Geef professionals een gezicht, durf kleinschalig te denken
7. Expliciteer regels en zet aansprekende professionals aan het werk
8. Leg verantwoording af aan burgers
9. Handel oplossingsgericht en proactief, fouten maken mag
10. Behandel burgers zoals jezelf behandeld wenst te worden
Maar goed. Ik begin al meteen weer tekst en uitleg te geven. Terwijl ik in dit weblog gewoon eigenlijk alleen maar wilde aanstippen dat de tendooplating van Koning Burger een geslaagde bijeenkomst opleverde, met een discussie die er toe doet, maar die natuurlijk nog lang niet gelopen is. De bedoeling van het boek is nu juist de discussie verder te brengen. Het begin is in ieder geval veel belovend. Met een kortingsbon kunt u in de boekhandel € 2,50 korting krijgen op het boek. De bon kunt u printen, als u hier klikt. Voor meer informatie over het boek kunt u terecht op de Koning Burger-pagina.
Presentatie KONING BURGER

UITNODIGING

Op 7 november presenteer ik in de Eerste Kamer mijn boek Koning Burger – Nederland als zelfbedieningszaak , dat die dag verschijnt bij uitgeverij Augustus. In dit boek probeer ik me te verstaan met het nieuwe Nederland, zoals zich dat de laatste jaren aan ons voordoet.
Het boek valt in drie delen uiteen. De eerste hoofdstukken gaan over de publieke emancipatie van burgers (deel I: Koning Burger...), dan volgen vier hoofdstukken over de exodus van professionals uit de frontlinies van de samenleving (deel II: en zijn professionele onderdanen…) en het boek eindigt met een pleidooi om de publieke sfeer te herontwikkelen (deel III: op zoek naar publiek leiderschap). Zo opgeschreven klinkt dat tamelijk abstract, maar wees gerust: het boek brengt de hedendaagse politieke cultuur heel concreet en gelardeerd met vele persoonlijke anekdotes in beeld.

Op 7 november overhandig ik in de Eerste Kamer het eerste exemplaar van het boek aan staatssecretaris Mark Rutte. Het laatste hoofdstuk uit het boek heet namelijk ‘Waarom Mark Rutte deugt’ en heeft als vertelstructuur een werkbezoek dat ik ooit samen met hem in Hoorn heb afgelegd.
Daarna vindt er onder leiding van Peter van Lieshout (WRR) over het boek een gesprek plaats met Mark Rutte, Joost Divendal (hoofdredacteur van de Journalist), Marjolijn Februari (elke zaterdag te bewonderen in het Volkskrant-katern Het Betoog) en ondergetekende. De presentatie begint om 15.30 uur.

Wie deze presentatie wil bijwonen, kan zich op geven bij uitgeverij Augustus. Stuur een email naar: uitgeverij Augustus .

Gegevens:
Bijeenkomst: Presentatie Koning Burger – Nederland als zelfbedieningszaak
Datum: 7 november 2005
Aanvang: 15.30 – 16.45 uur (na afloop borrel in de Noen-zaal)

Met een kortingsbon kunt u in de boekhandel € 2,50 korting krijgen op het boek. De bon kunt u printen, als u hier klikt.
Ondersteboven. Andere kijk op dans en jongeren

19 november 2004 vond in Lelystad een conferentie plaats over de vraag hoe dans, jeugdbeleid en jongerencultuur elkaar kunnen versterken. Ik schreef naar aanleiding daarvan samen met Wies Rosenboom een beschouwing die in het februari-nummer van DANS verscheen en later ook nog eens werd afgedrukt in het tijdschrift 0|25. (Mocht u geinteresseerd zijn: zoek in de lijst artikelen bij journalist -> artikelen op deze site.)
Het materiaal van deze conferentie is, samen met een beschrijving van een aantal projecten ('Good practices') waarin jeugdcultuur en dans met elkaar verknoopt zijn geraakt, gebundeld in een nieuwe brochure van het Landelijk Centrum voor Amateurdans (LCA). Wie snel aan de weet wil komen waar het bruist en swingt, een ook nog nieuw en jong is, is met deze brochure meteen bij de tijd.

De brochure kost € 7,50. U kunt deze bestellen door het bedrag over te maken op rekening 540731 ten name van LCA te Utrecht onder vermelding van 'Ondersteboven'. Voor meer info zie de site van het LCA.
NIJMEGEN FEESTREDE SSN

Deze zaterdag hield ik in de ING-zaal van het gebouw de Vereeniging in Nijmegen ter gelegenheid van het verschijnen van het boek Nijmeegs Drukwerk. Drukkerij SSN 1969-2000. De SSN is de drukkerij die geboren is uit de Nijmeegse studentenbeweging en die na een moeilijke periode nog steeds bestaat. De SSN was niet alleen de huisdrukker van de SUN, maar van al het linkse drukwerk dat in de jaren zeventig in Nijmegen werd vervaardigd. En dat is heel wat. Enfin, het werd een avondje herinneringen ophalen. Hieronder een fragment uit de lezing:
Nijmeegs drukwerk. Drukkerij SSN 1969-2000 is een fascinerend boek. Ik realiseerde mij bij het lezen ervan ook ineens dat ik deel uit maak van een generatie, en ik denk dat dat voor velen geldt in deze zaal, die eigenlijk bestond en bestaat bij de gratie van drukwerk. De verandering van de jaren zestig en zeventig werden voortgestuwd door papier, papier en nog eens papier. Het was naast een seksuele en ideologische revolutie eigenlijk vooral een papieren revolutie, zo kunnen we achteraf vaststellen.
En de impact daarvan is enorm gebleken. De seksuele en ideologische revolutie is inmiddels wel uitgewoed, maar de papieren revolutie is onverminderd doorgedenderd en heeft inmiddels bezit genomen van alle staatsapparaten. Slim als ze is heeft de generatie van zestigers en zeventigers er alleen een andere naam aan gegeven: we noemen het niet meer maatschappijkritiek, maar beleid. Daarmee hebben we heel Nederland veroverd en hoewel je er over kunt twisten of dat een feestrede waard, is het onmiskenbaar dat de ontdekking van de mogelijkheden van de drukpers door deze generatie bij die wonderlijke drukkerij de SSN aan de wieg van die ontwikkeling heeft gestaan. Op geheel eigen wijze heeft die drukkerij er aan bijgedragen dat in Nederland niet zozeer de verbeelding aan de macht kwam, maar het papier. En papier is, zoals wij in de loop der jaren met vallen en opstaan ontdekt hebben, allesbehalve revolutionair, maar in de eerste plaats geduldig.
Voor de hele tekst ga naar journalist -> lezingen, bovenaan de lijst vindt u het document 2005-11 NIJMEGEN - feestrede SSN.doc
Kies een periode: november 2024
oktober 2024
september 2024
augustus 2024
juli 2024
juni 2024
mei 2024
april 2024
maart 2024
februari 2024
januari 2024
december 2023
november 2023
oktober 2023
september 2023
augustus 2023
juli 2023
juni 2023
mei 2023
april 2023
maart 2023
februari 2023
januari 2023
december 2022
november 2022
oktober 2022
september 2022
augustus 2022
juli 2022
juni 2022
mei 2022
april 2022
maart 2022
februari 2022
januari 2022
december 2021
november 2021
oktober 2021
september 2021
augustus 2021
juli 2021
juni 2021
mei 2021
april 2021
maart 2021
februari 2021
januari 2021
december 2020
november 2020
oktober 2020
september 2020
augustus 2020
juli 2020
juni 2020
mei 2020
april 2020
maart 2020
februari 2020
januari 2020
december 2019
november 2019
oktober 2019
september 2019
augustus 2019
juli 2019
juni 2019
mei 2019
april 2019
maart 2019
februari 2019
januari 2019
december 2018
november 2018
oktober 2018
september 2018
augustus 2018
juli 2018
juni 2018
mei 2018
april 2018
maart 2018
februari 2018
januari 2018
december 2017
november 2017
oktober 2017
september 2017
augustus 2017
juli 2017
juni 2017
mei 2017
april 2017
maart 2017
februari 2017
januari 2017
december 2016
november 2016
oktober 2016
september 2016
augustus 2016
juli 2016
juni 2016
mei 2016
april 2016
maart 2016
februari 2016
januari 2016
december 2015
november 2015
oktober 2015
september 2015
augustus 2015
juli 2015
juni 2015
mei 2015
april 2015
maart 2015
februari 2015
januari 2015
december 2014
november 2014
oktober 2014
september 2014
augustus 2014
juli 2014
juni 2014
mei 2014
april 2014
maart 2014
februari 2014
januari 2014
december 2013
november 2013
oktober 2013
september 2013
augustus 2013
juli 2013
juni 2013
mei 2013
april 2013
maart 2013
februari 2013
januari 2013
december 2012
november 2012
oktober 2012
september 2012
augustus 2012
juli 2012
juni 2012
mei 2012
april 2012
maart 2012
februari 2012
januari 2012
december 2011
november 2011
oktober 2011
september 2011
augustus 2011
juli 2011
juni 2011
mei 2011
april 2011
maart 2011
februari 2011
januari 2011
december 2010
november 2010
oktober 2010
september 2010
augustus 2010
juli 2010
juni 2010
mei 2010
april 2010
maart 2010
februari 2010
januari 2010
december 2009
november 2009
oktober 2009
september 2009
augustus 2009
juli 2009
juni 2009
mei 2009
april 2009
maart 2009
februari 2009
januari 2009
december 2008
november 2008
oktober 2008
september 2008
augustus 2008
juli 2008
juni 2008
mei 2008
april 2008
maart 2008
februari 2008
januari 2008
december 2007
november 2007
oktober 2007
september 2007
augustus 2007
juli 2007
juni 2007
mei 2007
april 2007
maart 2007
februari 2007
januari 2007
december 2006
november 2006
oktober 2006
september 2006
augustus 2006
juli 2006
juni 2006
mei 2006
april 2006
maart 2006
februari 2006
januari 2006
december 2005
november 2005
oktober 2005
september 2005
augustus 2005
juli 2005
juni 2005
mei 2005
april 2005
maart 2005
februari 2005
januari 2005
december 2004
november 2004
oktober 2004
september 2004
augustus 2004